Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent huisvesting arbeidsmigranten Beleidsregel huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018 |
Citeertitel | Beleidsregel huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-11-2018 | nieuwe regeling | 30-10-2018 | . |
Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder;
Overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor de wijze van huisvesten van arbeidsmigranten in het landelijk gebied;
artikel 4.81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;
artikel 2.1, eerste lid c, juncto artikel 2.12, eerste lid onder a sub 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); en
artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro);
Gezien het door de gemeenteraad op 13 november 2012 vastgestelde Beleid arbeidsmigranten Noordoostpolder en de op 5 februari 2018 door de gemeenteraad vastgestelde aanpassingen daarop;
Beleidsregel huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018
Beleidsregel Huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018
Deze beleidsregel is het afwegingskader voor het beoordelen van aanvragen om een omgevingsvergunning voor vier verschillende vormen van huisvesting voor arbeidsmigranten in het landelijk gebied van Noordoostpolder.
Paragraaf 4 Aanvullende criteria
Artikel 5 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 0
Een melding voor huisvestingscategorie 0 voldoet aanvullend aan de volgende vereisten:
Artikel 6 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 1
Een aanvraag voor huisvestingscategorie 1 voldoet aanvullend aan de volgende vereisten:
de huisvesting voldoet aan de actuele criteria voor huisvesting van Stichting Normering Flexwonen (SNF) of daaraan gelijk te stellen. De aanvrager toont dit aan door binnen drie maanden na ingebruikname van de huisvesting de certificatie volgens SNF of daaraan gelijk te stellen certificatie te overleggen aan de gemeente;
Artikel 7 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 2
Een aanvraag voor huisvestingscategorie 2 voldoet aanvullend aan de volgende vereisten:
de huisvesting voldoet aan de actuele criteria voor huisvesting van Stichting Normering Flexwonen (SNF) of daaraan gelijk te stellen. De aanvrager toont dit aan door binnen drie maanden na ingebruikname van de huisvesting de certificatie volgens SNF of daaraan gelijk te stellen certificatie te overleggen aan de gemeente.
Artikel 8 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 3
Een aanvraag voor huisvestingscategorie 3 voldoet aanvullend aan de volgende vereisten:
vóór de start van de procedure:
worden omwonenden per brief geïnformeerd over het initiatief. In deze informerende brief staat feitelijke informatie over in hoeverre dit initiatief gevolgen kan hebben voor de mogelijkheden op de naastgelegen percelen (verplichting tot een zogenaamde milieueffectenonderzoek), informatie over riolering en waar men terecht kan met vragen;
de huisvesting voldoet aan de actuele criteria voor huisvesting van Stichting Normering Flexwonen (SNF) of daaraan gelijk te stellen. De aanvrager toont dit aan door binnen drie maanden na ingebruikname van de huisvesting de certificatie volgens SNF of daaraan gelijk te stellen certificatie te overleggen aan de gemeente.
Artikel 9 Intrekken oude regeling
De Beleidsregel Huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder uit 2013 wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld op 30 oktober 2018,
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
de burgemeester,
Voor bijna iedere vorm van de huisvesting van arbeidsmigranten in het landelijk gebied is een ruimtelijke procedure nodig. Die kan variëren van een tijdelijke afwijking op basis van de zogenaamde “kruimellijst” van de Wabo (bruikbaar voor huisvestingscategorie 1) tot een partiële herziening van het bestemmingsplan op basis van de Wro (te gebruiken voor huisvestingscategorie 3). Het is lastig op voorhand aan te geven welke procedure wordt gebruikt voor categorie 2 omdat het aantal te huisvesten personen binnen deze categorie nogal varieert. Per initiatief wordt daarom gezocht naar de meest passende procedure.
Het minimale gebruiksoppervlak per bewoner is gebaseerd op het Bouwbesluit. In de NEN (NEderlandse Norm) 2580 staat hoe het gebruiksoppervlak berekend wordt. In de praktijk kan gebruik worden gemaakt van de meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen van de NVM, VBO, VNG. Deze wordt ook door de SNF gehanteerd.
