Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stede Broec

Kaderverordening op de raadscommissies 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStede Broec
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKaderverordening op de raadscommissies 2002
CiteertitelKaderverordening op de raadscommissies 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-03-2002 nieuwe regeling

14-03-2002

De Middenstander, 20-03-2002

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Kaderverordening op de raadscommissies 2002

De raad van de gemeente Stede Broec;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 februari 2002;

 

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

  • A.

    in te trekken de op 12 april 1994 vastgestelde “Verordening algemene bepalingen commissies van advies en bijstand” inclusief de op 4 maart 1999 vastgestelde 1e wijziging van die verordening;

  • B.

    vast te stellen de navolgende “Kaderverordening op de raadscommissies 2002”

Artikel 1 Commissie

  • 1.

    In deze verordening wordt onder “commissie” verstaan: een raadscommissie zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De commissies worden bij afzonderlijk raadsbesluit ingesteld, dan wel gewijzigd.

Artikel 2 Taak

Tot de taak van een commissie behoort:

  • 1.

    het voorbereiden van de besluitvorming van de raad en

  • 2.

    het overleggen met het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    Een commissie bestaat uit maximaal twee leden per raadsfractie.

  • 2.

    De voorzitter wordt door en uit de raad benoemd en is geen lid van de commissie. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt zijn taak waargenomen door de voorzitter van een van de andere raadscommissies.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1.

    De zittingsduur is gelijk aan het tijdvak van de zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • 2.

    De leden worden zo mogelijk benoemd na aanvang van elke zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • 3.

    Het lidmaatschap van een commissielid, tevens raadslid, vervalt op de dag waarop hij ophoudt lid van de gemeenteraad te zijn.

  • 4.

    De leden die tussentijds zijn benoemd treden af op hetzelfde tijdstip als de leden bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5 Ontslag

  • 1.

    De leden en de voorzitter van een commissie kunnen te alleen tijde ontslag nemen. Het verzoek tot het verlenen van ontslag wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Het ontslag gaat, indien een lid niet langer de kwaliteit bezit die voor benoeming of aanwijzing noodzakelijk was, onmiddellijk in. In alle overige gevallen blijft degene die het verzoek om ontslag heeft ingediend niettemin lid van de commissie totdat zijn opvolger de benoeming of aanwijzing heeft aangenomen.

Artikel 6 secretariaat

  • 1.

    Het secretariaat wordt vervuld door een door de raad, de griffier gehoord, aan te wijzen gemeenteambtenaar. De secretaris is geen lid van de commissie.

  • 2.

    De secretaris is de commissie behulpzaam bij al haar werkzaamheden. Hij draagt zorg voor het maken van een kort , inhoudelijk verslag van het behandelde in een commissievergadering en vermeldt daarin de genomen besluiten. Het verslag wordt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aangeboden.

  • 3.

    Het verslag wordt toegezonden aan alle leden van de gemeenteraad. De artikelen 10 en 11 van deze verordening zijn daarbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Vergadering

  • 1.

    Een commissie vergadert zo dikwijls haar voorzitter dat nodig oordeelt of ten minste twee leden van de commissie onder opgaaf van redenen en met vermelding van het onderwerp van de vergadering daarom schriftelijk aan de voorzitter van de commissie vragen.

  • 2.

    De voorzitter nodigt de leden schriftelijk voor het houden van een vergadering uit. De uitnodiging, de agenda en de daarbij behorende stukken worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste een week voor de dag van vergadering aan de leden toegezonden. Een vergadering waarom door het vereiste aantal leden op de voorgeschreven wijze is gevraagd, wordt gehouden binnen twee weken na ontvangst van het verzoek.

  • 3.

    De voorzitter draagt er, ten aanzien van openbare vergaderingen zorg voor, dat gelijktijdig met de leden van de commissie degenen die direct-belanghebbende zijn bij de op de agenda vermelde onderwerpen, waaronder het bestuurlijk verantwoordelijk lid van het college, worden uitgenodigd voor het bijwonen van de vergadering. Voor iedere vergadering zendt hij de agenda mede toe aan de raadsleden die geen lid zijn van zijn commissie.

  • 4.

    De “Richtlijnen voor de raadscommissievergaderingen na 6 maart 2002” die als bijlage bij deze verordening zijn gevoegd maken integraal deel uit van deze verordening.

Artikel 8 Presentatielijst

Ieder lid tekent voor hij aan de vergadering van de commissie deelneemt de presentielijst. De voorzitter sluit aan het einde der vergadering de presentielijst door ondertekening daarvan.

Artikel 9 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van een commissie zijn behoudens het bepaalde in de wet en deze verordening openbaar. In geval een commissie als regel onderwerpen behandelt als bedoeld in het 5e lid van dit artikel, kan het in artikel 1, lid 2 van deze verordening bedoelde besluit aangeven, dat de vergaderingen in beginsel niet openbaar zijn.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter dat nodig oordeelt of daarom door één lid wordt gevraagd.

  • 3.

    Na het sluiten van de deuren beslist de vergadering terstond of met gesloten deuren zal worden vergaderd

  • 4.

    Over onderwerpen die in een besloten vergadering zijn behandeld kan in een besloten vergadering worden beslist of een advies kan worden uitgebracht.

