Verordening Dienstkleding gemeente Ten Boer

• 1.

  Aan de hierna vermelde ambtenaren van de afdeling openbare werken wordt van gemeentewege de voor hun functie noodzakelijke dienstkleding en dienstschoeisel kosteloos verstrekt.

• 2.

  De reguliere verstrekking van de dienstkleding en dienstschoeisel vindt, bij een betrekking met een arbeidstijd die door burgemeester en wethouders als normale arbeidstijd voor in hun dienst zijnde personeel is vastgesteld, plaats met inachtneming van het maximaal aantal punten.

  Bij de eerste verstrekking gelden maximaal 285 punten en voor elk volgend jaar maximaal 130 punten. Behoudens de in artikel 7 bedoelde beperkingen is de ambtenaar vrij de verstrekte punten in het jaar waarin deze zijn verstrekt te besteden.

• 3.

  Verstrekking van dienstkleding aan deeltijders vindt bij een arbeidstijd van 50% of minder van die van een volledige betrekking naar evenredigheid plaats. Bij afwezigheid langer dan een half jaar, tengevolge van buitengewoon verlof, ziekte of andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan geen dienstkleding wordt gedragen, vindt toekenning plaats naar evenredigheid van het aantal punten in dat jaar.

• 4.

  Voor de toepassing van dit reglement worden onder ambtenaren mede begrepen zij die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.

• 1.

  Naast de in het vorige lid bedoelde dienstkleding en dienstschoeisel kunnen andere uitrustingsstukken, zoals werkhandschoenen, veiligheidsoverals, veiligheidsschoeisel en andere kleding of schoeisel als bedoeld in de Wet op de arbeidsomstandigheden als zogenaamd inventarisgoed beschikbaar worden gesteld.

• 2.

  In door het hoofd van de afdeling openbare werken te beoordelen bijzondere gevallen kan deze beschikbaarstelling plaatsvinden in de vorm van individuele verstrekking.

• 1.

  De verstrekte kleding en schoeisel blijft eigendom van de gemeente.

• 2.

  Bij beëindiging van het dienstverband kan worden gevorderd, dat de verstrekte kleding en schoeisel wordt ingeleverd.

In door het hoofd van de afdeling openbare werken te beoordelen bijzondere gevallen kan vervanging van dienstkleding en dienstschoeisel tussentijds plaatsvinden zonder inachtneming van punten.

• 1.

  De ambtenaren, aan wie op grond van de bepalingen van dit reglement dienstkleding en dienstschoeisel is verstrekt, zijn verplicht die tijdens de uitoefening van hun dienst te dragen.

• 2.

  Het is verboden de dienstkleding en het dienstschoeisel bij andere werkzaamheden dan waarvoor verstrekt, te gebruiken dan wel de kleding of het schoeisel door anderen te laten gebruiken, te vervreemden of daarin aangebrachte merktekens te verwijderen.

• 1.

  De krachtens deze verordening verstrekte kleding en schoeisel moet door de zorg en voor rekening van de gebruiker behoorlijk worden onderhouden en schoongehouden.

• 2.

  De gebruiker is voorts verplicht de kleding en het schoeisel aan een inspectie te laten onderwerpen zo dikwijls als het hoofd van de afdeling dit nodig acht.

• 3.

  In door het hoofd van de afdeling openbare werken te beoordelen bijzondere gevallen kan de bewassing, het herstel of de vervanging van kleding of schoeisel voor rekening van de gemeente worden genomen.

• 1.

  Voor de toepassing van deze verordening kunnen door het hoofd van de afdeling openbare werken aanwijzingen worden gegeven.

• 2.

  Onder aanwijzingen als bedoeld in het vorige lid worden tevens verstaan opdrachten tot het dragen van noodzakelijk geachte kleding of noodzakelijk geacht schoeisel.

• 3.

  De ambtenaren zijn verplicht zich te gedragen naar de aanwijzingen door of vanwege het hoofd van de afdeling openbare werken gegeven.

• 4.

  In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het hoofd van de afdeling.

• 1.

  De verordening kan worden aangehaald als: "Verordening dienstkleding gemeente Ten Boer".

• 2.

  Deze verordening treedt in werking op de dag, volgend op de dag van haar bekendmaking. Per gelijke datum wordt de Verordening dienstkleding van de gemeente Ten Boer, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 augustus 1991, nummer 10b, ingetrokken.

• 3.

  De vaststelling van deze verordening en de intrekking van de in het vorige lid, tweede volzin bedoelde verordening heeft geen nadelige noch voordelige gevolgen voor hen die ingevolge de in het vorige lid, tweede volzin bedoelde verordening reeds aanspraak hadden op verstrekking van dienstkleding, dienstschoeisel of andere uitrustingsstukken.