De gemeente vindt het belangrijk dat de huisvestingsmogelijkheden verspreid zijn over Noordoostpolder. De gemeente wil geen concentratie van huisvesting van arbeidsmigranten maar een mix tussen wonen en opvang van arbeidsmigranten in het landelijk gebied. De gemeente hanteert daarom spreidingsregels. De straal die genoemd is, wordt gemeten vanaf het hart van het erf waarop de huisvesting plaats gaat vinden.
In het grootste deel van het landelijk gebied is geen gemeentelijke riolering aanwezig. Bij de percelen in het landelijk gebied is er in het algemeen sprake van de aanwezigheid van beperkte lozingen van het stedelijk afvalwater (huishoudelijk afvalwater, al dan niet vermengd met industrieel afvalwater en/of afvloeiend hemelwater). Als bij een initiatief voor huisvesting categorie 1, 2 of 3 in het landelijk gebied, de hoeveelheid vrijkomend stedelijk afvalwater ten opzichte van de huidige situatie aanmerkelijk toeneemt, kan dit gevolgen hebben voor de wijze waarop dit afvalwater:
Dit kan betekenen dat de gemeente gevolg moet geven aan het uitvoeren van de wettelijke zorgplicht voor het inzamelen en transporteren van het vrijkomend stedelijk afvalwater bij percelen waarin de huidige lozing wijzigt van een beperkte naar een omvangrijke lozing.
In onderstaande tabel zijn de afstandscriteria opgenomen in relatie tot het aantal inwonerequivalenten, waarvoor een aansluitverplichting op de riolering geldt:
De gemeente kan wettelijk gezien alle kosten voor de aan te leggen riolering en overige voorzieningen verhalen op de aanvrager. Het moet dan wel gaan om die percelen die zijn gebaat bij de aan te leggen openbare voorziening(en). De vraag is of dit altijd wenselijk is; de gemeente wil initiatieven in het landelijk gebied niet ontmoedigen, maar juist stimuleren. De gemeente en de aanvrager gaan over het aspect riolering al in een vroeg stadium in overleg. Als het initiatief leidt tot aansluitplicht voor een aantal inwoners, dan worden deze inwoners hiervan op de hoogte gesteld.
Cluster van erven/solitair erf
Wat de gemeente verstaat onder een cluster van erven staat verbeeld in hierna volgende tekeningen. Als de afstand gelijk of meer is dan 100 m, dan is het geen cluster.
Paragraaf 2 Huisvesting in vier categorieën
Artikel 3 Vormen van huisvesting
Artikel 4 Algemene toetsingscriteria
De huisvesting van arbeidsmigranten mag er niet toe leiden dat (bedrijfsmatige) activiteiten, die op omliggende gronden uitgeoefend worden, niet meer uitgeoefend kunnen worden. Op basis van milieuwetgeving wordt bekeken of huisvesting van arbeidsmigranten op de aangevraagde locatie mogelijk is. We gebruiken hiervoor de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” van 2009. Hierin zijn aanbevolen richtafstanden opgenomen. De huisvesting van arbeidsmigranten is hier niet specifiek in benoemd. Daardoor sluit het college voor de richtafstanden ten opzichte van de omgeving aan bij de omschrijving van enigszins vergelijkbare recreatieve activiteiten, zoals kampeerterreinen en vakantiecentra.
Wettelijk gelden er al toetsingscriteria, die zijn hier niet dubbel in opgenomen (brandveiligheid, Bouwbesluit).
De verkeerskundige effecten van de ontwikkeling worden helder in beeld gebracht. De volgende punten komen daarbij aan de orde:
Het uitgangspunt hierbij is het landelijke Duurzaam Veilig Verkeer principe, waarbij functie, vormgeving en gebruik van alle wegen in overeenstemming met elkaar moet zijn voor een uiteindelijk goed functionerend wegennet. Ook de subjectieve beleving van verkeer wordt meegenomen in de afweging. De gemeente kan de aanvrager om een onafhankelijk verkeersonderzoek vragen.
Paragraaf 4 Aanvullende criteria
Artikel 5 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 0
Als er geen erfsingel meer aanwezig is, worden met de gemeente afspraken gemaakt over de landschappelijke inpassing.
