Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling jeugdbescherming en jeugdreclassering gemeente Leudal 2019-2022 |
Citeertitel | Subsidieregeling jeugdbescherming en jeugdreclassering gemeente Leudal 2019-2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Wijziging | 08-06-2021 | |||
01-01-2021 | 01-01-2022 | Wijziging bijlage 1 | 26-05-2020 | ||
20-07-2018 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 03-07-2018 Gemeenteblad 2018, 148710 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal
gelet op op de Algemene Subsidieverordening Leudal 2016 hieronder verder te noemen ‘de ASV’, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht,
vast te stellen de Subsidieregeling jeugdbescherming en jeugdreclassering gemeente Leudal 2019-2022.
In deze regeling wordt verder verstaan onder:
actieplan: plan waarin de gecertificeerde instelling uiteenzet op welke wijze zij zich wapent tegen omstandigheden, waaronder capaciteitsproblematiek, die de organisatie kwetsbaar maken voor discontinuïteit in de dienstverlening, en hoe de continuïteit van de dienstverlening en de wendbaarheid van de organisatie wordt versterkt;
een volledige of gedeeltelijke beëindiging van gesubsidieerde activiteiten, dan wel vanwege een andere oorzaak zoals surseance van betaling of faillissement, deze activiteiten zal overdragen aan een andere gecertificeerde instelling, waarbij de uitvoering van de wettelijke taken tot aan de overdracht wordt geborgd;
Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van activiteiten opgenomen in bijlage 1, voor zover het maatregelen betreft die zijn opgelegd na inwerkingtreding van deze regeling of waarvan de uitvoering na inwerkingtreding van deze regeling is overgenomen van een andere gecertificeerde instelling.
Voor zover het betreft een gecertificeerde instelling die direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling door middel van bekostiging door het college activiteiten als bedoeld in het tweede lid uitvoerde, kan, met ingang van de datum waarop de daarvoor gesloten rechtsgeldige overeenkomst of verleende subsidie van rechtswege of met wederzijdse instemming is beëindigd, ook subsidie worden verstrekt voor het uitvoeren van dergelijke activiteiten die zijn opgelegd, respectievelijk waarmee is aangevangen voor inwerkingtreding van deze regeling.
Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt verleend voor een periode van twee jaar, ingaande 1 januari 2019, met dien verstande dat de periode twee maal met telkens een jaar kan worden verlengd. Indien het college of de gecertificeerde instelling geen gebruik wil maken van de mogelijkheid tot verlenging van de subsidieperiode geeft het/hij dat te kennen vóór 1 juli van het daaraan voorafgaande jaar.
De gecertificeerde instelling dient voor de subsidieperiode 2019 en 2020 één prognose gericht op de bevoorschotting als bedoeld in artikel 5 van deze regeling in, en één aanvraag subsidie als bedoeld in artikel 10 van deze regeling. Voor elk jaar dat de subsidie wordt verlengd ingevolge het bepaalde in lid 1 wordt vervolgens een prognose gericht op de bevoorschotting als bedoeld in artikel 5 van deze regeling, en een aanvraag subsidie als bedoeld in artikel 10 van deze regeling ingediend. De subsidie wordt per kalenderjaar vastgesteld.
Verstrekking van subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 voor zover niet uitgevoerd ten behoeve van jeugdigen met een licht verstandelijke beperking of jeugdigen zonder vaste woon- of verblijfplaats, met een bepaalde culturele en/of godsdienstige achtergrond en complexe gezinssystemen, vindt plaats aan de aanvrager die bovenaan eindigt in de door het college overeenkomstig het tweede lid aangebrachte rangschikking.
Bij de rangschikking houdt het college rekening met de mate waarin en wijze waarop voldaan wordt aan de onderstaande vereisten (onverminderd het bepaalde in artikel 11 van deze regeling). Bij de aanvraag wordt op de geformuleerde vereisten door de aanvrager specifiek ingegaan. Per cluster vereisten is een maximaal aantal punten te behalen, ten aanzien van de mate waarin en de wijze waarop op de vereisten wordt ingegaan, tot een totaal maximum van 100 te behalen punten.
Cluster uitvoering en transformatie (totaal maximaal 50 punten te behalen):
in de werkwijze is geborgd dat uiterlijk een half jaar voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd van de jeugdige waarop de jeugdbeschermingsmaatregel betrekking heeft, c.q. een half jaar voor het aflopen van de jeugdreclasseringsmaatregel een toekomstplan wordt opgesteld in overleg met alle relevante betrokkenen;
Cluster samenwerking (totaal maximaal 30 punten te behalen):
de manier waarop de gecertificeerde instelling uitvoering geeft aan van toepassing zijnde acties/ doelen van het beleidsplan Jeugdhulp gemeenten-Limburg 2014-2019 incl. addendum, de richtinggevende notitie inkoop Jeugdhulp Midden-Limburg West, en de notitie ‘Naar een toekomstbestendige jeugdbescherming en jeugdreclassering’.
