Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lansingerland

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent inspraak Verordening Inspraak en Interactieve beleidsvorming Lansingerland 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLansingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent inspraak Verordening Inspraak en Interactieve beleidsvorming Lansingerland 2018
CiteertitelVerordening Inspraak en Interactieve beleidsvorming Lansingerland 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Interactieve besluitvorming, Inspraak en Burgerinitiatief 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 150 Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-10-2018nieuwe regeling

27-09-2018

Gemeenteblad 2018, 01075

T18.10633

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Inspraak en Interactieve beleidsvorming Lansingerland 2018

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      Ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      Indien bij of krachtens wettelijke voorschriften is uitgesloten;

    • c.

      Indien sprake is van uitvoering van hogeren regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      Inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      Indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      Indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

  • 4.

    Inspraak wordt verleend op ruimtelijke plannen onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) indien hierbij veel en/of grote belangen spelen. Bij omgevingsvergunningen, als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zal geen inspraak worden verleend.

Artikel 3. Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4. Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een anders inspraakprocedure vaststellen.

  • 3.

    De inspraakprocedure voor ruimtelijke plannen kent een termijn van terinzagelegging van vier weken. Inspraakreacties kunnen alleen schriftelijk worden ingediend.

  • 4.

    Indien een inspraakavond voor een ruimtelijk plan wordt gehouden, kunnen tijdens deze avond mondelinge inspraakreacties ingediend worden.

Artikel 5. Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      Een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      Een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      Een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 6. Besluit inzet interactieve beleidsvorming

Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden bij de start van nieuw beleid of nieuwe planvorming op welke wijze het beleid interactief wordt vorm gegeven.

Artikel 7. Eindverslag interactieve beleidsvorming

  • 1.

    Ter afronding van de interactieve beleidsvorming maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      Nota duurzaam bodembeheer gemeente Delft 2018

    • b.

      Een weergave van de bijdragen, mondeling of schriftelijk, die tijdens dit proces naar voren zijn gebracht;

    • c.

      Een reactie op deze bijdragen en de gevolgen daarvan op de besluitvorming.

  • 3.

    Het bestuursorgaan stuurt het eindverslag ter informatie naar de raad.

Artikel 8. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De Verordening Interactieve besluitvorming, Inspraak en Burgerinitiatief 2016 wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening van kracht wordt.

Artikel 9. Citeertitel

  • 1.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Inspraak en Interactieve beleidsvorming Lansingerland 2018’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergadering van …

De griffier

Drs. Marijke Walhout

Toelichting Inspraakverordening Lansingerland 2018

Artikel 4 Inspraakprocedure

 

Lid 1 en 2

Ter uniformering en deregulering is in het eerste lid afdeling 3.4 van de Awb van toepassing verklaard op de inspraak. In artikel 3:10 tot en met 3:18 Awb is de inspraakprocedure te vinden. Na terinzagelegging en bekendmaking van het beleidsvoornemen kunnen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen. In de meeste gevallen zal deze procedure passend zijn voor de inspraak. Zo niet, dan kan op grond van het tweede lid de inspraakprocedure worden aangepast.

 

Lid 3

Op grond van het tweede lid is een derde lid toegevoegd voor de inspraakprocedure van het beleidsveld ruimtelijke ordening. Hierbij is de termijn gesteld op vier weken. Er is voor deze termijn gekozen, in afwijking van de termijn als hierboven opgenomen onder lid 1 en 2, om de procedurele voortgang bij ruimtelijke ordening plannen te bespoedigen.