Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederweert

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent cumulatief toetsen fijnstof Beleidsregel Cumulatief toetsen fijn stof uit veehouderijen Nederweert

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNederweert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent cumulatief toetsen fijnstof Beleidsregel Cumulatief toetsen fijn stof uit veehouderijen Nederweert
CiteertitelBeleidsregel Cumulatief toetsen fijn stof uit veehouderijen Nederweert
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlagehandleiding cumulatief rekenen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 73 Regeling beoordeling luchtkwaliteit

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-10-2019nieuwe regeling

09-10-2018

Weekblad, 17-10-2019

BW-18-02129

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent cumulatief toetsen fijnstof Beleidsregel Cumulatief toetsen fijn stof uit veehouderijen Nederweert

Burgemeester en wethouders van Nederweert;

Overwegende dat

in Nederweert op meerdere plaatsen in de nabijheid van veehouderijen overschrijdingen plaatsvinden van de fijn stof normen,

nieuwe overschrijdingen moeten worden voorkomen,

in de huidige vergunningssystematiek de omliggende veehouderijen niet gedetailleerd cumulatief worden meegenomen in de beoordeling, terwijl dat bij de jaarlijkse berekening van overschrijdingen van fijn stof normen in de monitoringsrapportages van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit wel gebeurt,

de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat een wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit voorbereidt waarin het gedetailleerd cumulatief toetsen wordt opgenomen.

 

Gelet op het bepaalde in artikel 73, onder c van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit (hierna: de regeling)

 

Besluiten:

vast te stellen de Beleidsregel Cumulatief toetsen fijn stof uit veehouderijen Nederweert

luidend als volgt:

 

Artikel 1  

Naast de gegevens als bedoeld in artikel 66 en 67, eerste lid, van de regeling wordt bij het door middel van berekening vaststellen van concentraties van fijnstof in de buitenlucht bij veehouderijen in ieder geval gebruik gemaakt van de volgende kenmerken van de omgeving als bedoeld in artikel 73, onder c van de regeling:

de kenmerken van de emissie van alle veehouderijen waarvan de stallen geheel of gedeeltelijk binnen een straal van 500 m van het dichtstbijzijnde emissiepunt zijn gelegen met een totale emissie van zwevende deeltjes (PM10) van meer dan:

 

  • a.

    800 kg per jaar in ten minste die gevallen waarbij de totale emissie van zwevende deeltjes (PM10) van de veehouderij waarop de berekening betrekking heeft meer dan 800 kg per jaar bedraagt, en

  • b.

    500 kg per jaar in ten minste die gevallen waarbij de totale emissie van zwevende deeltjes (PM10) van de veehouderij waarop de berekening betrekking heeft meer dan 500 kg per jaar bedraagt en uit de gegevens, bedoeld in artikel 66, onder a, blijkt dat de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 μg/m3.

 

Artikel 2  

Deze beleidsregel treeft in werking de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 3

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Cumulatief toetsen fijn stof uit veehouderijen Nederweert.

 

Nederweert, 9 oktober 2018

Burgemeester en wethouders van Nederweert,

De secretaris, De burgemeester,

J.Bakens H.F.M. Evers

Nota-toelichting

Eén van de oorzaken van het kunnen ontstaan van nieuwe fijnstofknelpunten rond veehouderijen is het verschil tussen de systematiek van de monitoring van het NSL enerzijds en de toetsing bij vergunningverlening anderzijds.

De gecumuleerde berekening van de fijnstofconcentratie in de monitoring NSL is een meer precieze benadering van de werkelijkheid en leidt tot een hogere concentratie indien meer (pluim)veehouderijen dichtbij een woning staan dan wanneer een veehouderij bij vergunningverlening getoetst wordt aan de fijnstofnorm met inachtneming van alleen de achtergrondconcentratie. Dit leidt ertoe dat thans (pluim)veehouderijen vergund kunnen worden die vervolgens volgens de jaarlijkse monitoring van de NSL een nieuw fijnstofknelpunt veroorzaken.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is daarom gestart met de voorbereiding van een wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 die nodig is om het ontstaan van nieuwe knelpunten tegen te gaan. De inzet van het ministerie IenW is de wijze van toetsing bij vergunningverlening aan veehouderijen enerzijds en de monitoring van het NSL anderzijds zo veel mogelijk gelijk te trekken. Dit betekent in de praktijk dat in enkele gebieden met veel pluimveehouderijen (waaronder Nederweert) en in een beperkt aantal gevallen waarin 2 of meer (pluim)veehouderijen dichtbij elkaar en dichtbij een woning staan een gedetailleerdere cumulatieve toetsing bij vergunningverlening nodig is.

Gezien de hoge achtergrondconcentratie van fijn stof in Nederweert en het hoge aantal pluimveehouderijen is het risico op het ontstaan van nieuwe NSL-knelpunten in Nederweert bij de huidige vorm van toetsing groot, met alle gevolgen van dien voor de betrokken veehouders, omwonenden, de gemeente Nederweert en het ministerie van IenW. Daarom wordt geanticipeerd op de voorgestelde wijziging van de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit en wordt door middel van deze beleidsregel het gedetailleerd cumulatief toetsen in de gemeente Nederweert ingevoerd.

