Organisatie | Loon op Zand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor de warenmarkten in de gemeente Loon op Zand |
Citeertitel | Marktreglement Loon op Zand 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De bekendmaking van de regeling is niet meer te achterhalen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2009 | nieuwe regeling | 10-08-2009 Onbekend. | Onbekend. |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand;
Gelet op artikel 160 eerste lid, sub h, Gemeentewet, de Marktverordening gemeente Loon op Zand, de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de warenmarkten.
Nadere regels voor de warenmarkten in de gemeente Loon op Zand
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Loon op Zand gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op deze nadere regels.
Artikel 5. Inschrijving op de anciënniteitenlijst
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden per markt ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen en de branche waartoe hij behoort.
Artikel 6. Doorhalen van inschrijving op de anciënniteitenlijst
De inschrijving op de anciënniteitenlijst wordt doorgehaald indien de vergunning van een houder van een vaste standplaats wordt ingetrokken.
Artikel 9. Overschrijving vaste standplaatsvergunning
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor de vaste plaats krijgen, indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste en tweede lid, kan een personeelslid van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen, indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.
HOOFDSTUK IV BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS
Artikel 17. Aantal keren innemen vaste standplaats
De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 18 en 19.
Artikel 18. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden
De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie, bijzondere omstandigheden of plotselinge verhindering niet in staat is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit mondeling of schriftelijk mee aan de marktmeester. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
Artikel 20. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur na aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats voor dit tijdstip op verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.
HOOFDSTUK V OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 22. Schoonhouden en opleveren standplaats
een vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient hiervoor maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester, en zo nodig op zijn aanwijzingen, te geschieden.
Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de marktplaatshouder, het publiek en/of objecten op of in de nabijheid van het marktterrein waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan de burgemeester:
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders, gehouden op 10 augustus 2009.
Het College van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
TOELICHTING MARKTREGLEMENT LOON OP ZAND 2009
Naast de marktverordening zijn er de door het college op grond van artikel 3 van de marktverordening vast te stellen nadere regels. Deze regels worden vastgesteld in de vorm van het Marktreglement. Het reglement en de daarbij behorende bijlagen vormen de operationele aanvulling op de Marktverordening Loon op Zand 2009 en vormen daarmee één geheel.
Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markt
De bevoegdheid tot het instellen van een markt berust op grond van artikel 160, 1e lid, sub h bij het college. Indien de markt gedurende een langere tijd of permanent moet worden verplaatst naar een andere dag, tijd of plaats, dient het college hierover te besluiten overeenkomstig artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet
Een tijdelijk verplaatsing van de markt is mogelijkheid als er sprake is van dringende redenen. Te denken valt bijvoorbeeld aan het verrichten van bestrating- en rioleringswerkzaamheden.
De markt in Loon op Zand en Kaatsheuvel vindt geen doorgang of wordt in dag verplaatst wanneer de Winkeltijdenwet dit noodzakelijk maakt.
Artikel 3. Inrichting van de markten
Het vastleggen van de inrichting van het marktterrein, aantal standplaatsen opstelling etc. in de vorm van een standplaatsplan verdient aanbeveling. Het voorkomt onnodige problemen. Indien het standplaatsenplan incidenteel als te belemmerend wordt ervaren beschikt het college op grond van het 4e lid over een ontsnappingsclausule.
Dit artikel creëert de mogelijkheid het aantal vergunninghouders per branche te beperken. Hierdoor wordt bereikt, dat op de markt een zo groot mogelijke verscheidenheid aan branches aanwezig is en wordt voorkomen dat te veel vergunninghouders van één branche op de markt optreden. Hierdoor wordt de markt aantrekkelijker voor de consument. De branchering is in een afzonderlijk besluit verder uitgewerkt.
Artikel 5. Inschrijving op de anciënniteitenlijst.
