Organisatie | Diemen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2016 met tarieventabel 2019 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2016 met tarieventabel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2019 | 20-03-2020 | Wijziging tarieventabel | 18-04-2019 | ||
17-12-2017 | 01-10-2019 | Tarieventabel | 14-12-2017 GVOP | Onbekend |
Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
AFDELING II: PARKEERREGULERING
Artikel 2 Belanghebbendenplaatsen
Het college wijst, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aan die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of houders van een dagkaart.
Artikel 3 Parkeerapparatuurplaatsen
Het college wijst, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aan, al dan niet als zone, die bestemd zijn voor het betaald parkeren, zoals bedoeld in artikel 10.
Artikel 4 Vergunningsbevoegdheid
Het college kan op een daartoe strekkende schriftelijke aanvraag een parkeervergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen, zoals bedoeld in artikel 2, of voor het parkeren op mede door parkeervergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen, zoals bedoeld in artikel 3.
Artikel 7 Geldigheid vergunningen
Een vergunning/ontheffing wordt voor ten hoogste twee aaneengesloten jaren verleend.
Artikel 8 Intrekken, beëindigen of wijzigen van een vergunning
Het college kan een vergunning/ontheffing intrekken, beëindigen of wijzigen:
AFDELING IV: BELASTINGGRONDSLAG
Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ of ‘betaald parkeren’ worden de volgende belastingen geheven:
De belasting bedoeld in artikel 10, onderdeel a wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting, bedoeld in artikel 10, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
Artikel 14 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het lid 1 moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
Artikel 15 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende, en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 16 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting, bedoeld in artikel 10, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
AFDELING VI: STRAFBEPALING, TOEZICHT EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 23 Voorschriften inwerkingstellen parkeerapparatuur
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan die welke in de kennisgeving (instructies) op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze Verordening naar hun oordeel leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de betrokkene(n), af te wijken.
De kosten ter zake van het opleggen van een naheffingsaanslag in 2016 worden geraamd op:
Aantal naheffingsaanslagen 3500.
Kosten € 236.733 / 3500 = € 67,63 per naheffingsaanslag
Bij de vaststelling van het nieuwe tarief mag er wettelijk van worden uitgegaan dat de kosten gedekt worden door de naheffingen. Dit is begrensd tot een maximum. Met bovenstaande beargumentering mag het maximumtarief van € 62,- gehanteerd worden.