Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Reglement voor de afhandeling van ingekomen brieven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement voor de afhandeling van ingekomen brieven
CiteertitelReglement briefafhandeling
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt de Nota "Mijnheer Van Dale wacht op antwoord".

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Archiefwet 1995

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2007nieuwe regeling

01-03-2007

Gemeenteblad, 2007, 9

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement voor de afhandeling van ingekomen brieven

De directie van de gemeente Steenwijkerland;

 

gelet op ondermeer de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht en de Archiefwet 1995;

 

overwegende, dat in het collegeprogramma hoge prioriteit wordt gegeven aan het verbeteren van de briefafhandeling, dat in de kabinetsvisie “Andere Overheid” benadrukt wordt dat de correspondentie tussen burger en overheid verbeterd moet worden en dat op 23 januari 2003 door de directie vastgestelde nota “Mijnheer Van Dale wacht op antwoord” hiervoor niet meer voldoet;

 

b e s l u i t:

vast te stellen het volgende reglement:

 

Reglement voor de afhandeling van ingekomen brieven

Artikel 1. Afbakening

  • 1.1.

    Dit reglement heeft alleen betrekking op ingekomen brieven.

  • 1.2.

    Onder ingekomen brieven worden hier niet alleen brieven verstaan in papieren vorm, maar ook in de vorm van faxen.

  • 1.3.

    Onder ingekomen brieven worden ook formele elektronische berichten verstaan, zoals die gedefinieerd zijn in het door burgemeester en wethouders op 23 mei 2006 vastgestelde “Reglement voor het gebruik van e-mail en andere vormen van elektronisch berichtenverkeer”.

  • 1.4.

    Deze regeling heeft geen betrekking op facturen.

  • 1.5.

    Deze regeling heeft geen betrekking op post die de gemeente ontvangt voor de Intergemeentelijke Sociale Dienst.

Artikel 2. Ontvangst en opening

  • 2.1.

    Alle post van postbezorgende bedrijven wordt centraal ontvangen door BUDIM.

  • 2.2.

    Onderhands door ambtenaren ontvangen post dient onmiddellijk na ontvangst aan BUDIM te worden aangeboden ter beoordeling of deze al dan niet geregistreerd moet worden.

  • 2.3.

    De afdelingshoofden zijn er voor verantwoordelijk, dat post ontvangen op faxapparaten op hun afdelingen, conform deze regeling wordt behandeld.

  • 2.4.

    Medewerkers BUDIM openen alle post met uitzondering van reclame en post waarvan aan de envelop afgelezen kan worden dat deze niet voor registratie in aanmerking komt.

  • 2.5.

    Medewerkers BUDIM voorzien de volgende categorieën ingekomen brieven op de dag van ontvangst van een datumstempel:

    • -

      Alle post, die centraal of decentraal geregistreerd moet worden

    • -

      Alle post, waarvan bekend moet zijn dat en wanneer deze door de gemeente is ontvangen

  • 2.6.

    De senior BUDIM is bevoegd om uitzonderingen te maken op het bepaalde in artikel 2.5.

Artikel 3. Registratie en verdeling van de ingekomen post

  • 3.1.

    De volgende categorieën ingekomen brieven moeten centraal geregistreerd en bewaakt worden door BUDIM:

    • -

      Alle brieven van burgers

    • -

      Alle brieven van personeelsleden persoonlijk

    • -

      Alle brieven, gericht aan de gemeenteraad

    • -

      Alle brieven, die een actie of een reactie van de gemeente vragen

    • -

      Alle brieven, die belangrijke politieke, bestuurlijke, financiële of bedrijfsmatige consequenties kunnen hebben

  • 3.2.

    Uitzondering op bovenstaande bepalingen vormen éénvoudige verzoeken om feitelijke informatie, die standaard binnen vijf werkdagen afgehandeld worden.

  • 3.3.

    De senior BUDIM is bevoegd om uitzonderingen op het bepaalde in artikel 3.1. en 3.2. te maken.

  • 3.4.

