Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling sociaal domein |
Citeertitel | Subsidieregeling sociaal domein |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-04-2018 | 21-11-2019 | nieuwe regeling | 17-04-2018 | T18.03461 |
Voor u ligt de subsidieregeling Sociaal Domein 2019, behorend bij het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022, “Versterken van Veerkracht”. De regeling is een aanvulling op de Algemene Subsidieverordening Lansingerland 2018. Op basis van de subsidieregeling kunnen maatschappelijke organisaties en inwoners subsidie aanvragen voor het verrichten van activiteiten die bijdragen aan de doelen die zijn opgenomen in het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022 van Lansingerland.
De subsidieregeling geeft het inhoudelijk kader waarbinnen organisaties en inwoners een subsidie kunnen aanvragen. Dit kader heeft een tweeledige functie:
De subsidieregeling geeft duidelijkheid aan de aanvrager. Aanvragers van subsidie kunnen in dit document zien wat voor activiteiten in aanmerking komen voor subsidie en aan welke voorwaarden de subsidieaanvraag moet voldoen. Het is voor aanvragers van subsidie belangrijk om in die subsidieaanvraag goed uit te leggen waarom zij in aanmerking komen voor een subsidie.
De subsidieregeling biedt duidelijkheid bij de beoordeling van de subsidieaanvragen door de gemeente. De subsidieregeling is een transparant toetsingskader bij de beoordeling van subsidieaanvragen en de verdeling van de middelen. Doelmatigheid en rechtmatigheid zijn twee belangrijke uitgangspunten die de gemeente hanteert in het gehele subsidieproces.
Deze subsidieregeling is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van de kaders van voor deze subsidieregeling: de Algemene subsidieverordening (procedureel), het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022 (inhoudelijk) en de financiële kaders.
Hoofdstuk 2 beschrijft de procedure van aanvraag tot vaststelling van subsidie. In hoofdstuk 3 staan de voorwaarden waar aan moet worden voldaan wanneer een subsidie wordt aangevraagd. In deze hoofdstukken leest de aanvrager ook terug hoe het proces eruit ziet bij een meerjarensubsidie en wat de voorwaarden zijn om voor een meerjarensubsidie in aanmerking te komen.
De hoofdstukken 4 tot en met 7 zijn inhoudelijke hoofdstukken. De activiteit waar u een subsidie voor aanvraagt, moet bijdragen aan de hoofddoelen van het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022. Deze doelen maken we concreter in deze hoofdstukken.
Binnen het hoofddoel samenleving (hoofdstuk 4) richten we ons zowel op het verhogen van de onderlinge betrokkenheid en leefbaarheid (met activiteiten als het ZEIL fonds en het bibliotheekwerk) als op het versterken en ondersteunen van het netwerk van de inwoner (mantelzorgers, vrijwilligers en professionals).
De hoofddoelen jeugd (hoofdstuk 5), volwassenen (hoofdstuk 6) en ouderen (hoofdstuk 7) bestaan uit drie onderdelen:
Bij de leeftijdsgroepen staat omschreven waar de inzet een bijdrage aan moet leveren (subdoelen). In de verschillende hoofdstukken en paragrafen staat benoemd welke activiteiten een bijdrage aan deze subdoelen leveren en daarmee in aanmerking komen voor een subsidie.
De genoemde mogelijkheden zijn richtinggevend. We staan open voor andere activiteiten die een bijdrage leveren aan onze doelen, waarmee een samenwerking wordt gezocht met organisaties en verenigingen in Lansingerland en waarmee jong en oud gezamenlijk bij worden bereikt.
De kaders van de subsidieregeling zijn de algemene subsidieverordening Lansingerland 2018, het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022 en de financiële kaders. In dit hoofdstuk gaan we in op deze kaders.
1.1 Procedureel kader: Algemene Subsidieverordening Lansingerland 2018
De gemeenteraad van Lansingerland heeft op 26 januari 2017 de Algemene subsidieverordening 2018 (ASV 2018) vastgesteld. Een Algemene Subsidieverordening is de hoofdstructuur van het subsidieproces en bevat de kaders en richtlijnen voor het aanvragen, weigeren, verlenen en vaststellen van subsidies op de verschillende beleidsterreinen van de gemeente. De beleidsinhoudelijke elementen worden vervolgens in subsidieregelingen vastgelegd, welke worden vastgesteld door het college. De subsidieregeling voor het sociaal domein is onlosmakelijk verbonden met het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022. De activiteiten waarvoor een subsidie wordt aangevraagd dienen een bijdrage te leveren aan de doelen welke in het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022 staan.
