Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent Meedoen Beleidsregels ‘Meedoenpakket 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels ‘Meedoenpakket 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de beleidsregel Zwemslag.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-12-2018 | nieuwe regeling | 27-11-2018 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders;
Overwegende dat het wenselijk is om de maatschappelijke participatie van ouderen met een laag inkomen en kinderen die leven in gezinnen met een laag inkomen te stimuleren, waarbij het ook belangrijk is dat kinderen uit gezinnen met een laag inkomen de kans krijgen om een zwemdiploma te halen en daarmee de zwemveiligheid van deze doelgroep te vergroten.
gelezen het raadsbesluit van 1 oktober 2018 inzake Meedoenpakket 2018 en inzet extra rijksmiddelen armoedebestrijding onder kinderen en gelet op de door de gemeenteraad op 19 februari 2018 vastgestelde Zwemslag;
gelet op artikel 108 van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Besluit de volgende beleidsregels ‘Meedoenpakket Noordoostpolder’ 2018 vast te stellen.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Belanghebbende: een persoon van 18 jaar of ouder die in de gemeente woont en Nederlander is dan wel daarmee is gelijkgesteld als bedoeld in artikel 8, onderdelen a tot en met e en l Vreemdelingenwet 2000 waarbij het Besluit gelijkstelling vreemdelingen Participatiewet, IOAW en IOAZ ook van toepassing is.
Hoofdstuk 2 Meedoenpakket Jongeren
De keuze en verantwoordelijkheid voor het moment waarop en hoe het tegoed als betaling wordt gebruikt ligt volledig bij de belanghebbende en/of kind zelf. Het is niet verplicht het tegoed in één keer op te maken. Een ingezette waardebon dient wel in één keer te worden verzilverd. Een eventueel restantbedrag vervalt dan.
In afwijking van het eerste lid kan de belanghebbende in de periode tot het kind overstapt van (basis)school naar middelbare school de fiets maximaal twee keer inruilen bij de leverancier waarbij er een gebruikstermijn van minimaal twee jaren, gerekend vanaf het moment van ontvangst van de fiets, is verstreken, indien naar het oordeel van de leverancier:
In het geval dat de belanghebbende de in te leveren fiets, als bedoeld in het vijfde lid, zelf heeft voorzien van aanpassingen of accessoires, mag de belanghebbende deze voor het moment van inruilen ongedaan maken of verwijderen. Voor de te maken kosten van het ongedaan maken van de aanpassingen of accessoires bestaat geen recht op een financiële vergoeding dan wel een vergoeding anderszins. Ook wordt geen financiële vergoeding of een vergoeding anderszins gegeven voor niet verwijderde aanpassingen of accessoires.
Het tegoed, de diplomagarantie en/of waardebon voor zwemkleding en/of de fiets kunnen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd indien de belanghebbende onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt en dit heeft geleid tot het ten onrechte verlenen van de verstrekking van het tegoed, de diplomagarantie en/of waardebon voor zwemkleding en/of de fiets.
De fiets en/of het computerpakket kan worden ingenomen indien de belanghebbende onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt en dit heeft geleid tot het ten onrechte verlenen van de verstrekking van de fiets en/of het computerpakket. Indien de fiets en/of het computerpakket niet (meer) aanwezig is, wordt een bedrag teruggevorderd ter hoogte van het bedrag zoals de gemeente het aan de leverancier heeft betaald.
Kinderen die in 2018 geen Meedoenregeling Jongeren hebben ontvangen omdat het inkomen van de belanghebbende hoger was dan de toen gestelde inkomensgrens, kunnen over 2018 alsnog in aanmerking komen voor het tegoed van € 350,00 als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregels en dan op basis van deze beleidsregel indien:
Artikel 13 - Intrekken beleidsregels
De beleidsregel Zwemslag komt met ingang van de inwerkingtreding van deze beleidsregel te vervallen.
Aldus besloten door het college in haar vergadering van 27 november 2018.
