Organisatie | Stede Broec |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatie-kabels |
Citeertitel | Telecommunicatieverordening gemeente Stede Broec |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De Telecommunicatieverordening gemeente Stede Broec 2010 is ervoor in de plaats gekomen.
Telecommunicatiewet, art. 5,2, lid4, Gemeentewet, art. 149
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-1999 | 01-06-1999 | 04-11-2010 | Ingetrokken | 03-06-1999 De Middenstander, 09-06-1999 | Onbekend. |
De raad der gemeente Stede Broec;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 1999;
gelet op artikel 5.2, vierde lid van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende: Verordening inzake werkzaamhedenin verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatie-kabels
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
netwerk : telecommunicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1,
c.omroepnetwerk : omroepnetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder o,
d. kabels : kabels, genoemd in artikel 1.1., onder r, van de wet;
e. openbare gronden : openbare wegen en wateren, als genoemd in artikel
f. aanbieder : aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk
g. werkzaamheden : werkzaamheden in verband met de aanleg,
instandhouding en opruiming van kabels ten dienste
van een openbaar telecommunicatienetwerk of van
een omroepnetwerk in en op openbare gronden;
h. gedoogplichtige : degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in
artikel 5.1, eerste lid van de wet;
i. college : college van burgemeester en wethouders;
j. melding : melding als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef en
k. instemmingsbesluit : besluit van het college als bedoeld in artikel 5.2, derde
Artikel 2: Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden
Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college.
Artikel 3: Melding werkzaamheden
Een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
-een opgave van het gewenste tracé;
-een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden
geplaatst, alsmede van de situering daarvan;
-een omschrijving van eventuele opbrekingen;
-de doorsnede van de kabel of kabelgoot;
-de lengte en breedte van de kabelsleuf;
-de maatregelen voor de bereikbaarheid van in openbare gronden aanwezige
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
Artikel 4: Voorschriften en beperkingen bij instemming
Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:
b. het voorkomen of beperken van overlast;
c. de bruikbaarheid van de openbare gronden;
d. het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;
e. het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;
f. de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van openbare gronden;
g. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;
Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen en een zekerheidstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.
Artikel 5: Zakelijk karakter instemmingsbesluit
Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.
De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden.
De aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, dient door de aanbieders binnen een jaar na in werkingtreding van deze verordening te worden gemeld aan het college via het aanmeldingsformulier als genoemd in artikel 3, eerste lid.