    De centrale registratie en bewaking van de in 3.1. genoemde categorieën ingekomen post mag alleen vervangen worden door decentrale registratie:

    • -

      In overleg met de senior BUDIM

    • -

      Als er bewaking plaatsvindt van de behandeltermijnen van de ingekomen post

    • -

      Als er op vergelijkbare wijze als BUDIM over de afhandeling van de post aan bestuur en directie wordt gerapporteerd

  • 3.5.

    Brieven geadresseerd aan de gemeenteraad worden in originele vorm naar de behandelende afdeling gestuurd en in kopievorm aan de griffie.

  • 3.6.

    Brieven voor het college worden in originele vorm aan de behandelende afdeling gestuurd en in kopievorm aan het college.

Artikel 4. Behandelberichten en doorsturen van brieven

  • 4.1.

    De behandelende afdelingen zijn er voor verantwoordelijk dat, voor alle op basis van artikel 3.1. geregistreerde ingekomen brieven, binnen twee werkdagen een behandelbericht aan de afzender wordt verstuurd, tenzij de brief binnen vijf werkdagen wordt afgehandeld.

  • 4.2.

    Voor brieven aan de raad en het college verzorgen de inhoudelijk verantwoordelijke afdelingen de behandelberichten.

  • 4.3.

    Van alle behandelberichten dient standaard een afschrift aan BUDIM verzonden te worden.

  • 4.4.

    BUDIM bewaart de afschriften van behandelberichten één jaar.

  • 4.5.

    Van behandelberichten betreffende brieven aan de raad dienen de inhoudelijke afdelingen eveneens een afschrift aan de griffie te zenden.

  • 4.6.

    In het behandelbericht worden in ieder geval de volgende gegevens opgenomen:

    • -

      datum ingekomen brief

    • -

      onderwerp

    • -

      datum ontvangst

    • -

      registratienummer ingekomen brief

    • -

      behandelaar of behandelende cluster

    • -

      verwachte behandelingstermijn

  • 4.7.

    Bij behandelberichten met betrekking tot brieven aan de raad dient eveneens vermeld te worden dat de brief in de eerst volgende raadsvergadering behandeld wordt, waarbij tevens de datum van de raadsvergadering dient te worden vermeld.

  • 4.8.

    Indien het behandelbericht een langere termijn aangeeft, dan de in artikel 5.1. of 5.2. bepaalde termijn, dient het desbetreffende afdelingshoofd het behandelbericht zelf te accorderen en te ondertekenen.

  • 4.9.

    De senior BUDIM is bevoegd om uitzonderingen op het bepaalde in artikelen 4.1. tot en met 4.9. te maken.

  • 4.10.

    Door of vanwege de senior BUDIM wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of behandelberichten ook verzonden worden. Indien nodig wordt hierover gerapporteerd aan de directie.

  • 4.11.

    Indien een inkomende brief ten onrechte aan de gemeente is gezonden en voor afhandeling naar een andere organisatie wordt doorgestuurd, dient de afzender hiervan schriftelijk op de hoogte te worden gesteld.

  • 4.12.

    Afschriften van de onder 4.11. genoemde uitgaande brieven dienen, ten behoeve van verwerking in het postregistratiesysteem, onmiddellijk na verzending aan BUDIM gezonden te worden.

Artikel 5. Behandeltermijnen en tussenberichten

  • 5.1.

    De afhandeling van de op basis van artikel 3.1. geregistreerde ingekomen brieven dient te geschieden binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn.

  • 5.2.

    De afhandeling van de op basis van artikel 3.1. geregistreerde ingekomen brieven, waarvoor geen wettelijke afhandeltermijn bestaat, dient te geschieden binnen acht weken.

  • 5.3.

    Verlengen van de behandeltermijn van een op basis van artikel 3.1. geregistreerde brief is alleen mogelijk binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen en als er sprake is van één of meerdere van de onderstaande gevallen:

    • -

      er is nog onvoldoende informatie beschikbaar om de brief al af te kunnen handelen

    • -

      er is sprake van een uitzonderlijke situatie (b.v. een piekbelasting of een uitzonderlijk complexe zaak)

  • 5.4.

    Als de behandeltermijn van een op basis van artikel 3.1. geregistreerde brief verlengd wordt en dit is niet al in de ontvangstbevestiging aangegeven, moet de behandelende afdeling een gemotiveerd tussenbericht verzenden met daarin minimaal opgenomen:

    • -

      datum ingekomen brief

    • -

      onderwerp

    • -

      datum ontvangst

    • -

      registratienummer ingekomen brief

    • -

      behandelaar

    • -

      reden van verlenging behandeltermijn

    • -

      termijn van verlenging behandeltermijn

  • 5.5.

    Gemotiveerde tussenberichten moeten geaccordeerd en ondertekend worden door het desbetreffende afdelingshoofd.

  • 5.6.

    Van gemotiveerde tussenberichten dient direct na verzending een afschrift aan BUDIM gezonden te worden t.b.v. aanpassing van de behandeltermijn in het postregistratiesysteem.

  • 5.7.

    De senior BUDIM is bevoegd om uitzonderingen op het bepaalde in artikel 5.4. tot en met 5.6. te maken.

Artikel 6. Afhandeling

  • 6.1.

    Op basis van artikel 3.1. geregistreerde brieven dienen onmiddellijk na afhandeling weer retour aan BUDIM te worden gezonden, tezamen met eventuele afschriften van antwoordbrieven en andere bijbehorende stukken.

  • 6.2.

    De wijze van afhandeling van een brief moet duidelijk zijn. Indien dit niet blijkt door een afschrift van een uitgaande brief, moet de behandelaar een toelichting op de wijze van een andersoortige afhandeling vastleggen, met vermelding van de datum van afhandeling.

  • 6.3.

    Indien de brief telefonisch of mondeling is afgehandeld, dient eveneens de inhoud van de telefonische/ mondelinge mededeling vermeld te worden. Alleen de vermelding “telefonisch afgehandeld” of “mondeling afgehandeld” is niet voldoende.

  • 6.4.

    BUDIM controleert of retour gezonden brieven ook daadwerkelijk correct zijn afgehandeld en boekt de brieven daarna definitief af in het postregistratie-/ workflowmanagementsysteem.

  • 6.5.

    Niet correct of onvolledig afgehandelde brieven worden door BUDIM niet als afgehandeld beschouwd en retour gezonden aan de behandelaar.

Artikel 7. Bewaking en rapportage

  • 7.1.

    Maandelijks verzorgt BUDIM aan de afdelingshoofden een overzicht van de stukken voor hun respectievelijke afdelingen waarvan de afhandeltermijn is verstreken.

  • 7.2.

    Maandelijks rapporteert BUDIM aan de afdelingshoofden over de briefafhandeling binnen hun respectievelijke afdelingen.

  • 7.3.

    Per kwartaal rapporteert BUDIM aan de Directie over de briefafhandeling door de gemeente.

  • 7.4.

    In de voorjaars- en najaars- en winternota’s rapporteert BUDIM aan het bestuur over de briefafhandeling door de gemeente.

Artikel 8. Citeertitel

  • 8.1.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement briefafhandeling

Artikel 9. Intrekking

  • 9.1

    De Nota “Mijnheer Van Dale wacht op antwoord”, vastgesteld door de directie op 23 januari 2003, wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

  • 10.1

    Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 mei 2007.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 maart 2007.

De directie van de gemeente Steenwijkerland,

de loco-secretaris, drs. G.H.Aalderink

de directiesecretaris, H.Groeneveld

Verantwoording

Algemeen

 

Aanleiding

Uit meerdere incidenten en klachten van burgers blijkt dat de briefafhandeling nog steeds te wensen over laat. In het collegeprogramma is daarom een actiepunt ”verbetering briefafhandeling” opgenomen.

 

Bij de eerste verkenning voor de uitvoering van het actiepunt bleken de huidige richtlijnen, zoals verwoord in de door de directie vastgestelde nota “Mijnheer Van Dale Wacht Op Antwoord”, niet meer actueel. Ook zouden zij op een flink aantal punten verder aangescherpt dan wel uitgebreid of verduidelijkt moeten worden. Intrekking en vervanging van deze nota bleek te prefereren boven aanpassing.