De anciënniteitenlijst is van belang geacht, in verband met de in artikel 11 opgenomen mogelijkheid om te zijner tijd in aanmerking te komen voor een betere plaats op de markt of een plaats welke tevens ingenomen kan worden met eigen materiaal.
Ook bij tijdelijke verplaatsing wordt bij de plaatstoewijzing rekening gehouden met de anciënniteit.
Artikel 7. Inschrijving op de wachtlijst
De wachtlijst is bedoeld voor die ambulante handelaren die graag een vaste standplaats op een van de markten willen verwerven, maar aan wie op het moment dat zij de aanvraag doen geen standplaats kan worden toegewezen. Deze gegadigden worden op de wachtlijst geregistreerd. Om te voorkomen dat minder geïnteresseerden zich toch laten registreren waardoor de administratieve belasting voor de gemeentelijke organisatie toeneemt, is een bepaling opgenomen dat jaarlijks de inschrijving moet worden verlengd. Het initiatief daartoe berust bij de gegadigde zelf.
Artikel 8. Doorhalen van inschrijving op wachtlijst.
In dit artikel worden de dwingende redenen genoemd waarom de inschrijving van een gegadigde voor een vaste standplaats op de wachtlijst dient te worden doorgehaald.
Artikel 9. Overschrijving vaste standplaatsvergunning
Komt een vergunninghouder te overlijden, dan wel wordt hij blijvend arbeidsongeschikt of bereikt hij de pensioengerechtigde leeftijd, dan moet het op sociale overwegingen gerechtvaardigd worden geacht dat zijn vergunning voor een vaste standplaats op de achterblijvende echtgeno(o)t(e), de levenspartner (als bedoelt in artikel 1:80a van het Burgerlijk Wetboek) en een kind kan worden overgeschreven. In het eerste lid is vastgelegd dat de echtgenoot en de daarmee gelijkgestelde partner en kind recht hebben op de vaste standplaats van de vergunninghouder.
Een personeelslid van de vergunninghouder die voldoet aan de in het tweede lid gestelde eisen heeft recht op een vaste standplaats op de markt welke plaats niet de oorspronkelijke vaste standplaats van de vergunninghouder hoeft te zijn.
In het vijfde lid van artikel 9 is een hardheidsclausule opgenomen.
Artikel 10. Toewijzing standplaatsen
In dit artikel staat opgenomen onder welke typering standplaatsen kunnen worden toegewezen, wat onder een dagplaats moet worden verstaan en hoe toewijzing ervan geschiedt.
Artikel 11. Het toewijzen van een vaste plaats
Afhankelijk van de belangstelling voor plaatsverandering kan de plaatstoewijzing arbeidsintensief zijn. Daarom geschiedt het toewijzen van vaste plaatsen eenmaal per jaar.
In dit artikel is de volgorde van toewijzing van vaste standplaatsen op de markt geregeld. Aangezien niet alle standplaatsen dezelfde mogelijkheden bieden, is het voor de handliggend dat er een bepaalde volgorde wordt aangebracht in de verkrijging tot een (betere) standplaats.
Voordat daartoe aan de vaste vergunninghouder(s) wordt over gegaan worden alle vergunninghouders in de gelegenheid gesteld kenbaar te maken of zij van plaats willen veranderen. De keuze en toewijzing vinden plaats op basis van anciënniteit.
Na deze wisseling van plaatsen komen de gegadigden van de wachtlijst aan de beurt. De volgorde van inschrijving op de wachtlijst van deze personen is hierbij bepalend.
Vervolgens de vaste standplaatshouder die zijn kraam met een tweede of derde kraamlengte wil uitbreiden. Ook bij deze laatste vind toewijzing plaats op basis van anciënniteit waarbij rekening wordt gehouden met de branchering. Is er geen belangstelling dan worden voor openstaande plaatsen belangstellenden geworven.
Artikel 12. Toewijzen dagplaats
Ambulante handelaren die voldoen aan de vereisten van artikel 5 van de Marktverordening en nog geen vaste plaats hebben op de markt kunnen zich een half uur voor aanvang van de markt melden bij de marktmeester om in aanmerking te komen voor een vrije dagplaats.
Voor toewijzing van dagplaats geldt op grond van het derde lid een voorrangsregeling voor branchevreemde artikelen. Wanneer een ambulante handelaar zich meldt met een artikel dat nog niet op de markt aangeboden wordt, krijgt deze vóór de reeds ingeschreven meelopers een dagplaats toegewezen (indien beschikbaar). Bij meerdere gegadigden voor een dagplaats vindt loting plaats.
Artikel 13. Toewijzing standwerkersplaats
Hoewel de vraag naar standwerkersplaatsen beperkt is, is toch een regeling opgenomen. Om te voorkomen dat de echte standwerkers worden benadeeld door meelopers en anderzijds om de vaste standplaatshouders niet te veel te benadelen is het gewenst specifieke regels voor deze bijzondere categorie kooplieden op te nemen.
Artikel 14. Innemen van een standplaats met eigen materiaal
Het is vanwege de eisen uit de Warenwet voor meer aanbieders van bepaalde producten noodzakelijk dat zij met eigen materiaal op de markt plaats kunnen innemen. Ook vanuit het streven naar zo goede arbeidsomstandigheden kan dit gewenst zijn. Door het stellen van regels hieraan wordt getracht de veiligheid te waarborgen. Daartoe moet door degene die op de markt met eigen materiaal een standplaats wil innemen, in overeenstemming met het bepaalde in het tweede lid een zo volledig mogelijke opgave gedaan worden.
Artikel 15. Eisen aan eigen materiaal
Met dit artikel worden eisen gesteld aan het eigen materiaal met het oog
de veiligheid op de markt en het voorkomen van belemmering voor andere vergunninghouders. Uiteraard dient het materiaal inpasbaar te zijn zonder dat een eventueel standplaatsplan moet worden aangepast.
Artikel 16. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand
In dit artikel is bepaald dat de vergunninghouder verplicht is zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. De vergunninghouder mag zich laten bijstaan op grond van het tweede lid.
Artikel 17. Aantal keren innemen vaste standplaats
De verplichting om de standplaats een minimum aantal vastgestelde keren in te nemen, geldt uiteraard alleen voor de vaste standplaatshouder en niet voor de dagplaatshouder. Deze bepaling is noodzakelijk om de continuïteit in de bezetting te waarborgen. Onder bijzondere omstandigheden bijv. bij strenge vorst, noodweer etc. gelden deze marktdagen als niet werkbare dagen. Deze dagen worden als niet teldagen voor de 13 weken geregistreerd.
Artikel 18. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden
In dit artikel worden de uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder zelf op de standplaats aanwezig dient te zijn.
Het is wel noodzakelijk dat de marktmeester van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld.
Een verplichting van de vergunninghouder om een geneeskundige verklaring te overleggen is niet opgenomen omdat de beroepsorganisatie voor artsen haar leden ontraadt die informatievoorziening over hun patiënten te verstrekken. Overigens is er geen wettelijke basis op grond waarvan het college de vergunninghouder zou kunnen verplichten een geneeskundige keuring te ondergaan. Het college kan de vergunninghouder uiteraard wel aanbieden zich bijvoorbeeld door de GGD of Arbodienst te laten onderzoeken om zijn ziekte aan te tonen. Tot een verplichting kan dit niet leiden. Bij gerede twijfel zal onderzoek op andere wijze moeten plaatsvinden.
Artikel 19. Ontheffing en vervanging
De ontheffing kan aan een maximum van twee jaar worden gebonden voor wat betreft ziekte. Indien de ziekte langer dan twee jaar duurt, is veelal sprake van blijvende arbeidsongeschiktheid.
In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college de vergunninghouder van een vaste standplaats toestaan zich op zijn standplaats te laten vervangen. Een maximumtermijn van zes weken is voor vakantie gebruikelijk. Het college kan (behoudens vervanging bij vakantie) als voorwaarde stellen dat de vervanger aan de vereisten van artikel 5 van de Marktverordening voldoet.
Voor de vervanging in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden geldt een maximale termijn van twee jaar.
Artikel 20. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
Het marktterrein behoort tot de openbare weg. Teneinde het marktterrein tijdens de markt vrij te maken van alle verkeer, dient het college een verkeersbesluit te nemen.
Het tweede lid maakt duidelijk dat het in het belang van de orde op de markt en de aantrekkelijkheid van de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten.
Op grond van het derde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats vóór een bepaald tijstip ingenomen moet zijn.
Indien bekend is dat de rechthebbende later op de markt verschijnt, zal de standplaats uiteraard open moeten blijven. De niet ingenomen standplaats wordt als dagplaats of uitbreiding uitgeven.
Artikel 21. Obstakels en welstand
De veiligheid op en toegankelijkheid van de markt dient altijd gewaarborgd te zijn.
Artikel 22. Schoonhouden en opleveren standplaatsen
Hier worden de spelregels vastgelegd met betrekking tot het aspect van een schone markt en verantwoorde vuilinzameling. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor het afval dat door zijn activiteiten wordt veroorzaakt en een schoon aanzien van de door hem ingenomen plek.
De vergunninghouder dient zelf de benodigde maatregelen te nemen om het ontstaan van afval dat met zijn activiteiten samenhangt te regelen zodat bij het beëindigen van de marktactiviteiten geen afval resteert. De vergunninghouder heeft bovendien zelf belang bij een schoon opgeleverde markt omdat dit een besparing op de eindreiniging door de gemeente oplevert en dus niet in het marktgeld verrekent hoeft te worden.
Artikel 23. Het gebruik van geluidsapparatuur
Met deze bepaling kan geluidsoverlast worden tegengegaan.
Artikel 24. Het parkeren van voertuigen op het marktterrein
Het parkeren van grote voertuigen heeft negatieve effecten op de markt:
het uiterlijk aanzien van de markt wordt aangetast door de aanwezigheid en opstelling van vracht- en bestelauto’s, aanhangers. Door de hoeveelheid en de omvang van de voertuigen wordt het aanzien rommelig, is er geen doorzicht over de hele markt mogelijk en wordt teveel plaats ingenomen voor andere zaken dan verkoopruimte. Dit maakt de markt onaantrekkelijker voor de consument;
Niet alleen dienen de bezoekers van de markt zich verzekerd te voelen van hun veiligheid op de markt, ook de marktkooplui dienen zich op prettige en veilige wijze voor én achter de kramen te kunnen bewegen. Daarnaast is het in geval van calamiteiten op de markt zaak afdoende ruimte te hebben tussen de kramenrijen om snel te kunnen ontruimen.
Artikel 26. Algemene veiligheidsnormen
Met de bepalingen opgenomen in dit artikel wordt de veiligheid op de markt gediend.
In geval van dreigend gevaar, ongeacht de aard van de oorzaak, voor vergunninghouders, publiek of omliggende objecten is het reëel om een markt om die reden af te gelasten. Veelal zal een slechte weersverwachting- of gesteldheid de meest voorkomende oorzaak tot afgelasting zijn.
In afwijking van alle voorgaande bepalingen wordt de bevoegdheid van het college naar de burgemeester verlegd, gezien diens algemene verantwoordelijkheid voor openbare orde en veiligheid binnen de gemeente.
Alvorens tot afgelasting (of beëindiging) over te gaan pleegt de marktmeester overleg met de meest directe belanghebbende: de politie, de kramenverhuurder en de vertegenwoordigers van de marktcommissie die op de markt aanwezig zijn