Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederweert

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent schuldhulpverlening Beleidsregels schuldhulpverlening Nederweert 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNederweert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent schuldhulpverlening Beleidsregels schuldhulpverlening Nederweert 2017
CiteertitelBeleidsregels schuldhulpverlening Nederweert 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening.

De regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-2017nieuwe regeling

20-12-2016

Weekblad, 04-01-2017

BW-16-01009

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent schuldhulpverlening Beleidsregels schuldhulpverlening Nederweert 2017

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij gemeente Nederweert is ingeschreven;

  • c.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de preventie van schulden en de nazorg;

  • d.

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

  • e.

    wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    Inwoners van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

  • 2.

    Inwoners onder de 18 jaar kunnen zich tot het college wenden voor informatie en advies op het gebied van schuldenproblematiek.

  • 3.

    Inwoners die ondernemer zijn en te maken hebben met bedrijfsschulden, kunnen zich tot het college wenden voor informatie en advies op het gebied van schuldenproblematiek.

Artikel 3. Toegang en vorm

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht.

  • 2.

    De volgende factoren kunnen een rol spelen bij het al dan niet aanbieden van schuldhulpverlening:

    • a.

      cliëntkenmerken: houding en gedrag, de aard en omvang van lichamelijke, psychische, psychosociale en verstandelijke beperkingen, de mate van zelfredzaamheid en financiële vaardigheden van verzoeker, woonsituatie;

    • b.

      financiële situatie: de aard, zwaarte en/of omvang van schulden en de regelbaarheid van schulden;

    • c.

      een eventueel eerder gebruik van of beroep op schuldhulpverlening.

  • 3.

    De vorm waarin schuldhulpverlening wordt aangeboden, kan uit de volgende onderdelen bestaan:

    • a.

      informatie-en adviestraject;

    • b.

      schuldhulpverleningstraject met als mogelijke onderdelen:

    • o

      betalingsregeling

    • o

      crisisinterventie

    • o

      budgetbeheer

    • o

      budgetcoaching

    • o

      herfinanciering

    • o

      schuldregeling.

  • 4.

    Indien het college over onvoldoende gegevens beschikt om een besluit te nemen over toelating of weigering van schuldhulpverlening, biedt het college de verzoeker een redelijke hersteltermijn, volgens artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht, om alsnog de gevraagde informatie te verstrekken of medewerking te verlenen. Als verzoeker niet binnen de redelijke hersteltermijn de gevraagde informatie aanlevert, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

Artikel 4. Wacht- en doorlooptijd

  • 1.

    Indien een verzoeker zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening, vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 2.

    Indien een verzoeker met minderjarige kinderen zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening, vindt binnen twee weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 3.

    Indien er sprake is van een crisissituatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 4.

    Het college geeft de verzoeker inzicht in het aantal weken tussen het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en het bereiken van het resultaat.

Artikel 5. Inlichtingenplicht

De verzoeker doet aan het college of de door het college ingeschakelde schuldhulpverleningsorganisatie op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

Artikel 6. Medewerkingsplicht

  • 1.

    Het college stelt bij de uitvoering van de wet de identiteit van de verzoeker vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht.

  • 2.

    Een ieder is verplicht aan het college of een door het college ingeschakelde schuldhulpverleningsorganisatie desgevraagd een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter inzage te verstrekken, voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het schuldhulpverleningsaanbod.

  • 3.

    De verzoeker is verplicht aan het college of de door het college ingeschakelde schuldhulpverleningsorganisatie, desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de intake en van het schuldhulpverleningstraject.

  • 4.

    De medewerking bestaat o.a. uit:

  • a.

    Het op tijd nakomen van gemaakte afspraken, al dan niet in het kader van de schuldhulpverleningsovereenkomst(en);

  • b.

    Het meewerken aan een inkomenscheck. Dit is in ieder geval verplicht voor een door de gemeente gefinancierde schuldhulpregeling of budgetbeheer;

  • c.

    Het treffen van maatregelen om de aflossingscapaciteit te verhogen, waaronder het vragen van kostgeld aan inwonende meerderjarige kinderen, het opzeggen van deelname aan loterijen en niet noodzakelijke abonnementen of verzekeringen, het verkopen van niet noodzakelijke bezittingen en het doen van een beroep op inkomensverhogende regelingen, waaronder alimentatie;

  • d.

    Het zich tot het uiterste inspannen om werk te behouden dan wel fulltime werk te verkrijgen;

  • e.

    Het volledig of zoveel mogelijk aflossen van de schulden door hiervoor alle beschikbare afloscapaciteit in te zetten gedurende de afgesproken schuldregelingstermijn;

  • f.

    Het stipt nakomen van de overeengekomen aflossingsverplichtingen;

  • g.

    Geen nieuwe financiële verplichtingen aangaan;

  • h.

    Het geven van toestemming om de voor schuldhulpverlening van belang zijnde informatie in te winnen bij, dan wel te verstrekken aan derden;

  • i.

    Het nalaten van dat wat de voortgang van de schuldhulpverlening belemmert.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college kan schuldhulpverlening weigeren, indien verzoeker:

  • a.

    niet behoort tot de in artikel 2 beschreven doelgroep van gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • b.

    niet of in onvoldoende mate voldoet aan de inlichtingenplicht zoals neergelegd in artikel 5;

  • c.

    niet of in onvoldoende mate voldoet aan de medewerkingsplicht zoals neergelegd in artikel 6;

  • d.

    al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening;

  • e.

    fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en waardoor verzoeker in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is opgelegd;

  • 2.

    Alvorens ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde informatie te verstrekken en/of medewerking te verlenen.

  • 3.

    Een vreemdeling die geen ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8 onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000 komt niet in aanmerking voor schuldhulpverlening.

  • 4.

    Als tijdens de integrale intake blijkt dat verzoeker door de aard van zijn beperkingen niet of onvoldoende in staat kan worden geacht om zich te houden aan de voorwaarden van een schuldhulpverleningstraject, kan schuldhulpverlening worden geweigerd.

Artikel 8. Beëindiginggronden

  • 1.

    Het college kan schuldhulpverlening beëindigen, indien verzoeker:

  • a.

    niet langer behoort tot de in artikel 2 beschreven doelgroep van gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • b.

    niet langer voldoet aan de inlichtingenplicht zoals neergelegd in artikel 5;

  • c.

    niet langer voldoet aan de medewerkingsplicht zoals neergelegd in artikel 6;

  • d.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol heeft afgerond;

  • e.

    fraude pleegt die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft;

  • f.

    op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • g.

    zich ten opzichte van medewerkers ernstig misdraagt;

  • h.

    in staat is om zijn schulden zelf te regelen, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren.

  • 2.

    Het college kan schuldhulpverlening beëindigen indien schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk geacht wordt.

  • 3.

    Alvorens ingevolge lid 1 te besluiten tot beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde informatie te verstrekken en/of medewerking te verlenen.

Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2017 en worden aangehaald als “beleidsregels schuldhulpverlening Nederweert 2017”.

  • 2.

    De beleidsregels “Toelating tot de schuldhulpverlening” worden met ingang van 1 januari 2017 ingetrokken.

Bijlage: Behorende bij Beleidsregels schuldhulpverlening Nederweert 2017

Bijlage