Organisatie | Weststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Hart voor de Jeugd Weststellingwerf 2018 |
Citeertitel | Verordening Hart voor de Jeugd Weststellingwerf 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | nieuwe regeling | 04-12-2017 | 2017-001227/r |
Registratienummer: 2017-001227/r
De raad van de gemeente Weststellingwerf;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 oktober 2017;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet;
overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en
toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de
verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en
het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
1.In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
intensiteit: zwaarte van de behandeling, begeleiding of ondersteuning;
Artikel 2. Vormen van ondersteuning
Ondersteuning voor jeugdigen met (een vermoeden van) ernstig enkelvoudige dyslexie (EED), in de vorm van dyslexieonderzoek en/of behandeling. Dyslexiezorg wordt geboden aan jeugdigen in de leeftijd van 7 tot en met 12 jaar, dan wel aan jeugdigen waarvan de dyslexiezorg vóór de 13e verjaardag van het kind is gestart. Er is sprake van dyslexie wanneer bij een jeugdige lezen, spellen en schrijven, gezien de leeftijd en het onderwijsniveau, te moeizaam gaan terwijl het kind wel een gemiddelde intelligentie heeft.
Er is alleen sprake van EED als er volgens het Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 2.0 een diagnose is gesteld en er geen andere oorzaken zijn gevonden die de problemen kunnen verklaren.
Ondersteuning waarbij pleegouders de jeugdige verblijf, verzorging en opvoeding bieden in combinatie met professionele begeleiding van het pleegkind, de pleegouders en de biologische ouders door een pleegzorgaanbieder. Pleegzorg kan zowel tijdelijk als langdurig en zowel 24/7 als in deeltijd of weekeind opvang (respijtzorg) geboden worden. Een pleeggezin kan zowel een gezin uit het pleeggezinnenbestand van een voorziening voor pleegzorg als een gezin uit het eigen netwerk van familie of bekenden zijn.
Alle ambulante jeugdhulp en jeugdhulp met verblijf, niet zijnde dyslexiezorg, pleegzorg of hoog specialistische jeugdhulp. Ambulante jeugdhulp betreft jeugdhulp die op vaste of onregelmatige tijden plaats vindt bij de jeugdige thuis, op locatie van de aanbieder of elders
(school, kinderdagverblijf e.d.).
Bij Jeugdhulp met verblijf verblijft een jeugdige, op vrijwillige of gedwongen basis, in een (open) instelling.
Specialistische Jeugdhulp (zowel ambulante jeugdhulp als jeugdhulp met verblijf) wordt op basis van een ondersteuningsprofiel en in de vorm van een traject geboden. Verblijf wordt altijd in combinatie met een ondersteuningsprofiel verstrekt en kan niet apart verstrekt worden.
Indien van toepassing zijn persoonlijke verzorging en vervoer bij de ondersteuningsprofielen inbegrepen.
d. Hoogspecialistische jeugdhulp:
Zeer complexe, intensieve specialistische jeugdhulp, waarbij een klinische achtervang in een besloten of gesloten (Jeugdzorg Plus) setting, een driemilieuvoorziening of spoedeisende ondersteuning (Crisiszorg) noodzakelijk en 24/7 beschikbaar is. Er is sprake van meervoudige ernstige problematiek, die vraagt om een multidisciplinaire aanpak vanuit meerdere jeugdhulpdisciplines.
3.Het college stelt bij nadere regeling ondersteuningsprofielen en intensiteiten vast.
Artikel 3. Criteria Individuele voorziening
Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts
Artikel 5. Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag
Het college verzamelt in overleg met de jeugdige en/of de ouders de noodzakelijke en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt zo spoedig mogelijk een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het college de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Artikel 7. Het gesprek/onderzoek
a) de behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en het probleem van de hulpvraag;
b) het gewenste resultaat van het verzoek om jeugdhulp;
c) het vermogen van de jeugdige of zijn ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden;
d) de mogelijkheden met betrekking tot gebruikelijke hulp.
e) de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening;
f) de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een overige voorziening;
g) de mogelijkheden om een individuele voorziening te verstrekken;
h) de wijze waarop een mogelijk toe te kennen individuele voorziening kan worden afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen;
i) hoe rekening zal worden gehouden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders, en
j) de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een pgb, waarbij de jeugdige of zijn ouders in begrijpelijke bewoording worden ingelicht over de gevolgen van die keuze.