 

Gekozen is daarom voor een aanpak van twee fasen voor de verbetering van de briefafhandeling.

In de eerste fase worden de huidige richtlijnen vervangen. In de tweede fase zullen de richtlijnen geïmplementeerd worden, waarbij er naast ruime aandacht voor communicatie naar de medewerkers ook veel tijd en aandacht moet worden gestoken in handhaving van de richtlijnen.

Rol BUDIM en afdelingshoofden

Door bestuur en directie is aangegeven dat zij een actievere rol voor de afdeling Burger en Bestuur, cluster Documentair Informatiemanagement (BUDIM) bij de briefafhandeling voor ogen hebben dan tot nu het geval is. Daarbij dient opgemerkt te worden dat een actievere rol van BUDIM alleen niet het belangrijkste is om de briefafhandeling te verbeteren. Nog belangrijker is een actieve rol en betrokkenheid van de afdelingshoofden. Zij moeten sturen op een correcte en tijdige afhandeling.

Correspondentiewijzer Nationale Ombudsman

Ten aanzien van behandeltermijnen, behandelberichten of tussenberichten is de Correspondentiewijzer van de Nationale Ombudsman het uitgangspunt geweest. Om praktische redenen zijn een aantal punten echter wat scherper gesteld, dan de Nationale Ombudsman adviseert.

Doel reglement

Dit reglement beoogt het volgende te bereiken:

  • -

    correcte en tijdige afhandeling van de ingekomen brieven in het algemeen en brieven van burgers in het bijzonder

 

Dit moet bereikt worden door:

  • -

    registratie van de daarvoor in aanmerking komende ingekomen brieven

  • -

    bewaking van de daarvoor in aanmerking komende ingekomen brieven

  • -

    informeren van de afzender over de ontvangst van een brief door middel van ontvangstbevestigingen

  • -

    informeren van de afzender over de stand van zaken met betrekking tot de afhandeling van een brief door middel van tussenberichten

  • -

    verzorgen van managementinformatie over de afhandeling van de ingekomen brieven, zodat het management beter kan sturen op een correcte en tijdige afhandeling van brieven.

 

Dit reglement is geschreven in een overgangsperiode waarin er nog geen sprake is van digitale archivering. In de visie op digitale archivering, zoals beschreven in het plan van aanpak DIAS, zal het nodig zijn om alle voor het archief relevante documenten te scannen en registreren. Deze documenten zullen dan ook altijd digitaal beschikbaar zijn. Aparte maatregelen om te garanderen dat bekend is dat belangrijke externe brieven binnen gekomen zijn en niet uit het zicht raken zijn dan niet meer nodig. Zolang een goed digitaal archief echter nog niet gerealiseerd is, zijn er nog twee extra doelstellingen voor dit reglement:

vastleggen dat belangrijke brieven voor de gemeente zijn binnengekomen

vastleggen van de verblijfplaats van belangrijke brieven

Verantwoording per artikel

1.1.

Dit artikel vloeit voort uit de belangrijkste doelstelling van dit reglement.

1.3.

Naast dit reglement is er nog een e-mailreglement. Deze twee reglementen zijn niet strijdig met elkaar, maar vullen elkaar aan.

De keuze van deze categorieën ingekomen brieven is gebaseerd op de in de inleiding vermelde doelstelling.

3.2./ 3.3.

Met dit artikel wordt voorkomen dat er een hele extra administratie en bewakingssysteem opgezet wordt voor zaken die standaard altijd binnen een heel korte tijd worden afgehandeld en waarvan registratie en bewaking meer tijd kost dan de daadwerkelijk behandeling. Voorbeelden hiervan zijn allerlei aanvragen bij Burgerzaken. Mocht blijken dat het toch wenselijk is om bepaalde stukken alsnog te registreren dan biedt artikel 3.3. daartoe de mogelijkheid.

3.4.

Sommige categorieën post moeten ook in andere systemen geregistreerd en bewaakt worden. Met dit artikel kan voorkomen worden dat er onnodige dubbele registraties plaatsvinden.

4.1.

