Organisatie | Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland houdende regels omtrent cofinanciering Beheersverordening Fonds Cofinanciering Holland Rijnland |
Citeertitel | Beheersverordening Fonds Cofinanciering Holland Rijnland |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De bekendmaking van deze regeling is niet meer te achterhalen.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | nieuwe regeling | 26-10-2016 Onbekend | . |
Hoofdstuk 2 Fonds Cofinanciering
Artikel 2.2. Doelstelling Fonds
Het Fonds is bedoeld ter ondersteuning van initiatieven uit de regio die een bijdrage leveren aan het realiseren van de ambities uit de Inhoudelijke Agenda of initiatieven die aansluiten op de actualiteit en innovatief van aard zijn en van belang voor de regio.
Artikel 2.3. Voeding van het Fonds
Jaarlijks wordt het Fonds gevoed uit de begroting. Daarbij bestaat de mogelijkheid om aanvullende voeding toe te voegen uit een positief jaarresultaat bij de vaststelling van de jaarrekening. De voeding van het Fonds wordt door het Algemeen Bestuur vastgesteld.
Artikel 2.4 Looptijd van het Fonds
Het Algemeen Bestuur besluit over de beëindiging van het Fonds waarbij rekening dient te worden gehouden met lopende verplichtingen.
Hoofdstuk 3 Voorwaarden voor een bijdrage uit het Fonds
Artikel 3.1 Bijdrage aan initiatief
Het DB kan een bijdrage uit het Fonds toekennen aan een initiatief uit de regio dat bijdraagt aan het realiseren van de ambities uit de Inhoudelijke Agenda of een initiatief dat aansluit op de actualiteit en innovatief van aard is en van belang voor de regio.Artikel 3.2 Bovengemeentelijk initiatiefEen initiatief dient voor meer dan een deelnemende gemeente binnen de Gemeenschappelijk Regeling Holland Rijnland relevant te zijn
Artikel 3.3. Indienen concept plan van een initiatief
De initiatiefnemers dienen een concept ontwikkelplan, plan van aanpak of business case in bij het Dagelijks Bestuur.
Artikel 3.4 Externe investeringen
Het initiatief moet leiden tot extra investeringen in de regio Holland Rijnland door andere partijen naast Holland Rijnland en/of de inliggende gemeenten.
Hoofdstuk 4 Behandelen verzoek om bijdrage uit het Fonds
Artikel 4.1 Toepassen Algemene Subsidieverordening
De Algemene Subsidieverordening is van toepassing op een verzoek van een initiatiefnemer om een bijdrage uit het Fonds.
Artikel 4.2 Vooroverleg over initiatief
Voorafgaand aan een verzoek om een initiatief te ondersteunen overleggen de initiatiefnemer(s) met het DB om na te gaan of het alternatief voldoet aan de voorwaarden zoals geformuleerd in de artikelen 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 en 3.5 van deze Verordening.
Daarnaast dienen in de beschrijving van het initiatief de volgende punten te worden opgenomen:
Artikel 6.1 Niet voorziene gevallen
Vanaf het moment van het DB besluit tot subsidieverlening uit het Fonds, worden onvoorziene gevallen door het DB behandeld met toepassing van het subsidierecht uit de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van 26 oktober 2016
de Secretaris, de Voorzitter,
Eind 2015 is door het Algemeen Bestuur de Inhoudelijke Agenda 2016 – 2020 vastgesteld. In deze agenda zijn de ambities en speerpunten op het gebied van Maatschappij, Economie en Leefomgeving door de 14 samenwerkende gemeenten vastgesteld. Daarbij is geconstateerd dat ten behoeve van het faciliteren en versnellen van projecten die bijdragen aan het realiseren van de opgaven uit deze Inhoudelijke Agenda het wenselijk is om financiële middelen beschikbaar te hebben. Daarbij is het de wens om extra middelen van andere partijen dan Holland Rijnland of de inliggende gemeenten aan deze regio te binden. In het verleden is bijvoorbeeld via het Regionaal Investeringsfonds veel succes geboekt.
Het Dagelijks Bestuur vindt het belangrijk om financiële middelen beschikbaar te hebben voor cofinanciering. De ervaring is dat bij een aanvraag voor cofinanciering het als gevolg van besluitvormingstrajecten en begrotingswijzigingen lang duurt om deze beschikbaar te krijgen. Dit vraagt van het Dagelijks Bestuur vaak creatieve oplossingen om toch snel financiële middelen beschikbaar te hebben, of het risico te lopen kansen te missen. Als de regio een cofinancieringsbudget beschikbaar heeft kan zij snel op kansen inspringen, zonder daarvoor een extra bijdrage aan gemeenten te hoeven vragen in de vorm van begrotingswijzigingen.