Om gebruik te maken van tijdelijke huisvesting in units is melding bij de gemeente noodzakelijk. Het meldingsformulier tijdelijke huisvesting kunt u bij het woonloket van de gemeente digitaal en schriftelijk opvragen. Het meldingsformulier en de checklist moeten voorzien worden van een situatieschets en plattegrondtekening. De gemeente voert controle uit op naleving van de voorwaarden. Als units niet zijn gemeld en/of voldoen aan de voorwaarden wordt handhavend opgetreden. Daarnaast beoordelen we of het aantal personen per unit in redelijke verhouding staat tot de beschikbare ruimte.
Artikel 6 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 1
Om de bepaalde kwaliteit van huisvesting te garanderen stelt de gemeente verplicht dat huisvestingslocaties in de categorieën 1, 2 en 3 gecertificeerd worden. Dit certificaat is van de SNF of daarmee vergelijkbaar. De aanvrager van de huisvesting zorgt voor een adequaat beheer van het terrein. Dit houdt in elk geval in:
Daarnaast is er voor de omwonenden van de huisvesting een duidelijk aanspreekpunt, waar zij met vragen, klachten etc. over de huisvesting terecht kunnen.
Artikel 7 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 2
Huisvestingscategorie 2 vindt zoveel mogelijk plaats in bestaande gebouwen. Uitgangspunt is namelijk om de oorspronkelijke agrarische bebouwing te hergebruiken. Wanneer de bestaande bebouwing onvoldoende ruimte biedt, is het ook mogelijk om zo’n gebouw uit te breiden of om naast de bestaande bebouwing nieuw te bouwen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de bestaande bebouwing wordt gesloopt en de huisvesting alleen plaatsvindt in nieuwbouw.
Bij huisvestingscategorie 2 wordt een klankbordgroep om advies gevraagd. De klankbordgroep wordt in overleg met betrokkenen samengesteld. De klankbordgroep bestaat in ieder geval uit een aantal belanghebbenden/betrokkenen. Zij kunnen meepraten bij de uitwerking van de plannen. Belanghebbenden kunnen zo voorafgaand aan de procedure hun wensen, zorgen en ideeën kenbaar maken. Zij sturen hun advies naar de aanvrager en de gemeente. Dit advies wordt meegenomen bij de planvorming én betrokken bij de afweging van de gemeente bij het besluit over de aanvraag. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om alle (maatschappelijke) belangen die met een aanvraag gemoeid zijn af te wegen. Het advies maakt deel uit van de afweging.
De gemeente vindt het belangrijk dat de arbeidsmigrant, die tijdelijk gehuisvest is in Noordoostpolder, ruimte heeft om te ontspannen zowel binnen als buiten. Dit betekent dat ruimte bij de huisvesting dient te zijn om sport- en spelactiviteiten te beoefenen. De gemeente neemt bij haar afweging de relatie tussen het aantal huisvestingsplekken ten opzichte van de beschikbare recreatie ruimte en mogelijkheden mee.
Artikel 8 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 3
Veel arbeidsmigranten werken in de glastuinbouw. Daarom is er bij huisvesting categorie 3 voor gekozen deze alleen toe te staan in of in de nabijheid van de glastuinbouwgebieden (Luttelgeest/Marknesse en Ens). Met “in de nabijheid” wordt bedoeld dat een geschikte locatie op enkele kilometers afstand van een glastuinbouwgebied ook acceptabel is.
Voor de doorgroei van 150 naar 300 is een evaluatie nodig. Deze wordt minimaal een jaar na start bedrijfsvoering gedaan. De evaluatie gaat in elk geval in op de bedrijfsvoering, geluid, verkeer, eventuele klachten en hoe hier mee omgegaan wordt. Uit de evaluatie moet blijken of de huisvesting voldoet.
De huisvesting mag de karakteristiek van het landschap van Noordoostpolder niet onevenredig aantasten. Zo kan, wanneer de ligging van de nieuwe huisvestingslocatie daarom vraagt, de aanplant van een erfsingel als voorwaarde in het bestemmingsplan worden opgenomen.
De gemeente vindt het belangrijk dat de arbeidsmigrant, die tijdelijk gehuisvest is in Noordoostpolder, ruimte heeft om te ontspannen zowel binnen als buiten. Dit betekent dat ruimte bij de huisvesting dient te zijn om sport- en spelactiviteiten te beoefenen. De gemeente neemt bij haar afweging de relatie tussen het aantal huisvestingsplekken ten opzichte van de beschikbare recreatie ruimte en mogelijkheden mee.