De secretaris,
De burgemeester
Voor mensen met een inkomen dat rond het sociaal minimum ligt is meedoen aan de samenleving niet vanzelfsprekend. De gemeente Noordoostpolder stelt daarom een Meedoenpakket beschikbaar aan kinderen en ouderen in een huishouden met een laag besteedsbaar inkomen. De voorwaarden van het Meedoenpakket zijn uitgewerkt in deze beleidsregels. De beleidsregels vormen een verdere uitwerking van de kaders die zijn opgenomen in de notitie Meedoenpakket 2018.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Artikel 2 – Inhoud, vorm en voorliggende voorziening
Het is de bedoeling dat het geld direct terechtkomt waar het hoort en waarvoor het bestemd is. Daarom versterkt de gemeente geen directe financiële vergoeding, maar een vergoeding in natura of in de vorm van waardebonnen met een afgebakend bestedingsdoel.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Dit artikel behoeft voor het eerste tot en met het derde lid geen verdere toelichting.
Het computerpakket is voor het kind dat overstapt van (basis)onderwijs naar voortgezet onderwijs. Het is de bedoeling dat het kind vanaf het begin van het schooljaar beschikt over een laptop of tablet. Een schooljaar begint eind augustus / begin september. De aanvraagperiode is daarom afgebakend tot de periode 1 juli tot en met 30 september van een kalenderjaar.
Artikel 5 – Vaststellen inkomen
Het in aanmerking te nemen inkomen wordt op dezelfde manier bepaald als voor de algemene bijstand in de Participatiewet. Dat betekent ook dat de vrij te laten middelen als bedoeld in artikel 31, tweede lid en artikel 33, vijfde lid Participatiewet niet tot het inkomen worden gerekend. Voor personen van 18 jaar of ouder, maar jonger dan 27 jaar, geldt een uitzondering.
Het inkomen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken wordt niet fictief verhoogd met de vakantietoeslag. De vakantietoeslag bestaat uit een saldo dat tot stand komt door reserveringen over de voorgaande loonperioden. De aanvrager heeft zelf geen invloed op het moment van uitbetalen. Aangezien de aard van het minimabeleid met zich meeneemt dat het gaat om een voorziening op het moment van aanvragen, is het niet redelijk om een toekomstige betaling in de berekening mee te nemen.
Kinderen van ouders die werken als zelfstandige kunnen ook in aanmerking komen voor het Meedoenpakket Jongeren. Bij zelfstandigen bestaat het ‘risico’ dat het inkomen sterker wisselt dan bij personen in loondienst. Daarnaast is hun feitelijk inkomen doorgaans pas echt bekend nadat dat fiscaal jaar is afgesloten.
De kosten van activiteiten verschillen in hoogte. Door waardebonnen met verschillende waarden uit te geven, wordt de belanghebbende beter in staat gesteld om een activiteit ‘gepast’ te betalen. Vanuit het oogpunt van veiligheid worden de waardebonnen in beginsel niet per post toegestuurd.
De fiets kan worden opgehaald bij leveranciers waarmee de gemeente afspraken heeft. De fiets wordt geleverd op basis van beschikbaarheid. De belanghebbende neemt contact op met de leverancier. Dan wordt besproken welke fietsmaat nodig is en of een fiets op voorraad is, dan wel wanneer deze beschikbaar komt.
Een kind kan een fiets maximaal twee maal inruilen. Dit kan totdat het kind overstapt van (basis)onderwijs naar voortgezet onderwijs. Er geldt een minimale gebruikstermijn van twee jaar per fiets. De leverancier beoordeelt of de in te leveren fiets nog voldoet aan de criteria en of die fiets over dezelfde onderdelen beschikt als bij uitlevering. Het is immers de bedoeling dat die fiets –na een opknapbeurt- weer gebruikt kan worden door een ander kind.
Als een fiets is toegekend en geleverd, is de fiets eigendom geworden van het kind. Het staat de eigenaar vrij om naar eigen inzicht veranderingen aan te brengen aan de fiets. Als het kind vervolgens gebruik wil maken van de inruilregeling, mag hij deze aanpassingen ongedaan maken. Voor de inspanningen die nodig zijn om de aanpassingen ongedaan te maken bestaat geen recht op een vergoeding. Ook aanpassingen die niet ongedaan zijn gemaakt, worden niet vergoed.
