Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stede Broec

Reglement van orde van stadsbouwmeester

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStede Broec
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde van stadsbouwmeester
CiteertitelReglement van orde van stadsbouwmeester
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Woningwet, art. 8

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-05-2004nieuwe regeling

06-05-2004

De Middenstander, 19-05-2004

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde van stadsbouwmeester

De raad der gemeente Stede Broec;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders gedateerd 15 april 2004;

 

gelet op artikel 8 van de Woningwet;

 

b e s l u i t :

 

het hierna genoemde reglement van orde van de stadsbouwmeester als bijlage 9 bij de Modelbouwverordening 1992 vast te stellen.

 

 

Artikel 1 Advisering door de stadsbouwmeester.

Onverminderd het bepaalde in artikel 9.1 van de verordening geven burgemeester en wethouders de stadsbouwmeester de volgende (advies)taken mee:

-vooroverleg en beoordeling principeplannen;

-advisering over de voor de welstandstoetsing relevante aspecten in bestemmingsplannen;

-evaluatie en aanvullingen welstandsnota;

-het beschikbaar zijn voor overleg met het gemeentebestuur;

-het signaleren van stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen, die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente;

-het in algemene zin bevorderen openbaarheid / zorgdragen maatschappelijk draagvlak / stimuleren discussie over ruimtelijke kwaliteit.

 

Artikel 2 De stadsbouwmeester.

A. Deskundigheid

De stadsbouwmeester en zijn plaatsvervanger worden gerekruteerd uit de vakgebieden architectuur, stedenbouw (ruimtelijke kwaliteit) of cultuurhistorie;

B. Nadere eisen

1. Bij de selectie van de stadsbouwmeester wordt gelet op de aanwezigheid van

voldoende

praktijkkennis en –ervaring.

2. Van de stadsbouwmeester wordt verwacht, dat deze belangstelling heeft voor het adviesgebied en de gemeente kent of wil leren kennen.

3. Daarenboven is een communicatieve instelling en het vermogen een

welstandsoordeel begrijpelijk te verwoorden een vereiste.

4. De stadsbouwmeester kan worden aangesproken op de vakinhoudelijke kwaliteit

en consistentie van de welstandsadviezen.

C. Bijzondere voorwaarden

1. De stadsbouwmeester behandelt geen bouwplannen, welke door hem zelf of zijn

bureau

vervaardigd zijn.

2. De stadsbouwmeester onthoudt zich ervan om als praktiserend architect of

ontwerper opdrachten te aanvaarden of medewerking, hulp of iets dergelijks te

verlenen aan een bouwplan, waarover hij zelf een advies moet uitbrengen of heeft

uitgebracht.

 

Artikel 3 De ambtelijke secretaris.

1.De stadsbouwmeester wordt bijgestaan door een ambtelijke secretaris of diens

plaatsvervanger.

2. De secretaris is belast met de ambtelijke uitvoering van het welstandstoezicht.

  • -

    in de eerste plaats ziet hij toe op de volledigheid van het dossier, is verantwoordelijk voor de

    archivering van de bouwplandossiers, houdt de wettelijke afhandelingtermijnen

    in het oog en

    zorgt dat aanvragen voor een omgevingsvergunning met de activiteit(en)

    Bouwen en/of Reclame op het juiste moment aan de stadsbouwmeester

    worden voorgelegd,

    nadat de planologische aanvaardbaarheid is vastgesteld;

    - in de tweede plaats zijn hem o.m. de volgende taken toebedeeld:

    - het opstellen vergaderschema;

  • -

    het voordragen van kandidaten voor de functie van stadsbouwmeester en het

    regelen van vervanging;

    - het maken van afspraken met planindieners;

    - de verzorging van de verslaglegging van de vergadering;

    - de administratieve verwerking van de welstandsadviezen;

    - het verzamelen van gegevens voor en het schrijven van het jaarverslag;

    - het regelen van voor het welstandstoezicht relevante externe contacten;

    - het aanleveren van voor het welstandstoezicht relevante publicaties e.d.

    3. Bij de behandeling van plannen door de stadsbouwmeester is de secretaris als 'plantoelichter' aanwezig; hij neemt geen deel aan de beoordeling, maar informeert over alle relevante aspecten van de aanvraag voor een omgevingsvergunning.

