Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Etten-Leur

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 (artikel 33 Gemeentewet) Gemeente Etten-Leur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEtten-Leur
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 (artikel 33 Gemeentewet) Gemeente Etten-Leur
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 Gemeente Etten-Leur
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 33, derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201827-09-2019Nieuwe regeling

03-09-2018

Gemeenteblad, Nr. 206263

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 (artikel 33 Gemeentewet) Gemeente Etten-Leur

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018

(artikel 33 Gemeentewet) Gemeente Etten-Leur

De raad van de gemeente Etten-Leur;

Gelezen het voorstel van de voorzitter en de griffier van 22 augustus 2018;

Gezien het advies in de raadsvergadering ‘de raad debatteert’ op 3 september 2018;

Gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 Gemeente Etten-Leur;

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    ambtelijke bijstand: bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere ambtelijke bijstand niet zijnde een verzoek om informatie;

  • 2.

    ambtenaar: ambtenaar van de gemeente, niet zijnde een medewerker van de griffie;

  • 3.

    document: document als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet openbaarheid van bestuur;

  • 4.

    fractie: fractie als bedoeld artikel 7 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2017;

  • 5.

    burgerlid: persoon die is benoemd door de gemeenteraad en deel kan nemen aan de vergaderingen van ‘de raad luistert’ en ‘de raad debatteert als bedoeld in arikel 4 van de verordening op ‘de raad luistert’en ‘de raad debatteert’2017;

  • 6.

    wet: Gemeentewet.

Artikel 2. Verzoek om informatie
  • 1.

    Een raadslid kan de griffier verzoeken om feitelijke informatie van geringe omvang of om inzage in, of afschrift van, documenten waaromtrent geen geheimhouding krachtens de artikelen 25, 55 of 86 van de wet is opgelegd

  • 2.

    De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, voor zover deze daarover kan beschikken. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is verzoekt de griffier de secretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk de resterende informatie zo spoedig mogelijk verstrekken.

Artikel 3. Verzoek om ambtelijke bijstand

  • 1.

    Een raadslid kan de griffier verzoeken om ambtelijke bijstand.

  • 2.

    De griffier verleent zo spoedig mogelijk de ambtelijke bijstand, voor zover dit in redelijkheid kan worden gevergd. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is kan de griffier de secretaris verzoeken om één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk het verzoek zo spoedig mogelijk verder inwilligen.

  • 3.

    De secretaris wijst geen ambtenaar aan als:

    • 1.

      naar oordeel van de secretaris niet aannemelijk is gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op raadswerkzaamheden, of

    • 2.

      dit naar het oordeel van de secretaris het belang van de gemeente kan schaden, of

    • 3.

      het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van de hem op grond van artikel 5, eerste lid, beschikbaar gestelde ambtelijke bijstand.

  • 4.

    Als de ambtelijke bijstand op grond van het derde lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid door of namens wie het verzoek is ingediend. De griffier of het raadslid kan de burgemeester verzoeken de ambtelijke bijstand alsnog te laten verlenen. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.

Artikel 5. Hoeveelheid ambtelijke bijstand

  • 1.

    Elk raadslid heeft per jaar recht op 20 uur ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 2, lid 3 voor zover deze bijstand wordt geleverd door de reguliere ambtelijke organisatie.

  • 2.

    a. Het recht in uren op ambtelijke bijstand van een raadslid is overdraagbaar naar andere

    leden van de fractie

    b. Indien één fractie zijn volledige recht op uren ambtelijke bijstand heeft opgebruikt, kan deze fractie een verzoek indienen bij de griffier om uren overgeheveld te krijgen van andere fracties

    c. Op basis van het overzicht van reeds gebruikte uren van de verschillende fracties zoals weergegeven in artikel 5, lid 3 beslist de griffier, gehoord de fractievoorzitters over dit verzoek.

  • 3.

    De secretaris houdt in een register bij hoeveel uren per jaar een raadslid gebruik maakt van ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 2, lid 4 voor zover deze bijstand wordt geleverd door de reguliere ambtelijke organisatie.

Artikel 6. Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

  • 1.

    De secretaris verstrekt aan het lid van het college op wiens werkzaamheden een verzoek om ambtelijke bijstand betrekking heeft, desgevraagd een afschrift van het verzoek.

  • 2.

