De raad der gemeente Stede Broec;
overwegende dat als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet
dualisering gemeentebestuur de rekenkamerfunctie uiterlijk op 1 januari
2006 ingesteld dient te zijn;
gelezen het voorstel van 27 oktober 2005 van het Presidium;
gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie Stede
Broec 2005;
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b.
commissie: rekenkamercommissie;
- c.
voorzitter: voorzitter van de
rekenkamercommissie;
- d.
college: college van burgemeester en wethouders;
- e.
rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Stede
Broec die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en
doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de
doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige
voorbereiding en uitvoering daarvan;
- f.
doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperk
mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te
bereiken;
- g.
doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een
organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen
of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;
- h.
betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van
onderzoek is of is geweest.
Artikel 2 Samenstelling en taken Rekenkamercommissie
- 1.
Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt
aangeduid als de rekenkamercommissie.
- 2.
De rekenkamercommissie bestaat uit 3 leden.
Artikel 3 Benoeming leden en taken voorzitter
- 1.
De raad benoemt een onafhankelijk voorzitter.
- 2.
De raad benoemt
naast de voorzitter als bedoeld in lid 1 van dit artikel twee leden van
de rekenkamercommissie uit zijn midden.
- 3.
De leden van de
rekenkamercommissie worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur
van de raad aangewezen, terwijl de onafhankelijke voorzitter wordt
aangewezen voor een periode van zes jaar.
- 4.
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen
van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de
uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige
besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de
onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter
treedt het langstzittend lid op als voorzitter dan wel, als de overige
leden een gelijke periode zitting hebben, het oudste lid in jaren.
Artikel 4 Ontslag en non-activiteit
- 1.
De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.
- 2.
Het lidmaatschap van een lid eindigt:
- a.
- b.
bij beëindiging van het raadslidmaatschap;
- c.
indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen.
Artikel 5 Ambtelijk secretaris.
- 1.
De raadsgriffier is ambtelijk secretaris (verder:secretaris) van de
rekenkamercommissie.
- 2.
De secretaris staat de rekenkamercommissie bij
de uitvoering van haar taken terzijde.
- 3.
De secretaris legt
rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze
waarop de ondersteunende taken worden verricht.
- 4.
De secretaris draagt
zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van
dossiers.
Artikel 6 Reglement van orde
De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en
andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling
onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 7 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
- 1.
De commissie bepaalt met inachtneming van de grens als bedoeld in
artikel 182 van de Gemeentewet de onderwerpen die zij onderzoekt,
formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.
- 2.
De raad kan de commissie een verzoek doen tot het instellen van een
onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan
dat verzoek wordt voldaan.
Artikel 8 Werkwijze
- 1.
De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering,
begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar
vastgestelde onderzoeksopzet.
- 2.
De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.
- 3.
De commissie is bevoegd het gemeentebestuur alle inlichtingen te vragen die de
rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht. Het gemeentebestuur
is verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie
gestelde termijn te verstrekken.
- 4.
De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten
van het onderzoek.
- 5.
De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10
van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan
de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.
- 6.
De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.
- 7.
Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van
het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.
- 8.
De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar
te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op
het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Na
vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota
met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het
rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het
college en betrokkenen, aan de raad aangeboden. In de rapporten worden
geen gegevens en bevindingen opgenomen die naar hun aard vertrouwelijk
zijn.
Artikel 9 Budget
- 1.
De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de
begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de
uitvoering van haar taken.
- 2.
Ten laste van het in het voorgaande lid
bedoelde budget worden de kosten gebracht van:
- a.
- b.
interne onderzoeksmedewerkers;
- c.
externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;
- d.
eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van
haar taak.
- 3.
De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget
uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.
Artikel 11 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke
rekenkamercommissie Stede Broec 2005.