 

Gedetailleerd cumulatief berekenen:

De beleidsregel ziet erop dat bij het door middel van berekening vaststellen van concentraties van fijnstof in de buitenlucht bij veehouderijen gebruik moet worden gemaakt van de volgende gegevens:

- de kenmerken van de emissie van alle binnen een straal van 500 meter gelegen veehouderijen met een totale emissie van zwevende deeltjes van meer dan 500 kg per jaar in tenminste die gevallen waarbij de totale emissie van zwevende deeltjes van de veehouderij waarop de berekening betrekking heeft meer dan 500 kg per jaar bedraagt en de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 µg/m3, en

- de kenmerken van de emissie van alle binnen een straal van 500 meter gelegen veehouderijen met een totale emissie van zwevende deeltjes van meer dan 800 kg per jaar in tenminste die gevallen waarbij de totale emissie van zwevende deeltjes van de veehouderij waarop de berekening betrekking heeft meer dan 800 kg per jaar bedraagt.

 

Wettelijke grondslag

De beleidsregel is opgesteld op grond van het bepaalde in artikel 73, onder c van de regeling.

Uit artikel 66 in samenhang met de plicht om ingevolge artikel 67, eerste lid, van de regeling volgt dat cumulatief getoetst moet worden. Deze toetsing vindt plaats door gebruik te maken van de GCN-kaarten (grootschalige concentratiegegevens-kaarten). Hierin is immers ook de bijdrage van omliggende veehouderijen verdisconteerd. Daarnaast maakt artikel 73, onder c van de regeling het mogelijk om deze cumulatieve toets gedetailleerder te laten plaats vinden. In artikel 73, onder c is namelijk bepaald dat ook rekening gehouden moet worden met de kenmerken van de omgeving. Met het invoeren van de emissies van omliggende veehouderijen wordt een nauwkeuriger beeld gegeven van de concentratie fijnstof ter plaatse van het te toetsen object. Er wordt daarmee dus gedetailleerder gerekend en de cumulatie van omliggende veehouderijen wordt op een nauwkeurigere manier meegenomen dan via het gebruik van de GCN. Door het gebruik van de dubbeltellingscorrectie (artikel 66 onder j van de Rbl) wordt voorkomen dat de concentratiebijdrage van de ingevoerde veehouderijen in de omgeving dubbel - via GCN en berekening - wordt meegeteld.

 

Waarom nodig:

Wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de GCN-kaarten (waartoe artikel 67, eerste lid in relatie tot artikel 66 van de regeling verplicht) bij de beoordeling van de luchtkwaliteit bij vergunningverlening voor veehouderijen kan het zijn dat een overschrijding van de fijnstofnorm niet wordt onderkend. Dit komt door de opbouw van de GCN-kaarten. De GCN bestaat uit gridcellen van 1x1 km. Veehouderijen die op een afstand kleiner dan een halve gridcel liggen van het bedrijf of perceel waarop het besluit ziet, kunnen een hogere bijdrage hebben dan de bijdrage die uit de GCN volgt. Door de emissies van deze veehouderijen gedetailleerd in te voeren en niet alleen gebruik te maken van de GCN kaarten wordt voorkomen dat een overschrijding niet wordt onderkend. Ook bij monitoring in het kader van het NSL wordt door het RIVM op deze manier gerekend. “Op plekken waar veehouderijen dicht bij elkaar liggen, worden de toetspunten door meerdere veehouderijlocaties belast. Om tot de correcte concentratie te komen zijn deze bronbijdragen gecumuleerd. De jaargemiddelde concentraties zijn voor deze toetspunten dus opgebouwd uit de heersende achtergrondconcentratie en de individuele bronbijdragen van de in de berekening meegenomen veehouderijen”. Wanneer ook bij de verlening van vergunningen voor veehouderijen op deze manier wordt gerekend wordt dus voorkomen dat bij de monitoring een overschrijding wordt geconstateerd die bij de verlening van vergunningen niet is geconstateerd. Voorts is er in het bijzonder in de gemeente Nederweert aanleiding om met specifieke kenmerken van omliggende veehouderijen te rekenen bij de beoordeling van de concentraties fijnstof. Binnen de gemeente komen hoge concentraties fijnstof voor en is de dichtheid aan veehouderijen hoog waardoor wanneer alleen wordt uitgegaan van de GCN-kaarten de kans groter is dat een overschrijding niet wordt onderkend. Daarnaast zijn relatief veel overschrijdingen van de norm voor fijnstof vastgesteld.

 

Waar komen de parameters vandaan:

De parameter van 500 m betreft een halve gridcel. De bijdrage van veehouderijen binnen 500 m kan worden onderschat door het gebruik van gridcellen van 1x1 km. Boven de 500 m is dat niet het geval. Daarnaast komen de paramaters van 500 kg en 800 kg overeen met de gegevens die worden gevraagd voor de monitoring ivm het NSL. Door deze te gebruiken in combinatie met de parameter van 500 meter wordt voorkomen dat in de monitoring een overschrijding wordt geconstateerd die bij eerdere besluitvorming niet is onderkend.

 

Instructie

Voor het gedetailleerd cumulatief toetsen en het toepassen van de dubbeltelcorrectie bij meerdere bedrijven is een instructie opgesteld. Deze instructie is te vinden op de website van de gemeente Nederweert onder https://www.nederweert.nl/bestuur-organisatie/verordeningen-en-regels