Artikel 8. Verslag/maatwerkplan
In het kader van pgb maakt het college onderscheid tussen formele en informele hulp.
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de budgethouder:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
Artikel 12. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 13. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders
kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
Artikel 14. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt jeugdigen en/of hun ouders vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 15. Vertrouwenspersoon
Het college hanteert voor de afhandeling van klachten van jeugdigen en ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van jeugdhulpvragen en aanvragen als bedoeld in deze verordening, de algemene klachtenregeling Weststellingwerf.
Artikel 17. Gegevensverwerking en privacy
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 19. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening Hart voor de Jeugd 2018 Weststellingwerftreedt in werking op 1 januari 2018.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 december 2017.
Toelichting Onderbouwing pgb-tarieven
De tarieven voor pgb’s bij formele hulp zijn vanuit jurisprudentie door de Centrale Raad van Beroep (CRvB) gesteld op minimaal 90% van de tarieven van Zorg in natura (ZIN), met inachtneming van de minimum lonen in de sector in kwestie. Lager dan dit is niet toegestaan omdat het voor burgers mogelijk moet zijn om ondersteuning in te kopen die de gemeente ook inkoopt.
Een overheadskorting van 10% acht de CRvB billijk, maar indien de pgb houder aan kan tonen dat de zorg die ingekocht wordt kwalitatief goed is maar duurder dan 90%, is de gemeente verplicht een pgb tarief uit te keren van ten hoogste 100% van de tarieven van ZIN. De gemeente is nooit verplicht om meer dan de tarieven voor ZIN te betalen, deze meerkosten zijn voor de pgb houder.
De tarieven voor pgb voor informele hulp zijn gesteld op 25% van de tarieven voor ZIN. Omdat het hier gaat om niet-professionele hulp, is er geen sprake van een minimum loon verplichting. Het gaat om een tegemoetkoming voor boven gebruikelijke zorg, niet om een loonkosten vergoeding. Het tarief van 25% is gebaseerd of discussies in de Tweede Kamer ten tijde van de Awbz. Deze wijziging is niet doorgevoerd vanwege de transitie naar de gemeenten. Het is wel doorgevoerd op het vervoer in de Awbz en Wlz.
Bij het pgb wordt rekening gehouden met het feit dat een deel van de zorg ingekocht kan worden bij een professional. In dit geval kan een deel van het pgb in tarief formele hulp en een deel in tarief informele hulp worden uitgekeerd.
De basis-tarieven ZIN die zullen worden gebruikt als uitgangspunt voor de pgb-tarieven zijn de tarieven die golden in 2017. Uit ervaring blijkt dat deze tarieven toereikend zijn om kwalitatief goede zorg in te kopen.
Op basis van het pgb-plan van de hulpvrager zal de vlechtwerker in samenspraak met de jeugdige en/of zijn ouders komen tot een inschatting van de intensiteit, dat wil zeggen in het geval van een pgb vooralsnog het aantal uren, dagdelen of etmalen.
Zodra er een gedegen doorberekening op basis van de nieuwe inkoopsystematiek voor handen is en uit ervaring blijkt dat deze voldoen, zal de aansluiting worden gezocht bij deze tarieven en zullen deze als basis dienen voor de berekening van de pgb-tarieven in 2019 of later. Bij voorkeur wordt dan een trajectprijs voor het pgb bepaald.
*Dit tarief bestond niet binnen de huidige lokale inkoop. Daarom wordt vooralsnog het tarief gehanteerd dat voortvloeit uit de nieuwe inkoopsystematiek.