Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling werktijden gemeente Houten |
Citeertitel | Regeling werktijden gemeente Houten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Schematische weergave standaardregeling en bijzondere regeling voor de werktijden |
Deze regeling vervangt de arbeidstijdenregeling
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-07-2018 | 01-01-2018 | Onbekend | 23-01-2018 | BWV.18017 |
Besluit van Burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders van Houten;
Gelet op artikel 160, eerste lid sub c van de Gemeentewet;
Gelet op hoofdstuk 4, 4a en 6 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);
Gelet op de instemming van de Ondernemingsraad, d.d. 25-10-2017;
Hoofdstuk 1 Algemeen van toepassing zijnde bepalingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Bij het vaststellen van de werktijden gelden de volgende uitgangspunten:
Artikel 3 Formele en feitelijke arbeidsduur
De formele arbeidsduur per week bedraagt bij een volledige betrekking 36 uur.
De formele arbeidsduur per jaar bedraagt bij een volledige betrekking 1824 uur.
De feitelijke arbeidsduur bedraagt niet meer dan 12 uur per dag en maximaal 60 uur per week. Per 16 aaneengesloten weken mag er niet meer dan gemiddeld 48 uur arbeid worden verricht.
De (lunch)pauzes worden genomen volgens de bepalingen van de Arbeidstijdenwet. Bij een werktijd langer dan 5,5 uur moet een pauze van minimaal 30 minuten worden opgenomen. Bij een werktijd van langer dan 10 uur moet een pauze van minimaal 45 minuten worden opgenomen.
Artikel 5 Verantwoording arbeidsduur per dag
De medewerker registreert zijn arbeidsduur per dag zoals voor hem vastgesteld.
De leidinggevende is belast met het toezicht op de registratie van de arbeidsduur per dag.
Het door een ander laten registreren van de werktijd is niet toegestaan.
Doktersbezoek dient zoveel mogelijk in eigen tijd te gebeuren. Er wordt maximaal 1 verzuim uur vergoed bij dokters of tandartsbezoek. Bij bezoek aan een specialist zijn dat maximaal drie verzuimuren.
Bij afwezigheid wegens (buitengewoon) verlof en ziekte geldt voor de registratie de voor de medewerker vastgestelde arbeidsduur per dag overeenkomstig het voor hem geldende werkpatroon.
Hoofdstuk 2 Standaardregeling voor de werktijden
De bedrijfstijden van het gemeentehuis zijn van maandag tot en met woensdag van 07.00 t/m 19.00 uur, op donderdag van 07.00 t/m 18.00 uur en op vrijdag van 07.00 t/m 17.00 uur. Dit betekent dat na sluitingstijd er in principe niet meer in de bedrijfsruimten van de gemeente gewerkt kan worden, tenzij daar specifieke afspraken over zijn gemaakt tussen de medewerker en de leidinggevende.
Tijdens vakantieperiodes sluit het gemeentehuis ook op maandag t/m woensdag om 18.00 uur
Artikel 7 Werkweek, werkpatroon en werktijden
Medewerker en leidinggevende maken samen afspraken over de werktijden, het verlof en de planning van de werkzaamheden.
Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van deze regeling leggen de medewerker en de leidinggevende de keuze voor een werkpatroon en werktijden in onderling overleg vast.
Voor een deeltijdfunctie worden de dagen waarop de medewerker werkt, vastgelegd en de daarbij behorende formele en feitelijke arbeidsduur per dag.
Artikel 8 Bedrijfsvoering en klantbediening
De leidinggevende bepaalt voor zijn afdeling, c.q. teams binnen zijn afdeling, de normen voor een adequate bezetting, waarmee de kwaliteit van de bedrijfsvoering en een adequate klantbediening verzekerd is. Deze normen worden vastgelegd in het afdelingsplan.
Indien ter uitvoering van lid 1 een roosterindeling noodzakelijk is, maakt de leidinggevende zoveel als mogelijk gebruik van het systeem van zelfroostering, waardoor medewerkers zeggenschap hebben over hun werktijden.
Inroostering of wijzigingen van de werktijden vinden in overleg met de medewerker plaats. Het bepaalde in artikel 7, lid 4, is van toepassing.
Een afdelingshoofd kan, bij een te verwachten groot werkaanbod, medewerkers meer uren inroosteren dan de formele arbeidsduur. Bij een te verwachten klein werkaanbod wordt de medewerker dan ter compensatie minder uren ingeroosterd dan de formele arbeidsduur. In een door het afdelingshoofd te bepalen periode, met een maximum van een jaar, is de totale arbeidsduur gelijk aan de arbeidsduur die de desbetreffende medewerker op grond van zijn aanstelling in die periode moet werken.
Artikel 9 meer of minder gewerkte uren (compensatie-uren)
De tijd die een medewerker meer of minder dan de formele arbeidsduur werkt, wordt als een tegoed respectievelijk een tekort ten opzichte van de formele arbeidsduur geboekt via de tijdregistratie.
Maximaal kan een positief saldo van compensatie-uren ontstaan van 36 uren.
Maximaal kunnen 36 uren worden overgeboekt naar het volgende kalenderjaar. Voor medewerkers met een deeltijdbetrekking geldt dit naar rato van het dienstverband.
