Organisatie | Cranendonck |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeneteraad van de gemenete Cranendonck houdende regels omtrent precariobelasting Verordening op de heffing en de invordering van rechten en precariobelastingen 2018 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van rechten en precariobelastingen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel rechten en precariobelastinggen 2018 |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van retributies en precariobelastingen 2017.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2017 | nieuwe regeling | 12-12-2017 | . |
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoelt in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.
Artikel 7 Berekening van de precariobelasting
de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval kan aanspraak bestaan op ontheffing.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belasting-tijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar-overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
De precariobelasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 11 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald, ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 8 schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 15 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het heffingstijdvak is de in één kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van deze verordening voordoet of zal voordoen.
Indien na het verzenden van een nota aannemelijk wordt gemaakt, dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van het recht in aanmerking komende heffingstijdvak voordoet of zal voordoen, wordt op verzoek ontheffing verleend, voor het resterende tijdvak: Indien het intrekken van de vergunning of ontheffing het gevolg is van het niet naleven van de voorwaarden waaronder deze is verleend, vindt geen teruggaaf plaats.
HOOFDSTUK 4 Aanvullende bepalingen
Artikel 22 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting en de rechten.
De "Verordening op de heffing en de invordering van retributies en precariobelastingen 2017" van
13 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 24, het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.