Organisatie | Veiligheidsregio Groningen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | regeling tijdelijke mobiliteit |
Citeertitel | tijdelijke mobiliteit |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-11-2017 | 24-11-2017 | Onbekend | 24-11-2017 Onbekend | onbekend |
Deze notitie maakt deel uit van het loopbaanbeleid van Veiligheidsregio Groningen. Het loopbaanbeleid is een samenhangend geheel van regelingen en instrumenten gericht op mobiliteit van medewerkers. In onderstaande afbeelding is te zien uit welke elementen het loopbaanbeleid is opgebouwd.
Het primaire doel van het personeelsbeleid en daarmee ook van het loopbaanbeleid is de juiste mens op de juiste plek, zowel nu als in de toekomst. Daarbij draait het om de balans tussen dat wat een medewerker kan en wil en dat wat de organisatie nodig heeft. Het organisatiebelang wordt per situatie gedefinieerd op basis van een afweging van strategische personeelsplanning, organisatieontwikkeling (visie en koers), formatieplan (bezuinigingen, reorganisatie) en functioneren.
Hoe meer deze drie elkaar overlappen hoe meer sprake is van ‘de juiste mens op de juiste plek’. Wanneer deze drie uit elkaar groeien, ontstaat er (uiteindelijk) een mobiliteitswens vanuit de medewerker en/of vanuit de organisatie. Dit kan een vrijwillige of een gedwongen mobiliteitswens zijn. Het beleid voor tijdelijke mobiliteit heeft betrekking op medewerkers die vrijwillig mobiel willen zijn door tijdelijk een andere functie binnen of buiten de organisatie te vervullen.
Het beleid voor tijdelijke mobiliteit is één van de instrumenten van het loopbaanbeleid. Wanneer tijdelijke mobiliteit juist wordt ingezet, draagt het bij aan de duurzame inzetbaarheid van de medewerker. Het wel of niet toestaan van tijdelijke mobiliteit is maatwerk en gebeurt in overleg met DPOO. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
Medewerkers ontvangen loon naar werken, tenzij de tijdelijke functie één salarisniveau lager is ingeschaald dan de generieke functie van de medewerker *. In dat geval behoudt de medewerker bij het uitoefenen van de tijdelijke functie zijn of haar salaris. Hiermee wijken we af van het beleid ten aanzien van structurele mobiliteit (notitie ‘mobiliteit, solliciteren en gevolgen voor salaris’). Dit om mobiliteit te bevorderen en een eventuele stap naar vrijwillige demotie makkelijker te maken.
Het wel of niet toestaan van tijdelijke mobiliteit en de voorwaarden waaronder dit gebeurt, is maatwerk. De leidinggevende weegt daarbij de belangen van de medewerker ten opzichte van die van de VRG vanuit de volgende drie perspectieven.