Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordoostpolder

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent gevoerd bestuur Onderzoeksverordening 213a gemeente Noordoostpolder

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordoostpolder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent gevoerd bestuur Onderzoeksverordening 213a gemeente Noordoostpolder
CiteertitelOnderzoeksverordening 213a gemeente Noordoostpolder
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Noordoostpolder 2003.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 213a Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-2018nieuwe regeling

01-10-2018

Gemeenteblad 2018, 261978

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur

De raad van de gemeente Noordoostpolder

 

gelet op artikel 213a Gemeentewet,

 

BESLUIT:

 

vast te stellen:

 

Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur

 

Artikel 1 Definities

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt.

  • b.

    doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

 

Het college onderzoekt jaarlijks minimaal eenmaal de doelmatigheid of doeltreffendheid van de gemeentelijke organisatie of onderdelen daarvan. Het college onderzoekt eveneens de uitvoering van taken of programma’s of paragrafen danwel onderdelen daarvan op doeltreffendheid.

Artikel 3 Onderzoeksplan

  •  

  • 1.

    Het college neemt jaarlijks in de paragraaf bedrijfsvoering van de gemeentebegroting op welke onderzoeken in het erop volgende jaar verricht worden naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid.

  • 2.

    Per onderzoek wordt globaal aangegeven wat het object van onderzoek wordt en waarom daarvoor gekozen is. Het college bepaalt dit op basis van de volgende selcetiecriteria:

    • a.

      maatschappelijke relevantie;

    • b.

      financieel belang;

    • c.

      twijfel over feitelijk functioneren;

    • d.

      vermoeden van mogelijke risico’s, of;

    • e.

      politieke prioriteit.

  • 3.

    Tevens wordt aangegeven welke budgetten in de begroting zijn opgenomen voor de uitvoering van de onderzoeken.

Artikel 4 Voortgang onderzoeken

 

Het college rapporteert in de paragraaf bedrijfvoering van de gemeentebegroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van bijbehorende budgetten.

Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

  •  

  • 1.

    De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een onderzoeksrapport. Elke rapport bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2.

    Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college, indien nodig, een verbeterplan op. De rapportage en het eventuele verbeterplan worden ter kennisgeving aan het auditcommissie van de raad aangeboden. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

Artikel 6 Intrekking oude regeling

 

De Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Noordoostpolder, vastgesteld op 15 november 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2018

Artikel 8 Citeertitel

 

Deze verordening kan worden aangehaald als: " Onderzoeksverordening 213a gemeente

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad dd 1 oktober 2018

de griffier

de voorzitter

ALGEMENE TOELICHTING OP DE VERORDENING

 

Artikel 213a Gemeentewet verplicht tot periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. Anders dan het onderzoek door de rekenkamer gaat het hierbij om een zelfonderzoek. Toetsing op doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid is van groot belang voor de algemene oordeelsvorming over het gevoerde beleid. Met de instelling van de onderzoeken wordt beoogd de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten, en daardoor doelmatiger en doeltreffender te werken en de publieke verantwoording daarover te versterken. Alle zaken die voor een doelmatig en doeltreffend bestuur van belang zijn kunnen daarbij aan de orde komen.

 

Onderzoek

 

Zoals uit artikel 213a blijkt is het college verplicht periodiek onderzoeken te verrichten en hier verslag van uit te brengen. Er moet worden onderzocht of de gemeente bereikt wat zij wilde bereiken (doeltreffendheid) en of dit tegen zo laag mogelijke kosten is gebeurd (doelmatigheid).

 

De beslissing wat te onderzoeken is aan het college. De rol van de raad bij deze onderzoeken is een kaderstellende. De verordening die de raad vaststelt, conform artikel 213a Gemeentewet, bevat deze kaders. Vanzelfsprekend zal de raad willen weten wat de plannen zijn, en ook gelegenheid willen hebben om deze te bespreken en als hij dat nodig acht invloed uit te oefenen

 

Onderzoeken kunnen worden uitgevoerd door het ambtelijke apparaat (al of niet met inbreng van deskundigheid van derden) of door derden. Indien de ambtelijke organisatie de onderzoeken uitvoert zullen in de onderzoeksopzet waarborgen dienen te worden ingebouwd, waarmee de onafhankelijkheid van de analyse en/of adviezen ter verbeteringen worden gegarandeerd.

 

 De onderzoeken kunnen verschillende onderwerpen en vormen hebben.

 

  • De onderzoeken specifiek gericht op de doeltreffendheid vinden plaats op basis van het in de programma’s in de begroting geformuleerde beleid.

  • De onderzoeken naar de doelmatigheid betreffen onderzoeken naar de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen. Een tweede ingang voor de doelmatigheidsonderzoeken is de procesgang.

     

Omdat de werkzaamheden voor deze onderzoeken jaarlijks terugkomen is dit onderdeel van de reguliere planning en controlcyclus. In de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting worden onzderzoeksonderwerpen opgenomen. In de paragraaf bedrijfsvoering van het jaarverslag wordt verantwoording afgelegd. Los daarvan worden onderzoeksrapporten ter informatie aan de Rekenkamercommissie en de raadscommissie BFE verstrekt.

 

Relatie met de lokale rekenkamercommissie 

 

De controle op en de evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en het beheer geschieden dus primair door het college. Daarnaast doet de lokale rekenkamer onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en het beheer. Afstemming is nodig over de onderzoeksonderwerpen. Maar de rekenkamer kan een tweede oordeel geven, als ze van mening is dat over een bepaald onderwerp een onafhankelijk oordeel moet kunnen geven