Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Jeugdbescherming Noord I Drenthe |
Citeertitel | Mandaatbesluit Jeugdbescherming Noord I Drenthe |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 10:4 Algemene wet bestuursrecht;artikel 6.1.8. Jeugdwet;artikel 1:265a Burgerlijk Wetboek
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-04-2018 | nieuwe regeling | 24-04-2018 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe en de burgemeester van Midden-Drenthe, ieder voor zover het zijn bevoegdheid aangaat;
dat de bevoegdheid tot het aanvragen van een machtiging tot uithuisplaatsing als bedoeld in 6.1.2 e.v. Jeugdwet is gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Sociaal, die het op zijn beurt heeft ondergemandateerd aan de coördinator zorg, de beleidsmedewerker, de medewerker jeugdteam, de deelnemer aan het MDO, de administratief medewerker van het Centrum voor Jeugd en Gezin, en de jeugdconsulent;
dat in gevallen waarin in verband met de veiligheid of de omgeving van de jeugdige het aangewezen is de kinderrechter een (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing te verzoeken of in afwachting daarvan een mondeling spoedverzoek te doen, niet altijd een gemandateerde persoon aanwezig is, met name buiten kantooruren;
dat om te handelen het nodig kan zijn om bij de kinderrechter verzoekschriften in te dienen voor een (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing of in afwachting daarvan een mondeling spoedverzoek tot uithuisplaatsing in te dienen, en te besluiten tot de bepaling van de noodzakelijke voorziening op grond van de Jeugdwet;
mandaat te verlenen aan de bij de Stichting Jeugdbescherming Noord I Drenthe in de functies van Gedragswetenschapper, Jeugdbeschermer of Praktijkbegeleider werkzame personen om in crisissituaties namens het college te bepalen welke voorziening op grond van artikel 2.3 van de Jeugdwet in die situatie noodzakelijk is;
aan de genoemde personen volmacht dan wel machtiging te verlenen tot het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank tot het afgeven van een machtiging tot uithuisplaatsing als bedoeld in artikel 6.1.8. van de Jeugdwet, en in afwachting daarvan bij de kinderrechter een mondeling spoedverzoek om gesloten jeugdhulp te doen, en daarbij de handelingen te verrichten die nodig zijn om de uithuisplaatsing te effectueren;