Organisatie | Halderberge |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Halderberge |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Halderberge |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
vervangt Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Halderberge 2015
artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, 4 van de Wet op de expertisecentra en 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2018 | nieuwe regeling | 22-05-2018 Gemeenteblad Halderberge 21 juni 2018, nr 132497 | Onbekend |
De raad van de gemeente Halderberge;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2018;
gelet opde artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, 4 van de Wet op de expertisecentra en 4van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
eigen verantwoordelijkheid: ouders bedenken zelf oplossingen en mogelijkheden en welke inspanningen zij daarbij zelf kunnen leveren. Hierbij wordt bekeken welke oplossingen binnen het eigen netwerk kunnen worden gevonden en welke oplossingen altijd beschikbaar zijn. Medische problemen, studie, werk ouders en gezinssamenstelling ontslaat ouders hier niet van;
inkomen: inkomensgegeven van ouder(s), voogden, verzorgers van de leerling of van de leerling die meerderjarig en handelingsbekwaam is, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, in het peiljaar, bedoeld in artikel 4, zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs;
1°. voor het primair onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 18a, zevende tot en met tiende lid, van de Wet op het primair onderwijs; of
2°. voor het voortgezet onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 17a, zevende tot en met tiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
reistijd: totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer;
1°. voor het primair onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, tweede en vijftiende lid, van de Wet op het primair onderwijs; of
2°. voor het voortgezet onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a, tweede en zestiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
1°.basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;
2°. school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra; of
3°. school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;
4°.ISK: voorziening binnen het regulier basisonderwijs waar kinderen heen gaan diedie de Nederlandse taal nog niet spreken, wordt gezien als dichtstbijzijnde tijdelijke reguliere basisschool;
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
1°. bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van (openbaar) vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider;
2°. aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen; of 3°. gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;
z.woning: plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft.
Artikel 2. De door het college noodzakelijk te achten vervoersvoorziening
1.Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeenteverblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.
Artikel 3. Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
1.Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel deopstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort, ontstaat slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 5. Vervoersvoorziening naar opvangadres
Het vervoer naar een opvangadres komt in de plaats van het vervoer vanaf school naar het woonadres. Indien wordt gekozen voor vervoer naar opvangadres dan zijn de ouders verantwoordelijk voor het vervoer van opvangadres naar woonadres. Hiervoor kan geen aanvullende vervoersvoorziening worden aangevraagd.
Artikel 6. Vervoersvoorzieninghoogbegaafdheid
Artikel 8. Toekenning vervoersvoorziening
Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.
Artikel 9. Aanvraag en beoordelingsprocedure
Aanvraagformulieren die onjuist of onvolledig zijn ingevuld worden teruggestuurd naar deaanvrager. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken de aanvraag aan te vullen. Indien hier geen gebruik van wordt gemaakt of het formulier wederom onjuist of onvolledig is ingevuld, kan het college de aanvraag buiten behandeling stellen.
Om tot een juiste beoordeling te komen waarbij zoveel mogelijk maatwerk zal worden geleverd, kan de aanvrager bij een (eerste) aanvraag door of namens het college binnen twee weken na ontvangst van het aanvraagformulier worden uitgenodigd voor een gesprek. Dit gesprek stelt ten doel om de noodzaak en wijze van vervoer vast te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de leerling.
Artikel 10. Algemene weigeringsgronden
Er wordt in ieder geval geen vervoersvoorziening toegekend:
Artikel 11. Doorgeven van wijzigingen
1.De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekendevervoersvoorziening, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Artikel 12. Intrekking vervoersvoorziening
De vervoersvoorziening kan worden ingetrokken indien de bij de aanvraag verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling van de aanvraag de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest.
Artikel 13. Ontzegging vervoersvoorziening
Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van de inzittenden van de bus in gevaar brengt.
Alvorens over te gaan tot een ontzegging worden de volgende stappen ondernomen:
Indien het verwijtbaar gedrag aanhoudt, volgt er een tweede waarschuwingsbrief. Voorts zorgt het college in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling door één van de ouders/ begeleider mogelijk te maken. De kosten voor een begeleider zijn voor rekening van de ouders;
§ 2 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 16 Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
b.een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaalonderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.
4.Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele(vervoers)adviezen van deskundigen alsmede andere relevante informatie die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.
Artikel 17. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan zes km bedraagt en voor speciaal basisonderwijs meer dan zes km bedraagt.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets. Deze bekostiging is ten hoogste gelijk aan de kosten voor openbaar vervoer.
Artikel 18. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider
Indien de bekostiging plaatsvindt op basis van begeleiding voor het vervoer per fiets, wordt voor de begeleiding een bedrag per km vergoed (op basis van reisregeling binnenland). De bedragen worden uitgekeerd voor de kilometers die de leerling aflegt. Deze bekostiging is ten hoogste gelijk aan de kosten voor openbaar vervoer.
Artikel 19. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt, indien:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 18 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
Artikel 20. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
b.een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van deReisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm vanaangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
5.Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 26.100,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 17 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 17 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 26.100,-.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 17 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.
Het bedrag van € € 26.100,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2019 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € € 26.100,-.
Artikel 22. Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2019 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2019 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
§ 3 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Artikel 23. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
2.Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele(vervoers)adviezen van deskundigen alsmede andere relevante informatie die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.
Artikel 24. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer, openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per (brom)fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 23 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke, psychische of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de (brom) fiets gebruik kan maken.
In afwijking van de bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, zoals bedoeld in het eerste lid, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per (brom)fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per (brom)fiets.
Artikel 25. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 23 bezoekt, indien:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
Artikel 26. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per (brom)fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de (brom)fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
§ 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 27. Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie aan in de gemeente wonende ouders
Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze paragraaf.
Artikel 28. Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 29. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 30. Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.