    4. De secretaris ondersteunt de stadsbouwmeester in het regelen van de externe contacten en het overleg met het gemeentebestuur.

Artikel 4 Vergaderfrequentie

1. De stadsbouwmeester vergadert in principe één maal per twee weken op een vaste dag, plaats en tijdstip.

2. Aan het eind van ieder jaar wordt door de secretaris in overleg met de stadsbouwmeester vergaderschema voor het komende jaar vastgelegd.

Artikel 5. Vorm waarin advies wordt uitgebracht

1. Het advies van de stadsbouwmeester geeft aan of uiterlijk en plaatsing van een bouwwerk, zowel op zichzelf, als in relatie met de omgeving en/of de te verwachten ontwikkeling van de omgeving, voldoet aan redelijke eisen van welstand.

2. Een en ander wordt beoordeeld aan de hand van de criteria, die in de welstandsnota zijn opgenomen.

3. Een positief welstandsadvies komt in het algemeen tot uitdrukking in het voor akkoord tekenen van de ingediende tekeningen, bevestigd in een gewaarmerkt verslag van de welstandszitting.

4. In bijzondere gevallen (b.v. op grond van de 'hardheidsclausule') wordt - op initiatief van de stadsbouwmeester of op verzoek van burgemeester en wethouders - het positieve advies schriftelijk uitgebracht.

5. Een negatief advies wordt deugdelijk gemotiveerd en schriftelijk uitgebracht.

6. Welstandsadviezen worden geformuleerd in een ook voor niet-deskundigen begrijpelijke taal, bevatten geen zaken die geen betrekking hebben op welstandstoezicht en zijn zodanig, dat geen van de betrokkenen zich daardoor beledigd of in goede naam of eer aangetast kan voelen.

7. Het welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben:

 

- "AKKOORD": het met het voorliggende plan voorgestelde object voldoet aan redelijke eisen van welstand;

- "NIET AKKOORD, mits": het voorgestelde object voldoet niet aan redelijke eisen van welstand, tenzij aanwijzingen van de stadsbouwmeester op ondergeschikte punten worden verwerkt; deze zaken worden ondubbelzinnig genotuleerd en/of op tekening aangegeven;

- "NIET AKKOORD": het voorgestelde object voldoet niet aan redelijke eisen

van welstand; een motivering van deze conclusie wordt

in een schriftelijk advies verwoord;

- "AANHOUDEN": binnen de wettelijke beslistermijn houdt de stadsbouwmeester het welstandsadvies aan, wanneer meer informatie of een toelichting van de ontwerper noodzakelijk is en/of deze in de gelegenheid te stellen het plan aan te passen.

8. Een uitgebracht advies kan aanleiding zijn voor de planindiener of ontwerper nadere uitleg te vragen, respectievelijk nadere informatie te geven. Wanneer ambtelijke afhandeling in deze niet voldoende is, kan overleg plaats vinden met de stadsbouwmeester.

Wanneer naar aanleiding van dit overleg sprake is van gewijzigde inzichten, wordt het advies met motivering herzien.

Artikel 6 Vooroverleg

1. Op verzoek van een initiatiefnemer en/of zijn ontwerper kan vooroverleg met de stadsbouwmeester plaatsvinden over de interpretatie van de welstandscriteria in het concrete geval van hun bouwvoornemen.

2. Voorafgaand aan dit vooroverleg moet duidelijkheid bestaan over de planologische aanvaardbaarheid van het plan.

3. Een goede verslaglegging van het vooroverleg is noodzakelijk; gegeven adviezen worden meegenomen in de finale welstandsbeoordeling.

4. Het vooroverleg kan niet leiden tot gemeentelijke besluitvorming, waaraan een rechtsgevolg is verbonden en vindt altijd plaats voordat een initiatiefnemer formeel zijn omgevingsvergunning aanvraagt en de wettelijke behandelingstermijn na ontvangstbevestiging van de gemeente ingaat.

5. Het vooroverleg met de stadsbouwmeester vindt in principe voorafgaand aan de reguliere welstandszitting plaats.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Stede Broec, gehouden op 6 mei 2004.

 

De raadsgriffier, De voorzitter