Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen (Gr)

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen - hoofdstuk 26

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen (Gr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingArbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen - hoofdstuk 26
CiteertitelArbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen - hoofdstuk 26
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpARG hoofdstuk 26 - Rechtspositie van leerlingambtenaren
Externe bijlageWijzigingen, inhoudsopgave en bijlagen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Voor het eerst vastgesteld bij raadsbesluit van 6 december 1995

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeentewet
  3. Ambtenarenwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-200401-01-2016art. 26:1

08-06-2004

Gemeenteblad, 2004, 87

C33126

Tekst van de regeling

Intitulé

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

 

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

 

HEEFT BESLOTEN:

 

de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen vast te stellen.

Wijzigingen, inhoudsopgave en bijlagen

[leeg artikel]

[lege alinea]

Hoofdstuk 26 Rechtspositie van leerling-ambtenaren

Begripsomschrijving

 

Artikel 26:1:1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    opleiding : de opleiding in de zin van de Wet op het leerlingwezen (Stb. 1966, 215), welke al dan niet aansluitend aan indiensttreding wordt gevolgd;

  • b.

    deelnemer : de ambtenaar, die deelneemt aan de opleiding.

Aanstelling en ontslag

 

Artikel 26:1:2
  • 1.

    De aanstelling van de deelnemer geschiedt in tijdelijke dienst voor de duur van de opleiding.

  • 2.

    Onverminderd het in hoofdstuk 8 bepaalde omtrent ontslag kan de aanstelling tussentijds ook worden beëindigd door middel van opzegging wegens onvoldoende resultaten bij de opleiding. Het bepaalde omtrent de opzegtermijnen in het eerste lid en het bepaalde in het tweede lid van artikel 8:16:1 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 26:1:3
  • 1.

    In het schriftelijk bericht van aanstelling wordt vermeld voor hoeveel uren het dienstverband wordt aangegaan, hoeveel uren daarvan voor de opleiding in de praktijk van het beroep (werktijd) gelden en hoeveel uren voor het volgen van het algemene en op het beroep gerichte onderwijs zijn bestemd.

  • 2.

    Aan de deelnemer, die niet direct aansluitend aan de indiensttreding een opleiding gaat volgen wordt schriftelijk meegedeeld hoeveel uren zijn dienstverband bedraagt en hoeveel uren daarvan voor het volgen van onderwijs als bedoeld in het eerste lid zijn bestemd.

Vergoeding van opleidingskosten

 

Artikel 26:1:4

De aan het volgen van de opleiding verbonden directe kosten komen ten laste van de gemeente. Artikel 15:1:26 en 15:1:27 alsmede hoofdstuk 17 zijn niet van toepassing.

Bezoldiging

 

Artikel 26:1:5

Voor de toepassing van hoofdstuk 3 wordt onder bezoldiging mede verstaan de vergoeding als bedoeld in artikel 26:1:6, tweede lid.

Artikel 26:1:6
  • 1.
    • a.

      Aan de deelnemer, die aansluitend aan de indiensttreding een opleiding volgt, wordt voor de uren die zijn bestemd voor het onderwijs als bedoeld in artikel 26:1:3, eerste lid, geen bezoldiging in de zin van hoofdstuk 23 toegekend.

    • b.

      Aan de deelnemer die niet aansluitend aan de indiensttreding een opleiding volgt, wordt voor de uren die bestemd zijn voor het volgen van het onderwijs als bedoeld in artikel 26:1:3, eerste lid, voorzover die uitgaan boven het aantal uren van het oorspronkelijk dienstverband, geen bezoldiging in de zin van hoofdstuk 23 toegekend.

      Indien hij in vaste dienst was aangesteld blijft de aanstelling in vaste dienst gehandhaafd, zulks in afwijking van het bepaalde in artikel 2:4:1, eerste lid.

  • 2.
    • a.

      De vergoeding van uren, die voor het volgen van onderwijs als bedoeld in artikel 26:1:3, eerste lid, zijn bestemd, aan de in het eerste lid onder a bedoelde deelnemer, wordt vastgesteld op € 18,15 per dag.

    • b.

      De vergoeding bedoeld in het tweede lid, sub a, aan de in het eerste lid onder b bedoelde deelnemer wordt vastgesteld op € 18,15 per dag voorzover het betreft de uren, die buiten het oorspronkelijk dienstverband vallen.

Overwerk

 

Artikel 26:1:7

Voor de toepassing van artikel 3:2 en 3:2:1 worden de uren, die voor het volgen van het onderwijs als bedoeld in artikel 26:1:3, eerste lid, zijn bestemd, gerekend te behoren tot de voor de betrekking van de deelnemer vastgestelde werktijden, met dien verstande dat extra uren besteed aan het onderwijs niet worden meegerekend bij de vaststelling van de overwerkvergoeding.

Vakantie

 

Artikel 26:1:8

De deelnemer is verplicht zijn vakantie op te nemen in de perioden, waarin geen onderwijs als bedoeld in artikel 26:1:3, eerste lid wordt gegeven.

Hardheidsclausule

 

Artikel 26:1:9

Het college is bevoegd in gevallen waarin dit hoofdstuk niet of niet in redelijkheid voorziet een voorziening te treffen.

Overgangsregeling

 

Artikel 26:1:10

Dit hoofdstuk is ook van toepassing op deelnemers op wie voor de inwerkingtreding van dit hoofdstuk de Rechtspositieregeling leerlingambtenaren gold.

Gedaan te Groningen in de raadsvergadering van 6 december 1995.

de burgemeester,

H. Ouwerkerk

de secretaris,

J. Bosma