    Als het college of één of meer leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of over de inhoud van verleende ambtelijke bijstand, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid

     

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 7. Recht op fractieondersteuning

De fracties, zoals bedoeld in artikel 7 van het reglement van orde, ontvangen geen financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

 

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 8. Intrekken oude verordening en inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2018 en treedt in de plaats van de “verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2016” die per 30 september 2018 vervalt.

 

Artikel 9 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 gemeente Etten-Leur”.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van

 

De raad voornoemd,

 

   

 

 

 

Dhr. W.C.M. Voeten

raadsgriffier

Mw. M.W.M. de Vries

raadsvoorzitter

 

Toelichting  

Algemeen

Artikel 33 van de Gemeentewet (hierna: wet) bepaalt dat de raad en elk van zijn leden recht hebben op ambtelijke bijstand (eerste lid) en dat de in de raad vertegenwoordigde groeperingen (de fracties) recht hebben op ondersteuning (tweede lid). Met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van fracties moet de raad een verordening vaststellen die ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording bevat (derde lid). Met deze verordening wordt hier uitvoering aan gegeven. De formulering van artikel 33 van de wet laat buiten twijfel dat individuele raadsleden, dus ook die behorend tot een minderheid in de raad, recht hebben op ambtelijke bijstand. Op deze verordening kan dus door alle raadsleden een beroep worden gedaan.

In deze verordening vervult de griffier een centrale rol. De hoofdverantwoordelijkheid van de griffier is de ondersteuning van de raad; hij of zij is onder andere het eerste aanspreekpunt als het gaat om verzoeken om informatie en ambtelijke bijstand. Een nadere omschrijving van en toelichting op de taken van de griffier is vastgelegd in de ambtsinstructie van de griffier. De griffiemedewerkers (ongeacht functiebenaming als procescoördinator, raadsassistent of commissiegriffier) vallen wel onder het gezag van de griffier. De commissiegriffiers die niet formeel ondergebracht zijn bij de griffie handelen in ieder geval bij de uitvoering van de werkzaamheden als commissiegriffier overeenkomstig de aanwijzingen van de griffier.

De griffier vervult via de secretaris ook de rol van schakel tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie. Dat de raad over een griffier met griffie beschikt betekent niet dat er geen behoefte is aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie is, in vergelijking met de reguliere organisatie, beperkt in omvang. Voor specialistische hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties en regelingen zal in bepaalde gevallen een beroep op deze organisatie dan ook nodig zijn. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. Omdat de griffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal daarom de secretaris in dergelijke gevallen de ambtenaar die de bijstand verleent moeten aanwijzen. Daarom zijn bepaalde aspecten van de rol van de gemeentesecretaris in deze verordening nader uitgewerkt. Dat is van belang om de rol van de secretaris op een juiste wijze vorm te geven nu er een splitsing heeft plaatsgevonden tussen griffie en reguliere ambtelijke organisatie.

 

Artikelsgewijs

In deze artikelsgewijze toelichting worden enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven behandeld.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Hoewel medewerkers van de griffie wel degelijk ambtenaren zijn in de zin van de Ambtenarenwet worden ze in deze verordening uitgezonderd van het begrip ‘ambtenaar’. Hier is voor gekozen om onderscheid aan te kunnen brengen tussen de reguliere ambtelijke organisatie, die onder het gezag van het college valt op grond van artikel 160 van de wet, en de medewerkers van de griffie, die onder het gezag van de raad vallen (artikel 107e van de wet).

 

Artikel 2. Verzoek om informatie

Raadsleden of burgerleden die feitelijke informatie van geringe omvang nodig hebben, hoeven zich niet via de formele weg van artikel 169, tweede en volgende lid, van de wet tot het college te richten. In dit artikel is bepaald dat zij hun verzoek dan aan de griffier moeten doen. In het eerste lid is voor de goede orde toegevoegd dat het uitsluitend gaat om documenten waarop geen geheimhouding rust. De griffier moet immers zelf een opgelegde geheimhouding in acht nemen. Als een raadslid geheime stukken opvraagt die alleen mogen worden ingezien, dan moet de griffier hem doorverwijzen naar het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd. De griffier (of één van de griffiemedewerkers) verstrekt vervolgens de informatie zo spoedig mogelijk (tweede lid). Als zij echter niet in staat zijn om volledig tegemoet te komen aan het verzoek kan door de griffier en via de secretaris gekeken worden of de reguliere ambtelijke organisatie de informatie kan leveren. Het is in lijn met de onderlinge taakverdeling dat de griffier de aangewezen persoon is om de voortgang in het proces te bewaken.