  • 5.

    Met gesloten deuren wordt in ieder geval vergaderd indien onderwerpen aan de orde zijn waarbij personen of functionarissen in persoon zijn betrokken of zaken die in de persoonlijke levenssfeer liggen, dan wel indien het gemeentebelang door openbare behandeling in het algemeen, of op dat tijdstip, kan worden geschaad.

  • 6.

    De overige leden van de raad zijn bevoegd de openbare en besloten vergaderingen van de commissie waarvan zij geen lid zijn als toehoorder bij te wonen.

  • 7.

    Op degenen die vergaderingen van commissies bijwonen op grond van lid 6 zijn de artikelen 10 en 11 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Geheimhouding

  • 1.

    De commissie regelt, indien wordt besloten tot het houden van een besloten vergadering, tevens de geheimhouding van het besprokene hetgeen ten behoeve van die vergadering werd overlegd.

  • 2.

    Zij kan die geheimhouding tot een bepaalde termijn beperken.

Artikel 11 Voorlopige geheimhouding

De voorzitter kan ten aanzien van de aan de commissie over te leggen stukken voorlopige geheimhouding opleggen. De voorlopige geheimhouding geldt totdat door de commissie toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 10.

Artikel 12 Vergaderquorum

  • 1.

    De vergadering van een commissie wordt niet gehouden indien, blijkens de presentielijst, niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.

  • 2.

    Wanneer het in het eerste lid bepaalde aantal leden niet is opgekomen kan door de voorzitter over dezelfde onderwerpen een nieuwe vergadering worden belegd. In afwijking van het bepaalde in artikel 7 behoeft tussen het uitnodigen van de leden en het houden van deze vergadering niet meer dan 24 uur te verlopen.

  • 3.

    Deze nieuwe vergadering kan worden gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen. In de vergadering kan uitsluitend worden gesproken en beslist over de onderwerpen die zijn vermeld op de agenda’s voor de onder leden 1 en 2 bedoelde vergaderingen, tenzij blijkens de in de presentielijst geplaatste handtekeningen vergaderd wordt door de voltallige vergadering.

Artikel 13 Stemrecht

Stemrecht komt uitsluitend toe aan de leden van de commissie; de voorzitter is hiervan uitgezonderd.

Artikel 14 Wijze van stemmen

  • 1.

    Over alle zeken wordt door de leden mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten, aanbevelingen of geven van advies over personen, bij gesloten en ongetekende briefjes.

  • 2.

    Indien bij het nemen van een besluit over zaken geen der leden stemming vraagt wordt het voorstel, zoals dat is geformuleerd door de voorzitter, geacht te zijn aangenomen.Indien de voorzitter in artikel 31 e.v. van de Gemeentewet overeenkomstig toegepast.

  • 3.

    In een advies worden ook minderheidsstandpunten tot uitdrukking gebracht.

Artikel 15 Ondertekenen van stukken

De uitgaande stukken orden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

 

Artikel 16 Onderwerpen taakgebied meer commissies

In gevallen waarin een onderwerp behoort tot het taakgebied van meer commissies kan de raad behandeling in een verenigde vergadering van commissies voorschrijven

 

 

Artikel 17 Voorzitter en secretaris verenigde vergadering

  • 1.

    Een verenigde vergadering van commissies wordt voorgezeten door de daarvoor door de raad aan te wijzen voorzitter.

  • 2.

    Het secretariaat wordt in die gevallen vervuld door de door de raad, de griffier gehoord, aan te wijzen secretaris.

     

Artikel 18a Spreekrecht

Aan de discussie in een commissievergadering ten aanzien van het agendapunt dat aan de orde is, kan worden deelgenomen door het publiek, telkenmale voordat de leden van de commissie in eerste of in tweede termijn hebben gesproken.

Een spreker vanuit het publiek dient voor de aanvang van de commissievergadering aan de voorzitter kenbaar te maken, dat hij bij een agendapunt dat aan de orde is, aan de discussie wil deelnemen. Een spreker vanuit het publiek maakt zich, voordat hij het word neemt bekend aan de commissie.

Artikel 18b Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan, maar die wel tot de commissie behoren.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden:

  • a.

    over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter open staat of heeft opengestaan;

  • b.

    over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c.

    indien een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de secretaris. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres, en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

Artikel 19 Ordehandhaving

De voorzitter handhaaft de orde van de vergadering

Hij stelt de regels ten aanzien van het interrumperen van sprekers

Hij kan, indien de orde door het publiek wordt verstoord, hen die dit doen, of al het publiek, uit de vergadering laten verwijderen, en de openbare vergadering zonder publiek laten voortzetten.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Kaderverordening op de raadscommissies 2002”

Artikel 21 Overgangsregeling griffier

Tot het moment waarop de raad een griffier benoemt worden zijn taken waargenomen door de gemeentesecretaris. Daar waar in deze verordening gesproken wordt van een griffier wordt tot die tijd de gemeentesecretaris bedoeld.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt voor zover hierna niet anders is bepaald in werking met ingang van 15 maart 2002.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

Van de gemeente Stede Broec, gehouden op 14 maart 2002.

De raadsgriffier, De voorzitter,