Een fiets is door belanghebbende voorzien van een gemonteerde voordrager. Deze voordrager wordt bij inlevering niet verwijderd. De belanghebbende krijgt dan geen vergoeding voor de voordrager.
Een fiets is door belanghebbende voorzien van een gemonteerde voordrager. Deze voordrager is bij inlevering verwijderd. De belanghebbende heeft iemand betaald om de voordrager te verwijderen. De belanghebbende krijgt dan geen vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden.
De gemeente verstrekt een laptop of tablet aan kinderen die naar de brugklas gaan. De laptop of tablet wordt alleen verstrekt indien de school geen voorliggende voorziening heeft. Onder een voorliggende voorziening verstaan we een regeling waarbij de school een computer of tablet in bruikleen geeft aan een leerling. De leerling kan het device dat in bruikleen is gegeven zowel op school als thuis gebruiken. Een betalingsovereenkomst tussen de school en de ouder van een leerling of een gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten beschouwen we niet als voorliggende voorziening.
De laptop of tablet wordt geleverd door een leverancier waar de gemeente afspraken mee heeft.
De verstrekte laptop of tablet is eigendom van de belanghebbende. Het product wordt gebruiksklaar geleverd. Voor zover voorgeïnstalleerde software qua licenties verlengd moeten worden, zijn de eventuele kosten voor de belanghebbende. Hetzelfde geldt voor andere aanpassingen die belanghebbende aan de laptop of tablet wil doen.
De gemeente heeft afspraken gemaakt met zwembaden over een diplomagarantie. De gemeente koopt de kosten van het zwemdiploma A af bij de zwembaden. De ouders of verzorgers van een kind ontvangen dus zelf geen bijdrage. Belanghebbenden hebben geen recht op een resterende vergoeding wanneer de daadwerkelijke kosten na het moment van het behalen van het zwemdiploma, lager zijn dan de vergoeding die de gemeente aan het zwembad heeft betaald.
Een belanghebbende kan een kind éénmalig bij één van de deelnemende zwembaden inschrijven voor zwemlessen op basis van de Zwemslag. De diplomagarantie kan niet opnieuw worden aangevraagd als een kind overstapt naar een ander zwembad. De zwembaden ontvangen een vaste vergoeding per kind. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de gemiddelde kosten voor het behalen van zwemdiploma A. De gemeente maakt afspraken over de hoogte van de vergoeding met de zwembaden. De afspraken hierover staan in een overeenkomst tussen de gemeente en de zwembaden.
Wanneer een kind regelmatig afwezig is, heeft het kind langer nodig om zijn zwemdiploma te halen. Het zwembad krijgt in die situatie te maken met extra kosten die niet worden vergoed. Om deze situatie zoveel mogelijk te voorkomen geldt er een inspanningsverplichting voor ouders/verzorgers en hun kinderen. De gemeente communiceert hierover met de ouders/verzorgers. De zwembaden monitoren het verzuim van de kinderen. Indien er sprake is van herhaaldelijk verzuim dat leidt tot aanzienlijke vertraging in het behalen van het diploma, stelt het zwembad de gemeente hiervan op de hoogte. De gemeente kan op basis van dit signaal contact opnemen met de ouders/verzorgers en hen aanspreken op de inspanningsverplichting.
Hierbij gelden dezelfde uitgangspunten als bij artikel 6.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Deze beleidsregels treden in 2018 in werking. In 2018 hebben sommige jongeren al een meedoenregeling ontvangen op basis van de oude regeling. Dit betreft een waardebon van € 150,00. Als zij hadden aangevraagd op basis van de nieuwe regeling, hadden ze waardebonnen met een hogere waarde ontvangen. Door de nawerking wordt deze ongelijkheid opgeheven. Hetzelfde geldt voor wijziging van de inkomensgrens. Kinderen van belanghebbenden die op basis van de oude regeling een inkomen boven de gestelde inkomensgrens hadden, kunnen alsnog in aanmerking komen indien het inkomen van de belanghebbenden lager is dan 120% van de bijstandsnorm.
Artikel 13 - Intrekken beleidsregels
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.