 

Artikel 3. Verzoek om ambtelijke bijstand

Ook verzoeken om ambtelijke bijstand moeten aan de griffier gericht worden. Als de griffiemedewerkers de ondersteuning niet kunnen leveren, overlegt de griffier met de secretaris over de inzet van ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie. Het is aan de secretaris om te beoordelen of één van de in het derde lid genoemde ‘weigeringsgronden’ voor het door ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie verlenen van ambtelijke bijstand zich voordoet. Het vierde lid regelt dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester; de griffier of het betreffende raadslid kunnen namelijk na weigering de burgemeester verzoeken de ambtelijke bijstand alsnog te laten verlenen. Het ligt in de rede dat de burgemeester hierover overleg voert met de secretaris, de griffier en indien nodig ook het betrokken raadslid. Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover de burgemeester verzoeken verantwoording af te leggen (op grond van artikel 180 van de wet).

 

Artikel 4. Geschil over ambtelijke bijstand

Net als bij de weigering om ambtelijke bijstand door ambtenaren vanuit de reguliere ambtelijke organisatie te verlenen kan de burgemeester ook een rol vervullen als een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie geleverde ambtelijke bijstand. Als er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan zal de burgemeester ook hier een bemiddelende en uiteindelijk beslissende rol kunnen spelen (tweede lid). De positie van de burgemeester maakt hem bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer en als degene die uiteindelijk het laatste woord heeft.

 

Artikel 5. Omvang en register ambtelijke bijstand

Er is voor gekozen het recht op door ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie te verlenen ambtelijke bijstand te beperken (eerste lid). Enerzijds om te zorgen dat deze ook daadwerkelijk geëffectueerd kan worden, anderzijds ook om enige grip te houden op de omvang van deze werkzaamheden. De beperking geldt dus niet voor de ambtelijke bijstand die door de griffie geleverd wordt en ook niet voor het verstrekken van informatie.

Het door de secretaris bij te houden register maakt het mogelijk na te gaan in welke mate er al een beroep is gedaan op de ambtelijke organisatie (derde lid). Tevens kan het een belangrijke rol spelen bij het in kaart brengen van de behoefte aan deze voorzieningen.

 

Artikel 6. Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

In het eerste lid wordt het belang erkend dat een lid van het college op wiens werkzaamheden een verzoek om ambtelijke bijstand betrekking heeft (de portefeuillehouder) in staat is op de hoogte te blijven van het feit dat bijstand wordt verleend door de onder de verantwoordelijkheid van het college functionerende ambtenaren. Gezien de afstand tussen raad en college is het logisch dat hem op zijn verzoek een afschrift van het verzoek wordt verstrekt.

Het tweede lid voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen raad en college terecht komt. Als een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een raadslid is in het tweede lid bepaald dat wethouders of de burgemeester zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Als hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent, behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.

 

Artikel 7. Recht op financiële bijdrage

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het totale budget voor fractieondersteuning wordt door de raad in de gemeentebegroting opgenomen.

Dit artikel is opgenomen om expliciet aan te geven dat met ingang van het begrotingsjaar 2016 geen financiële middelen voor fractieondersteuning in de programmabegroting zijn opgenomen. De fractieondersteuning kent met ingang van 2016 de volgende vormen:

 

  • 1.

    Vergaderfaciliteit: voor niet-openbaar fractieberaad wordt vergaderruimte beschikbaar gesteld in het Oude Raadhuis. Tevens kan kosteloos gebruik gemaakt worden van de koffieautomaten die in het Oude Raadhuis aanwezig zijn

  • 2.

    Kopieerfaciliteit: indien fracties voor de uitoefening van hun gemeentelijke taak, niet voor partijdoeleinden, een beperkt aantal fotokopieën nodig hebben, kunnen deze worden gemaakt op de kopieermachines in het Stadskantoor of het Oude Raadhuis. Er wordt bewust gesproken over een beperkt aantal fotokopieën omdat alle vergaderstukken digitaal (zowel via Internet als via een vergaderapp) beschikbaar zijn

  • 3.

    Telefoonfaciliteit: Indien (leden van) fracties tijdens hun verblijf in het stadskantoor of het Oude Raadhuis voor de uitoefening van hun functie gebruik willen maken van de telefoon, kunnen zij dit doen. Deze faciliteit geldt alleen voor het bellen van nummers in Nederland

     

Artikelen 8 en 9

Deze artikelen behoeven geen toelichting.