Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stede Broec

Reintegratieverordening Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStede Broec
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReintegratieverordening Wet werk en bijstand
CiteertitelReintegratieverordening Wet werk en bijstand
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 147, eerste lid Gemeentewet, art. 147, lid 1, Wet werk en bijstand, art. 7, 8, 9 en 10, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, art. 34, 35 36 en 37, wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers, art. 34, 35, 36 en 37.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-04-2012nieuwe regeling

02-12-2004

De Middenstander, 15-12-2004.

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Reintegratieverordening Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Stede Broec,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2004;

gezien het advies van de Commissie Publiekszaken van 9 november 2004;

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7, 8, 9 en 10  van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35, 36 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35, 36 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers;

overwegende dat het thans wenselijk is de in dit kader vastgestelde Reïntegratieverordening Stede Broec qua redactie te actualiseren;

b e s l u i t:

te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.
    • c.

      de Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.
    • e.

      CWI: de Centrum voor Werk en Inkomen;

    • f.

      UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

    • g.

      uitkeringsgerechtigden: personen van 18 tot 65 jaar met een uitkering ingevolge de wet, de Ioaw of de Ioaz;

    • h.

      afstemmingsverordening: de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand;

    • i.

      het maatregelenbesluit: het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz;

    • j.

      Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die langer dan een half jaar geregistreerd staan als werkzoekende bij het CWI;

    • k.

      nuggers: niet-uitkeringsgerechtigde die langer dan een half jaar geregistreerd staan als werkzoekende bij het Cwi;

    • l.

      Jongeren: uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en Nuggers niet ouder dan 23 jaar;

    • m.

      Arbeidsinschakeling en voorzieningen: arbeidsinschakeling en voorzieningen als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder a van de wet.

Hoofdstuk 2 Beleid en financiën

Artikel 2 Opdracht college

  • 1.

    Het college biedt aan uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en nuggers alsmede aan personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling aan. Artikel 40, eerste lid van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een cliënt, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

Artikel 3 Beleidsplan

  • 1.

    De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering van de voorzieningen en ondersteuning.

  • 2.

    Dit plan omvat in elk geval

    • -

      een omschrijving van verschillende doelgroepen;

    • -

      een omschrijving van het inkoopbeleid;

    • -

      een omschrijving van de activiteiten en instrumenten die worden ingezet voor de doelgroepen;

    • -

      een omschrijving van het omgaan met de combinatie arbeid en zorg.

  • 3.

    Het college biedt aan de gemeenteraad een verslag aan over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid in de praktijk. Dit verslag wordt vormgegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77 van de wet.

Artikel 4 Aanspraak op ondersteuning

  • 1.

    Uitkeringsgerechtigen, ANW-ers, Nuggers en personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op een naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het college doet, als een belanghebbende aanspraak wil maken op ondersteuning, binnen maximaal zes maanden een aanbod dat past binnen de kaders die gesteld zijn in deze verordening en het beleidsplan als genoemd in artikel 3.

Artikel 5 Verplichtingen van de cliënt

  • 1.

    Ten aanzien van een belanghebbende voor wie de verplichtingen van artikel 9 van de wet, artikel 37 van de Ioaw of artikel 37 van de Ioaz gelden, verbindt het college het gebruikmaken van een aangeboden voorziening als plicht aan het recht op uitkering.

  • 2.

    De belanghebbende die gebruik maakt van een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) en deze verordening, alsmede aan de overige verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 3.

    Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het eerste en tweede lid van dit artikel, dan kan het college de uitkering verlagen met inachtneming van het gestelde in de afstemmingsverordening.

  • 4.

    Voor de Ioaw-er en de Ioaz-er die gebruik maakt van een voorziening, geldt het maatregelenbesluit indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste en tweede lid van dit artikel.

  • 5.