Hierbij is flexibiliteit nodig om te kunnen inspringen op innovaties en/of kansen die zich voordoen uit bijvoorbeeld de markt en/of onderwijs. Een voorbeeld hiervan is een publiek-privaat initiatief om te komen tot een toegepaste vakopleiding gericht op scholing van personeel voor topsectoren (Greenports, Health- and Lifesciences, Space) in de regio. Hiermee wordt niet alleen het vestigingsklimaat verbeterd, maar worden ook ontwikkelkansen aan jongeren geboden. Verder kan worden gedacht aan projecten op het gebied van energietransitie, maar ook vernieuwing van de zorg. Initiatieven dienen passend te zijn binnen de Inhoudelijke Agenda, waarbij aan de voorkant geen harde omschrijving kan worden gegeven waaraan dient te worden voldaan. Innovatie kan natuurlijk niet worden voorspeld.
Hoofdstuk 2 Fonds Cofinanciering
Met ingang van 1 januari 2017 is er een door het AB ingesteld Fonds Cofinanciering.
Er komt jaarlijks een financiële voeding van het Fonds uit de begroting. Eventueel kan het Algemeen Bestuur bij de vaststelling van de jaarrekening besluiten tot het bestemmen van een positief rekeningresultaat ten behoeve van het Fonds. Het DB kan een bijdrage uit het Fonds toekennen aan een initiatief uit de regio dat bijdraagt aan het realiseren van de ambities uit de Inhoudelijke Agenda of een initiatief dat aansluit op de actualiteit en innovatief van aard is en van belang voor de regio. Per initiatief kan maximaal € 100.000 worden toegekend. Werken met een Fonds en het in vooroverleg met de initiatiefnemer(s) voorbereiden van de aanvraag om een bijdrage maakt een korte behandel- en besluittermijn mogelijk.
Hoofdstuk 3 Beschikbaarheid middelen uit het Fonds
Er kunnen middelen uit het Fonds beschikbaar worden gesteld als aan voorwaarden is voldaan. In het vooroverleg wordt het initiatief besproken. Het initiatief moet een bijdrage leveren aan de ambities uit de Inhoudelijke Agenda 2016 – 2020 op de onderwerpen Maatschappij, Economie en Leefomgeving en/of een initiatief zijn uit de actualiteit dat innovatief van aard is en van belang voor de regio. De beschrijving van het initiatief en de wijze waarop deze voldoet aan de voorwaarden vindt plaats in een ontwikkelplan, plan van aanpak of business case. Hierin wordt ingegaan op de doelstelling, beoogd resultaat en de werkwijze van de uitvoering. Hierbij wordt een onderbouwing van de kosten gegeven. Ook komt aan de orde de door initiatiefnemer(s) te leveren bijdragen, inzet en de tijdsplanning. Het initiatief dient bovengemeentelijk zijn; dat wil zeggen dat er een bovenlokaal belang dient te zijn of een effect dat een bovengemeentelijke uitstraling heeft.
Hoofdstuk 4 Behandelen verzoek om bijdrage uit het Fonds
Omschreven zijn de minimale voorwaarden waaraan een verzoek dient te voldoen. Gekozen is voor een vorm waarin het vooroverleg centraal staat. Op deze wijze wordt de kansrijkheid van de daadwerkelijke aanvragen voor cofinanciering vergroot.
Hoofdstuk 5. Besluit toekennen bijdrage uit het Fonds
Bij het behandelen van het verzoek is het accent gelegd op het vooroverleg dat voorafgaat aan de formele indiening van de aanvraag. Daarmee wordt bereikt dat initiatiefnemers en het DB kunnen bepreken of en hoe het initiatief op een bijdrage aanspraak kan maken.
Als het verslag van het vooroverleg de instemming heeft van initiatiefnemer en het DB, dan is het te gebruiken als een aanvraag voor een bijdrage uit het Fonds. Het besluit daarover kan op korte termijn door het DB worden genomen, omdat in het vooroverleg het initiatief inhoudelijk is gecompleteerd en beoordeeld als geschikt voor een bijdrage uit het Fonds.
In verband met rechtszekerheid belangen van partijen, en de noodzaak om rekening en verantwoording af te leggen, is de behandeling van het verzoek om bijdrage en het besluit daarover onder de werking van de Algemene subsidieverordening gebracht.
Aan de Beheersverordening is terugwerkende kracht toegekend tot januari 2016. Dit om de werking van het Cofinancieringsfonds in periode gelijk te laten lopen met de Agenda 2016 – 2020, de onderwerpen Maatschappij, Economie en Leefomgeving. De bijdragen cofinanciering die in 2016 zijn toegekend volgens de Agenda 2016-2020, komen ten laste van de algemene begroting Holland Rijnland 2016, het hoofdstuk Cofinancieringsfonds. Indien in 2017 nog een deel van een toegekende bijdrage 2016 wordt uitbetaald dan komt deze bijdrage ten laste van de begroting van het fonds Cofinanciering.