Cluster organisatie (totaal maximaal 20 punten te behalen):
Bij de rangschikking houdt het college rekening met de mate waarin en de wijze waarop wordt voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 6, lid 2 van deze regeling (onverminderd het bepaalde in artikel 11 van deze regeling). Daarbij geeft de aanvrager er specifiek blijk van te kunnen beschikken over professionals met een bijzondere expertise ten aanzien jeugdigen en/of andere betrokkenen met een (lichte) verstandelijke beperking, en zich bewust te zijn wat dat betekent voor de uitvoering van de maatregelen.
Verstrekking van subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 voor zover uitgevoerd ten behoeve van jeugdigen zonder vaste woon- of verblijfplaats, met een bepaalde culturele en/of godsdienstige achtergrond en complexe gezinssystemen, vindt enkel plaats aan de aanvrager die bovenaan eindigt in de door het college overeenkomstig het tweede lid aangebrachte rangschikking.
Bij de rangschikking houdt het college rekening met de mate waarin en de wijze waarop wordt voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 6, lid 2 van deze regeling (onverminderd het bepaalde in artikel 11 van deze regeling). Daarbij geeft de aanvrager er specifiek blijk van te kunnen beschikken over professionals met een bijzondere expertise ten aanzien van de doelgroep zoals beschreven in het eerste lid, en zich bewust te zijn wat dat betekent voor de uitvoering van de maatregelen.
Subsidie wordt enkel verstrekt als in ieder geval aan de volgende vereisten is voldaan:
de gecertificeerde instelling is, al dan niet in samenwerking met een onderaannemer, in staat om alle in artikel 2, tweede lid, genoemde subsidiabele activiteiten waarvoor de gecertificeerde instelling ingevolge artikel 6, 7 of 8 van deze regeling een aanvraag heeft ingediend, uit te voeren volgens de daarvoor geldende normen;
1.In afwijking van artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Leudal 2016 bevatten de aanvragen ingevolge de artikelen 6, 7 of 8 bevatten de volgens het door het college ter beschikking gestelde aanvraagformulier vereiste gegevens en bescheiden, waaronder in ieder geval:
Onverminderd het bepaalde in artikel 7, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Leudal 2016 kan een subsidie worden geweigerd als:
uit de aanvraag naar oordeel van het college onvoldoende blijkt dat de aanvrager gedurende de volledige subsidieperiode in staat zal zijn te beschikken over het kwalitatief en kwantitatief benodigde personeel en materieel voor de naar verwachting door hem uit te voeren subsidiabele activiteiten, uitgaande van de prognose en inhoudelijke uitgangspunten, bedoeld in artikel 5.
Onverminderd het bepaalde in artikel 7, derde lid van de Algemene Subsidieverordening Leudal 2016 kan de subsidie in ieder geval worden ingetrokken als:
naar oordeel van het college niet langer aannemelijk is dat de subsidieontvanger gedurende de resterende subsidieperiode kan beschikken over het kwalitatief en kwantitatief benodigde personeel en materieel voor de naar verwachting door hem uit te voeren subsidiabele activiteiten, uitgaande van de prognose bedoeld in artikel 5;
Gedurende de looptijd van de subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt, in afwijking van artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening Leudal 2016, na het verstrijken van ieder kalenderjaar voor 1 april een aanvraag tot vaststelling met betrekking tot het vorige kalenderjaar ingediend.
Heythuysen, 3 juli 2018
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEUDAL
Secretaris, De Burgemeester,
H.K.W. Bekkers A.H.M. Verhoeven MPM
Tabel 1. Tarieven en prognose uitvoering subsidiabele activiteiten doelgroep generale JB/JR (art. 6)
Scholing- en trainingsprogramma (STP) (begeleidingsmaanden op jaarbasis) |
Tabel 2. Tarieven en prognose uitvoering subsidiabele activiteiten JB/JR doelgroep (L)VB (art. 7)
Scholing- en trainingsprogramma (STP) (begeleidingsmaanden op jaarbasis) |
Tabel 3. Tarieven en prognose uitvoering subsidiabele activiteiten JB/JR doelgroep jeugdigen zonder vaste woon- of verblijfplaats, met een bepaalde culturele en/of godsdienstige achtergrond en complexe gezinssystemen (art. 8)
Scholing- en trainingsprogramma (STP) (begeleidingsmaanden op jaarbasis) |
* Tarief onder voorbehoud van evaluatie bijzondere kosten 2021, indien gereed is voor vaststellen subsidieverlening 2022
** De prognose heeft betrekking op het jaar 2022. De prognose is per kalenderjaar.