    Het aanbod van een reïntegratievoorziening ten behoeve van andere dan in het eerste lid bedoelde belanghebbenden geschiedt in de vorm van een overeenkomst, waarbij wordt vastgelegd dat belanghebbende de kosten van de reïntegratievoorziening geheel of gedeeltelijk zal terugbetalen ingeval hij verwijtbaar niet of niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening en niet voldoet aan het gestelde in artikel 2 van dit artikel.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen

Artikel 6 Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1.

    In het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 wordt vastgelegd welke voorzieningen het college in ieder geval kan aanbieden alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2.

    Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3.

    Het college kan een voorziening beëindigen dan wel niet (meer) toekennen:

    • a.

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, 13 en 37 van de Ioaw, 13 en 37 van de Ioaz of in het tweede lid niet nakomt;

    • b.

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet en in dit kader vastgestelde regelgeving;

    • c.

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij er geen noodzaak meer is voor een voorziening;

    • d.

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;

    • e.

      indien niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening.

  • 4.

    Het college kan ten aanzien van de inhoud van de voorzieningen nadere regels stellen.

Artikel 7 Werkstages

  • 1.

    Het college kan een belanghebbende die gedurende vijf jaren geen inkomsten uit arbeid heeft verworven, een werkstage gericht op arbeidsinschakeling aanbieden. Het doel van de werkstage is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 2.

    Deze werkstage duurt maximaal 6 maanden.

  • 3.

    Het college plaatst de persoon alleen indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt.

  • 4.

    In een schriftelijke overeenkomst worden tenminste vastgelegd het doel van de werkstage, alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.

Artikel 8 Sociale activering

  • 1.

    Het college kan aan uitkeringsgerechtigden als onderdeel van een reïntegratietraject activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering.

  • 2.

    Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten ter voorbereiding op een traject gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van sociaal isolement.

  • 3.

    Het college stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van belanghebbenden.

Artikel 9 Detacheringbanen

  • 1.

    Het college kan aan een uitkeringsgerechtigde een dienstverband aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel werkgever en inlenende organisatie als tussen werknemer en inlenende organisatie.

  • 3.

    Een werknemer wordt alleen geplaatst indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt.

  • 4.

    Op het dienstverband als bedoeld in het eerste lid is de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Stede Broec van toepassing.

  • 5.

    Het college kan een organisatie aanwijzen die in opdracht van, of namens de gemeente het werkgeversschap voor de banen, bedoeld in het eerste lid, uitvoert.

Artikel 10 Loonkostensubsidies

  • 1.

    Het college kan een loonkostensubsidie verstrekken aan werkgevers die met een belanghebbende een arbeidsovereenkomst sluiten;

  • 2.

    Bij uitvoeringsbesluit stelt het college regels ten aanzien van de duur van de subsidie, de hoogte, en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

  • 3.

    De subsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

Artikel 11 Scholing

  • 1.

    Het college kan een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid bedoelde scholing kan ook aanbieden in de vorm van een subsidie.

  • 3.

    Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels ten aanzien van de noodzakelijkheid van de scholing, de duur en de maximale kosten.

Artikel 12 Inkomstenvrijlating

  • 1.

    De overgangsregeling Vrijlating arbeidsinkomsten als genoemd in artikel 9 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand wordt in 2004 toegepast.

  • 2.

    Het college maakt geen gebruik van de in artikel 21, tweede lid sub o van de wet geboden mogelijkheid om inkomsten gedeeltelijk vrij te laten.

Artikel 13 Premies

  • 1.

    Het college kan aan personen een activeringspremie toekennen.

  • 2.

    Het college zal met betrekking tot de doelgroepen en de hoogte van de premies nadere regels stellen.

Artikel 14 Verwervingskosten

Het college kan een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt zijn in het kader van de arbeidsinschakeling, voor zover deze niet door de werkgever worden gedragen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze gewijzigde verordening treedt, met toepassing van artikel 25 van de Tijdelijke Referendumwet, in werking op 1 januari 2005.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Stede Broec gehouden op 2 december 2004

 

De raadsgriffier, De voorzitter,