De correspondentiewijzer van de Nationale Ombudsman geeft een termijn van één à twee weken aan voor het verzenden van behandelberichten. De praktijk leert echter dat dit het beste zo snel mogelijk na ontvangst kan gebeuren. De kans is groot dat dit anders vergeten wordt.

4.3./ 4.4.

Onder meer bij een inhaalslag ten aanzien van de briefafhandeling (Taskforce briefafhandeling) is gebleken dat een tweetal belangrijke problemen de effectiviteit van de bewaking van de tijdige briefafhandeling belemmeren:

 

In de eerste plaats is vaak is niet duidelijk wie de behandelaar van een brief is. Door BUDIM wordt de behandelende afdeling of cluster in het registratiesysteem vastgelegd. Nauwkeuriger vastlegging van de behandelaar dan op het niveau van cluster valt door BUDIM bij de registratie niet aan te geven. Later (b.v. naar aanleiding van rappellijsten) blijkt het dan vaak moeilijk te achterhalen waar de brief is gebleven en wie de brief in behandeling heeft gehad.

 

In de tweede plaats kennen veel soorten brieven afwijkende behandeltermijnen. Standaard wordt bij BUDIM een behandeltermijn van acht weken gehanteerd. Veel brieven kennen echter langere wettelijke behandeltermijnen. Het komt daarom voor dat er brieven op rappellijsten verschijnen, die weliswaar ouder zijn dan acht weken, maar waarvan de (wettelijke) termijn nog niet verstreken is. Bij BUDIM zijn juist die bijzondere behandeltermijnen vaak onvoldoende inzichtelijk en daarom niet aan te geven.

 

Zowel de juiste behandelaar als de juiste behandeltermijn behoren ook in een correct behandelbericht vermeld te worden. Als BUDIM na verzending van een behandelbericht ook een afschrift krijgt, kan ze de juiste gegevens over de behandelaar en behandeltermijn verwerken in de registratie. Bij die verwerking kan dan ook meteen aangevinkt worden dat er van die brief een ontvangstbevestiging verzonden is, zodat later controle mogelijk is of de ontvangstbevestigingen ook daadwerkelijk verzonden zijn.

4.9./ 5.5.

Vanwege de hoge prioriteit die college en directie hechten aan een tijdige briefafhandeling, wordt voorgesteld om de beslissing over het verlengen van een behandeltermijn bij het afdelingshoofd neer te leggen.

5.1.

Omwille van de flexibiliteit van het reglement wordt verwezen naar de wettelijke termijnen en staan ze niet in het reglement zelf genoemd. In de praktijk gaat het met het schrijven van dit reglement echter concreet in ieder geval om de volgende termijnen.

- aanvragen: de wettelijke termijn of indien die ontbreekt 8 weken

- klaagschriften, niet in behandeling genomen: 4 weken

- klaagschriften, in behandeling genomen en geen klachtadviesprocedure: 6 weken

- klaagschriften, in behandeling genomen en klachtadviesprocedure: 10 weken

- bezwaarschriften WOZ: 1 jaar

- overige bezwaarschriften, zonder commissiebehandeling: 6 weken

- overige bezwaarschriften, met commissiebehandeling: 10 weken

5.6.

Niet alle afdelingen zenden nu nog direct na verzending een afschrift van een uitgaande brief aan BUDIM. De afschriften van tussenberichten zijn echter zo spoedig mogelijk na verzending nodig bij BUDIM om de aanpassing in de behandeltermijn te kunnen verwerken om de afhandeladministratie actueel te houden.

5.7.

Voor bepaalde procedures kan het praktisch zijn om af te wijken van de inhoud en ondertekening van het tussenbericht. De senior BUDIM dient dan toe te zien of er voldoende garanties zijn voor een correct gebruik van de tussenberichten.

6.4./ 6.5.

Ook met de introductie van het workflowmanagementsysteem wordt er voor gekozen om het daadwerkelijk afboeken en de controle op een correcte afhandeling bij BUDIM neer te blijven leggen. Dit is de beste garantie om te zorgen voor een betrouwbaar totaalbeeld over de afhandeling van de post.