Maximaal kan een negatief saldo van compensatie-uren ontstaan van 36 uren. Bij een saldo van meer dan 36 uren negatief aan het einde van een jaar, vindt verrekening plaats met de verlofuren (eventueel van het volgende jaar).
Medewerkers die werkzaam zijn binnen een organisatieonderdeel waarvoor door het afdelingshoofd een rooster is vastgesteld worden uitgezonderd van de mogelijkheid meer of minder gewerkte tijd te compenseren.
In goed overleg tussen medewerker en leidinggevende is het mogelijk om af te wijken van hetgeen bepaald is in de leden 2 en 3.
Artikel 10 verrekening compensatie-uren bij ontslag
Een positief saldo aan compensatie-uren ten tijde van ontslag dient te zijn gecompenseerd in vrije tijd. Alleen als compensatie niet mogelijk is, hetgeen blijkt uit een verklaring van de leidinggevende, kan worden overgegaan tot uitbetaling.
Een negatief saldo aan compensatie-uren ten tijde van ontslag, wordt in eerste instantie verrekend met de verlofuren. Is het niet mogelijk een negatief saldo van compensatie-uren te verrekenen met het verlof dan volgt verrekening met het salaris.
Artikel 11 buitendagvenstervergoeding
Wanneer de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten komt deze in aanmerking voor een buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:12 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur buiten het dagvenster een percentage van het uurloon:
De buiten het dagvenster gewerkte uren worden tevens in tijd gecompenseerd. De gewerkte uren buiten het dagvenster kunnen niet worden omgezet in vakantieverlof.
De medewerker die een functie bekleedt waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is heeft conform artikel 3:12 CAR-UWO geen recht op een buitendagvenstervergoeding.
Hoofdstuk 3 Bijzondere regeling voor de werktijden
Artikel 12 bijzondere regeling
De bijzondere regeling is van toepassing op de in de bijlage A opgenomen functiegroep(en) en functies.
De leidinggevende stelt voor deze groep eenzijdig de individuele werktijden vast conform artikel 4:4 CAR-UWO.
Het college kan met instemming van de OR de in de bijlage A genoemde functies/functiegroepen wijzigen.
Medewerkers in de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR-UWO aanspraak maken op overwerkvergoeding (artikel 3:18 CAR-UWO), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:11), en beschikbaarheidsvergoeding (artikel 3:13 CAR-UWO)
Bijlage: A bij de Regeling werktijden gemeente Houten
Groepen medewerkers / functies vallende onder de bijzondere regeling werktijden
Afdeling Beheer Openbare Ruimte
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Toelichting op de Regeling werktijden gemeente Houten
Op 4 juli 2013 is een LOGA-circulaire verschenen met betrekking tot het moderniseren en flexibiliseren van de werktijdenregeling in de CAR-UWO per 1 januari 2014. In de CAO gemeenten 2011-2012 waren hierover al principe afspraken gemaakt.
De ruimere en meer flexibele werktijden sluiten prima aan bij de flexibiliteit die we binnen onze organisatie beogen. Voor de werkgever komt er meer ruimte om medewerkers in te zetten op momenten dat dit het meest nodig is. Voor de meeste medewerkers betekent de nieuwe regeling dat er meer ruimte komt om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken en de werktijden in overleg met de leidinggevende af te stemmen op de privésituatie.
Het begrip bloktijden, geldend voor iedere medewerker, vervalt. In plaats daarvan worden op individueel niveau afspraken gemaakt met de leidinggevende over de werktijden. Uiteraard moeten de afspraken voldoen aan de bepalingen van de Arbeidstijdenwet en de CAR-UWO.
Er wordt een ruimer dagvenster ingevoerd (van 7.00 – 22.00 uur) waarbij flexibiliteit en zeggenschap van de medewerker sleutelbegrippen zijn.
Twee regelingen: een standaardregeling en een bijzondere regeling
Het nieuwe hoofdstuk 4 van de CAR-UWO gaat uit van een standaardregeling en een bijzondere regeling. De standaardregeling is de norm, en geldt voor alle medewerkers die zelf (enige) vrijheid hebben bij het bepalen van hun werktijden. Dit geldt voor veruit het merendeel van de medewerkers. De bijzondere regeling is de uitzondering en geldt voor de medewerkers waarbij de individuele werktijden eenzijdig door, of namens het college worden vastgesteld.
De standaardregeling, de bijzondere regeling en vergoedingen
Hoofdstuk 4 CAR-UWO is per 01-2014 gewijzigd. Onder de standaardregeling en de bijzondere regeling voor de werktijden gelden verschillende vergoedingen. De vergoedingen zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk 3 van de CAR-UWO
De standaardregeling werktijden
Onder de standaardregeling is sprake van twee soorten vergoeding:
De bijzondere regeling voor de werktijden
Als gevolg van de aanpassingen in hoofdstuk 3 CAR-UWO per 01-2014 gelden de bepalingen met betrekking tot de onregelmatigheidstoeslag en de overwerkvergoeding alleen voor de medewerkers die onder de bijzondere regeling vallen.
Schematische weergave standaardregeling en bijzondere regeling voor de werktijden