Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Damoclesbeleid 2018 Gemeente leudal |
Citeertitel | Damoclesbeleid 2018 Gemeente leudal |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-11-2018 | 29-06-2019 | Nieuwe regeling | 05-11-2018 Gemeenteblad 2018, 243312 | Onbekend |
Overwegende, dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
dat bij besluit van 5 juni 2012 beleidsregels zijn vastgesteld waarin is aangegeven hoe deze bevoegdheid zal worden toegepast: de zogenoemde “Beleidsregels Damocles inzake toepassing artikel 13b Opiumwet”;
gelet op artikel 13b van de Opiumwet en het Hennepconvenant Limburg 2012;
Vast te stellen het Damoclesbeleid gemeente Leudal 2018 onder intrekking van de op 5 juni 2012 vastgestelde beleidsregels Damocles inzake toepassing artikel 13b Opiumwet.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Woning: elk voor bewoning bestemd gebouw of bouwwerk (een voor mensen toegankelijk overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte); een woonkeet (een loods, keet of ander soortgelijk bouwwerk, bestemd om te voorzien in een tijdelijke behoefte aan woongelegenheid); een woonwagen (voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst); het bij een woning behorende erf. Hieronder worden ook begrepen woningen in eigendom van woningcorporaties
Als beleidsuitgangspunt wordt als regel gekozen voor het opleggen van een last onder bestuursdwang en niet voor het opleggen van een dwangsom. Een last onder bestuursdwang is een directer middel dat in tegenstelling tot de dwangsom binnen een concreet gesteld begunstigingstermijn tot feitelijke beëindiging van de overtreding leidt.
Bij het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt in principe gekozen voor sluiting van de woning/het lokaal. Dit moet als de meest effectieve maatregel worden beschouwd om de met de Opiumwet strijdige situatie te doen beëindigen en herhaling ervan te voorkomen. Bij wijze van uitzondering kan in concrete gevallen, waar het middel van sluiting niet adequaat of niet evenredig is, bekeken worden welke andere bestuursrechtelijke maatregel dient te worden toegepast.
Als begunstigingstermijn wordt (behoudens spoedeisende gevallen en harddrugs) een periode van 72 uur aangehouden waarbinnen betrokkene zelf in de gelegenheid is om gehoor te geven aan de opgelegde last. Bij lokalen geldt dat binnen het eerste uur van deze 72 uur de klanten uit de inrichting dienen te worden verwijderd.
Indien er feitelijk tot sluiting wordt overgegaan zal de woning/het lokaal voor eenieder ontoegankelijk worden gemaakt (bijvoorbeeld door het dichttimmeren, het aanbrengen van sloten en/of verzegelen). Betreft het een omsloten erf/terrein dan kan dit worden afgesloten. Het onderliggende besluit wordt in verkorte vorm aan de voorgevel van het pand of hekwerk kenbaar gemaakt.
De bestuurlijke maatregelen zijn in dit beleid weergegeven. In beginsel wordt er overeenkomstig dit beleid besloten. De burgemeester kan op basis van feiten en omstandigheden, in bijzondere gevallen, gemotiveerd afwijken van de maatregelen zoals hierin is vastgelegd. De afwijking kan zowel een lichtere als ook een zwaardere maatregel zijn. De burgemeester houdt (niet limitatief) rekening met het volgende:
Met betrekking tot de omschrijving van het “verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben” van verdovende middelen volgt uit het woord “daartoe” dat de enkele aanwezigheid van verdovende middelen – waaronder hennep in al zijn verschijningsvormen – ten behoeve van verkoop, aflevering of verstrekking de bevoegdheid verschaft tot sluiting. Teneinde een last onder bestuursdwang te kunnen opleggen is het niet vereist dat de verdovende middelen daadwerkelijk zijn verhandeld.
Bij toepassing van de bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b Opiumwet wordt aansluiting gezocht bij de artikelen 2, 3, 10 en 11 Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet. Concreet betekent dit dat er sprake is van een overtreding in de zin van dit beleid bij een hoeveelheid softdrugs van meer dan 5 gram en bij een hoeveelheid harddrugs van meer dan 0,5 gram.
Een wijziging in de huursituatie wordt als niet ter zake doende beschouwd indien deze wordt aangebracht nadat het voornemen tot opleggen van een last onder bestuursdwang is uitgegaan. De ratio hierachter is dat de verhuurder niet met het plaatsen van andere huurders onder de genoemde last kan uitkomen. Het is immers op dat moment nog steeds noodzakelijk de loop van een dergelijk pand af te halen. Het enkel plaatsen van nieuwe huurders leidt niet tot het voorkomen van herhaling van een met de Opiumwet strijdige situatie.
Wordt ondanks de eerste geslotenverklaring binnen 3 jaar opnieuw een overtreding geconstateerd ten aanzien van softdrugs klein, wordt het lokaal opnieuw gesloten voor de duur van 6 maanden. Wordt er binnen 3 jaar een overtreding geconstateerd ten aanzien van harddrugs dan wel softdrugs groot, dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 12 maanden.
Indien hierna binnen drie jaar wederom een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van soft- of harddrugs, wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd. Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Indien binnen 3 jaar, nadat sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van harddrugs dan wel softdrugs groot, vervolgens opnieuw een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van harddrugs dan wel softdrugs groot, wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd. Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Wordt binnen 3 jaar, nadat sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van harddrugs, vervolgens een overtreding geconstateerd ten aanzien van softdrugs klein, dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 12 maanden. Indien hierna binnen drie jaar wederom een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd.
Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Het vorenstaande resulteert in de volgende handhavingmatrix: