Organisatie | Loon op Zand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent de commissie ruimtelijke kwaliteit Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit |
Citeertitel | Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Monumentencommissie 1998.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-08-2018 | nieuwe regeling | 02-04-2015 | . |
COMMISSIE, TAAK EN SAMENSTELLING
Artikel 1 Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
Er is een Commissie Ruimtelijke Kwaliteit die het bevoegd gezag adviseert over zaken die betrekking hebben op de ruimtelijke kwaliteit in brede zin van de gemeente, alsmede de verplichte wettelijke advisering over het welstands- en monumentenbeleid die voortvloeit uit de Woningwet en Monumentenwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Erfgoedverordening Loon op Zand 2015.
Artikel 2 Taak van de commissie
De commissie heeft tot taak vanuit een integrale visie over ruimtelijke kwaliteit, stedenbouw, inrichting openbare ruimte, welstand, monumentenzorg, architectuur en de kenmerkende eigenschappen van de met de status van beschermd stads- en dorpsgezicht. aangewezen gebieden, gevraagd, of, indien door de voorzitter in overleg met de secretaris akkoord bevonden, ongevraagd, onafhankelijk en deskundig schriftelijk advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders:
alle andere zaken die het uiterlijk aanzicht en de stedenbouwkundige structuur betreffen, waaronder structuur- en bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen, gebiedsvisies, reconstructie-en herinrichtingsplannen, straatmeubilair, reclameaanduidingen, gevelopschriften anderszins en verzoeken om uitstallingen of terrassen.
Commissieleden moeten bereid te zijn zich te verdiepen in het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in brede zin van de gemeente. Zij baseren hun oordeel over stedenbouwkundige plannen, bouwplannen of monumentenplannen uitsluitend op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kaders bij stedenbouwkundige plannen en welstandscriteria bij bouwplannen of, bij monumentenplannen, de redengevende omschrijving, waardestelling of bouwhistorisch onderzoek.
Artikel 3 Raadpleging deskundigen.
Voor de uitoefening van haar taak kan de commissie aanvullend advies van andere deskundigen inwinnen.
Artikel 7 Benoemingsduur en ontslag
Het lidmaatschap eindigt na het verstrijken, al dan niet na eenmalige verlenging, van de wettelijke zittingsduur, of tussentijds op eigen verzoek van een commissielid. Zolang niet voorzien is in een opvolger blijft het betreffende lid deel uitmaken van de commissie maar niet langer dan zes maanden na het verzoek om ontslag.
Ter voorbereiding van een bouwinitiatief kan de opdrachtgever of een namens hem gemachtigde ontwerper, vragen om vooroverleg met de commissie om zich voorafgaand aan een bouw- of monumentenaanvraag, in een vroegtijdig stadium op de hoogte te stellen van de van belang zijnde toetsingscriteria, de beoordelingswijze of beoordelingsruimte.
OPENBAARHEID VAN VERGADEREN, QUORUM EN PLANTOELICHTING
Artikel 10 Vergaderingen en quorum
De commissie vergadert in het openbaar met uitzondering van consulterend vooroverleg als bedoeld in artikel 8 alsmede ten aanzien van plannen, die betrekking hebben op de ruimtelijke kwaliteit van de stad in brede zin en niet rechtstreeks voortvloeien uit de wettelijke verplichte taakuitoefening van de commissie volgens de Woningwet en Monumentenwet.
De secretaris zorgt voor het organisatorisch en administratief functioneren van de commissie, roept de leden, adviseurs en andere belanghebbenden op tot het bijwonen van de vergadering en is in het bijzonder verantwoordelijk voor de notulering en verslaglegging van de commissievergaderingen en planbeoordeling.
TWEEDE BEOORDELING EN KLACHTENREGELING
Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht voor extern deskundigenadvies of een tweede beoordeling (second opinion) aan te vragen over een ingediend verzoek om een bouw- of monumentenvergunning.
Indieners van een aan de commissie ter beoordeling voorgelegd plan die zich niet kunnen verenigen met de werkwijze of het functioneren van de commissie kunnen hierover een klacht indienen bij het college van burgemeester en wethouders. De bepalingen van Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.