Overheidsorganisatie | Gemeente Hardenberg |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-11-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 09-11-2010 Gemeenteblad, 2010, nr. 20 | Onbekend |
De raad van de gemeente Hardenberg;
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5oktober 2010;
Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
Besluit:
Vast te stellen de
Onder de naam precariobelasting wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd.
De belasting wordt geheven van degene, die één of meer voorwerpen onder, op of bovengemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, heeft.
De belasting bedraagt voor:
het hebben van een vaste pomp ten behoeve van leveren van olie, benzine, petroleum of andere vluchtige koolwaterstoffen, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen:
voor het eerste aftappunt € 101,46
voor het tweede aftappunt € 134,18
voor het derde en elk volgende aftappunt € 166,27
het hebben van een lucht- of wateraftappunt, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen € 32,72
het hebben van een automatisch verkooptoestel ten behoeve van het leveren van olie, benzine, petroleum, of andere vluchtige koolwaterstoffen, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen:
voor toestellen met een maximum afleveringscapaciteit van ten hoogste 3 liter per keer € 64,81 per jaar;
voor de overige toestellen wordt een belasting geheven overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
jaar: een kalenderjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
maand: een kalendermaand.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
1. De belasting is invorderbaar in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
De "Verordening precariobelasting 2010” van 10 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2011".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Hardenberg van 9 november 2010.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier,