Hoofdstuk 24 Werkkleding
Artikel 24:1:1
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- a.
betrokkene : degene die verplicht is om een uniform of dienstkleding of een verstrekking uit veiligheidsoverwegingen te dragen;
- b.
werkkleding : verstrekkingen in welke vorm ook, die zijn gedaan krachtens dit hoofdstuk.
Artikel 24:1:2
De verstrekkingen worden indien mogelijk van gemeentewege gemerkt.
Artikel 24:1:3
De verstrekking van werkkleding geschiedt uitsluitend:
- a.
als in het belang van de dienst uniforme kleding gewenst is;
- b.
uit veiligheidsoverwegingen;
- c.
voor het verrichten van extra vuile werkzaamheden of wegens extra slijtage;
- d.
aan de betrokkene in de buitendienst, die tijdens neerslag verplicht is door te werken.
Artikel 24:1:4
- 1.
De betrokkene aan wie werkkleding is verstrekt, is verplicht deze in de desbetreffende omstandigheden te dragen.
- 2.
De werkkleding mag alleen ten behoeve van de dienst worden gedragen.
Artikel 24:1:5
- 1.
In de regel is de betrokkene verplicht, voor eigen rekening, zorg te dragen dat aan de hem van gemeentewege persoonlijk verstrekte werkkleding zich steeds in een behoorlijke staat van onderhoud en reinheid bevindt.
- 2.
Reiniging en herstel van depot- en magazijngoederen gebeurt van gemeentewege, tenzij dit nodig is tengevolge van gebrek aan zorg van de betrokkene.
Artikel 24:1:6
De afschrijvingstermijn, voor zover vastgesteld, is de minimumdraagtijd
Artikel 24:1:7
Bij het beëindigen van het dienstverband kan de betrokkene in de gelegenheid worden gesteld de hem persoonlijk verstrekte werkkleding van de gemeente te kopen tegen een vergoeding van de op de aanschafkosten en de afschrijvingstermijn gebaseerde restwaarde.
Artikel 24:1:8
In gevallen waarin dit hoofdstuk niet of niet naar redelijkheid voorziet, treft het college een passende voorziening.
Artikel 24:1:9
Verstrekkingen die zijn gedaan op grond van de Werkkledingverordening, zoals deze voor intrekking luidde, worden geacht ook onder dit hoofdstuk te vallen.