De raad der gemeente Stede Broec;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 juni 2005;
gelet op hoofdstuk IVc en artikel 149 van de Gemeentewet en titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
gehoord de ondernemingsraad;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening gemeentelijke ombudscommissie Stede Broec 2006
Artikel 1 Instelling ombudscommissie
Er is een gemeentelijke ombudscommissie.
Artikel 2 Zittingsduur
De leden van de ombudscommissie kunnen eenmaal worden herbenoemd.
Artikel 3 Financiële middelen
- 1.
Voor wat betreft de vergoeding voor werkzaamheden van de ombudscommissie wordt aangesloten bij de bestaande situatie bij de commissie bezwaarschriften.
- 2.
De raad verschaft de ombudscommissie voldoende financiële middelen voor een goede uitoefening van zijn werkzaamheden.
Artikel 4 Bemiddeling
- 1.
De ombudscommissie kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.
- 2.
De ombudscommissie brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit.
Artikel 5 Werkinstructie
Voor zover de ombudscommissie dit nodig acht, maakt zij een werkinstructie voor haar werkzaamheden.
Artikel 6 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift
- 1.
De ombudscommissie bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.
- 2.
Indien zij een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht instelt, zendt hij tevens een afschrift van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan en aan degene over wiens gedragingen wordt geklaagd.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke ombudscommissie Stede Broec 2006.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Stede Broec, gehouden op 7 juli 2005.
De raadsgriffier, De voorzitter,