Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordoostpolder

Beleidsregels bijstand in de vorm van een lening Wet werk en bijstand 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordoostpolder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bijstand in de vorm van een lening Wet werk en bijstand 2010
CiteertitelBeleidsregels bijstand lening WWB 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Beleidsregel bijstand in de vorm van een lening.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 48
  2. Wet werk en bijstand, art. 51
  3. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201501-07-2015intrekking

19-05-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 26-06-2015

316434
01-04-201001-07-2015Nieuwe regeling

30-03-2010

Gemeenteblad 199 en Flevopost 07-04-2010

2010-5292

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijstand in de vorm van een lening Wet werk en bijstand 2010.

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder;

Stelt vast de volgende beleidsregels:

Beleidsregels bijstand in de vorm van een lening Wet werk en bijstand 2010.

ALGEMEEN

Artikel 1. Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verstrekken van bijstand in de vorm van een lening indien:

  • a

    de bijstand wordt verleend, terwijl redelijkerwijs kan worden aangenomen dat op korte termijn over voldoende middelen zal worden beschikt;

  • b

    de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid;

  • c

    de bijstand betrekking heeft op een waarborgsom;

  • d

    de bijstand verleend wordt ter aflossing van een schuldenlast;

  • e

    de bijstand verleend wordt voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen.

TERUGBETALING VAN DE BIJSTAND
Artikel 2. Wijze van terugbetaling
  • 1

    Bijstand die verstrekt wordt in de vorm van een lening terwijl redelijkerwijs kan worden aangenomen dat op korte termijn over voldoende middelen zal worden beschikt dient ineens te worden terugbetaald zodra over de middelen wordt beschikt.

  • 2

    Alle overige bijstand die verstrekt wordt in de vorm van een lening wordt in maandelijkse termijnen terugbetaald.

Artikel 3. Hoogte van de aflossing

De aflossing bedraagt per maand 6% van de geldende bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag.

Artikel 4. Terugbetaling door gezinsleden

Indien de bijstand aan een gezin, als omschreven in artikel 4 lid c WWB, is verleend, zijn alle gezinsleden hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling.

KWIJTSCHELDING

Artikel 5. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

In afwijking van artikel 2 kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de als lening verstrekte bijstand indien:

  • a.

    redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, en

  • b.

    redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en

  • c.

    de vordering van de gemeente wegens als lening verstrekte bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

Artikel 6. Inwerkingtreding van het besluit tot kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

Het besluit tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding treedt niet in werking voordat een schuldregeling tot stand is gekomen.

Artikel 7. Intrekking kwijtscheldingsbesluit schuldenproblematiek

Het besluit tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:

  • a.

    niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen;

  • b.

    de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet of

  • c.

    onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 8. Kwijtschelding na het voldoen aan de betalingsverplichting

In afwijking van artikel 2 kunnen burgemeester en wethouders besluiten van verdere invordering af te zien, indien de belanghebbende gedurende drie jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan.

Artikel 9. Geen kwijtschelding na voldoen aan betalingsverplichting

Kwijtschelding als bedoeld in artikel 8 vindt niet plaats ten aanzien van vorderingen welke door pand of hypotheek op een goed of goederen zijn gedekt, behoudens voor zover zij niet op die goederen verhaald kunnen worden.

OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 10. Inwerkingtreding
  • 1.

    Het vastgestelde debiteurenbeleid van 5 september 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de beleidsregels.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 april 2010.

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels bijstand lening WWB 2010”.

Gemeente Noordoostpolder, d.d. 30 maart 2010

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting Beleidsregels bijstand in de vorm van een lening Wet werk en bijstand 2010.

Algemene toelichting

 

In een beperkt aantal situaties is de gemeente verplicht de bijstand te verlenen in de vorm van een geldlening. Dit is het geval wanneer sprake is van het verstrekken van een voorschot, wanneer de aanvrager een eigen woning bewoont.

In de overige in de wet genoemde situaties kan bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht worden verstrekt. De vorm van een lening is in die gevallen geen wettelijke verplichting. Dit doet zich voor in de navolgende situaties:

  • a.

    er wordt bijstand verleend, terwijl redelijkerwijs kan worden aangenomen dat op korte termijn over voldoende middelen zal worden beschikt (artikel 48 lid 2 sub a WWB);

  • b.

    de noodzaak tot bijstandsverlening is het gevolg van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid (artikel 48 lid 2 sub b WWB);

  • c.

    de bijstand heeft betrekking op een waarborgsom (artikel 48 lid 2 sub c WWB);

  • d.

    de bijstand wordt verleend ter aflossing van een schuldenlast (artikel 48 lid 2 sub d en 49 WWB);

  • e.

    er wordt bijstand verleend voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen (artikel 51 WWB).

     

Artikelsgewijze toelichting

 

Daar waar hierna geen toelichting wordt gegeven worden de beleidsregels voldoende duidelijk geacht.

 

Artikel 2 Wijze van terugbetaling

Bij bijstand in de vorm van een geldlening wordt op voorhand bepaald dat de verstrekte bijstand moet worden terugbetaald. Bij de toekenning van bijstand in de vorm van een geldlening wordt de lening en de hieraan verbonden betalingsverplichting vastgelegd in zowel de beschikking als een schriftelijke overeenkomst van geldlening.

 

Indien de debiteur op enig moment niet voldoet aan de aflossingsverplichtingen wordt binnen één maand een herinnering gestuurd. Indien dit niet leidt tot een betaling wordt in de tweede maand een aanmaning verstuurd en vervolgens een afzonderlijk terugvorderingsbesluit genomen, waarmee (het restant van) de verstrekte geldlening wordt teruggevorderd. Hiermee vervallen dan gelijktijdig alle eerder afgesproken en genoemde aflossing- en kwijtscheldingsmogelijkheden.

 

Bijstand in de vorm van een lening wordt in beginsel afgelost via inhouding op de uitkering. In de overige gevallen moet de debiteur zelf zorgen voor de betaling. De aflossing wordt afgeboekt op de oudste vordering of als de vorderingen tegelijkertijd ontstaan eerst op de waarborgsom en inrichtingkosten.

 

Artikel 3 Hoogte van de aflossing

Bij uitstroom naar regulier werk blijft het aflossingsbedrag gehandhaafd op het in de leenovereenkomst genoemde bedrag. Het aflossingsbedrag per maand wordt niet verhoogd, om zo het aanvaarden naar regulier werk te stimuleren.

 

Indien de debiteur gedurende 36 termijnen aan zijn verplichtingen heeft voldaan, wordt het restant van de lening buiten invordering geplaatst.

 

Artikel 4 Terugbetaling door gezinsleden

Voor zover bijstand aan een gezin is verleend zijn alle gezinsleden aansprakelijk. Dit kan van belang zijn bij een echtscheiding na het verlenen van de bijstand.

 

Artikel 5 tot en met 7 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

Wanneer bijstand is verstrekt in de vorm van een lening kan er in een later stadium reden zijn om de vordering (gedeeltelijk) kwijt te schelden.

 

Artikel 8 Kwijtschelding na voldoen aan de betalingsverplichting

Een langdurige aflossingsverplichting kan leiden tot nieuwe problematische schulden. In zijn algemeenheid wordt een aflossingverplichting van drie jaar als redelijk beschouwd. Om die reden kan de gemeente na die periode het restant van de vordering kwijtschelden.

 

Behoort bij besluit van college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder d.d. 30 maart 2010.