1.2 Inhoudelijk kader: Beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022
De gemeente Lansingerland heeft haar beleid vastgelegd in het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022. Hierin beschrijft de gemeente de ambities ten aanzien van het sociaal beleid voor de inwoners van Lansingerland. In het beleid vormt de individuele benadering het uitgangspunt en gaat de aandacht voor een belangrijk deel naar inwoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben in het dagelijks leven. Daarbij werkt de gemeente graag samen met inwoners en maatschappelijke organisaties die hierin een rol kunnen spelen. Het beleidsplan kent de volgende hoofddoelen:
0-23 jarigen 1 ontwikkelen zich veilig en gezond tot zelfredzame inwoners;
De verzameling van activiteiten die al onze maatschappelijke partners bieden, leidt tot de Lansingerlandse standaard. In deze subsidieregeling staat welk type activiteiten voor een subsidie in aanmerking komen en waarmee wordt bijgedragen aan deze Lansingerlandse standaard.
1.3 Financieel kader: beschikbare budgetten
De raad heeft voor de Lansingerlandse standaard de onderstaande budgetten beschikbaar gesteld.
Daarnaast heeft de raad bij de vaststelling van de tien beleidsaccenten middelen beschikbaar gesteld om uitvoering te geven aan de accenten. Dit zijn de maximaal beschikbare bedragen voor de gehele uitvoering van een accent. Per accent verschilt de wijze waarop de middelen worden besteed.
Een subsidieproces bestaat globaal uit de volgende zes stappen.
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven bij elk van deze stappen. Voor de volledigheid verwijzen we de aanvrager ook naar de Algemene subsidieverordening 2018 van Lansingerland.
Om in aanmerking te komen voor een subsidie dient de organisatie voorafgaand aan de betreffende subsidieperiode een aanvraag in. De organisatie toetst in eerste instantie zelf of de betreffende activiteit in aanmerking komt voor een subsidie. Dit is mogelijk aan de hand van deze subsidieregeling. De basisregels staan opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, titel 2, en de Algemene subsidieverordening 2018. De aanvullende criteria staan opgenomen in hoofdstuk 3 van deze subsidieregeling. Tevens staan bij de specifieke activiteiten in de inhoudelijke hoofdstukken (hoofdstuk 4 tot en met 7) aanvullende voorwaarden.
Wanneer een aanvrager verwacht in aanmerking te komen voor een subsidie, kan deze een aanvraag indienen via de website www.lansingerland.nl. De organisatie kan een subsidieaanvraag alleen indienen met een elektronisch aanvraagformulier en met de gevraagde bijlagen (zie hoofdstuk 3 voor de voorwaarden). De uiterlijke indieningstermijn van een subsidieaanvraag is 1 juli 2017. Indien een subsidieaanvraag na 1 juli 2017 wordt ingediend, dan nemen wij deze niet meer in behandeling.
Het ZEIL fonds (Samenleving A1) en nieuwe initiatieven die sport en beweging stimuleren (Jeugd A4, Volwassenen B2, Ouderen A4) vormen hier een uitzondering op. De activiteiten die vallen binnen deze kaders kennen een aparte aanvraagprocedure. Hierbij is de indieningstermijn van 1 juli niet van toepassing en kan de aanvrager gedurende het kalenderjaar 2019 een aanvraag indienen.
Subsidieaanvraag namens meerdere organisaties
Wanneer meerdere organisaties gezamenlijk één activiteit organiseren, is één organisatie de hoofdaanvrager. De aanvraag beschrijft hoe de onderlinge verdeling eruit ziet.
Bijzonderheden bij een meerjarensubsidie
De ASV 2018 maakt het mogelijk om een meerjarensubsidie aan te vragen voor een maximale periode van vier jaar. Hier gelden een aantal voorwaarden bij. Deze zijn opgenomen in paragraaf 3.1.
Voor enkele activiteiten is in 2018 al een subsidie verstrekt voor 2019 en is het niet meer mogelijk voor hetzelfde type activiteit een subsidie aan te vragen voor 2019. Binnen de hoofdstukken 4 t/m 8 laten we dit zien doen onderstaande balk:
Nadat de aanvraag is ingediend, toetsen wij allereerst of de aanvraag compleet en juist is ingediend. Daarna nemen we de aanvraag inhoudelijk in behandeling. We toetsen de aanvraag, aan de hand van het aanvraagformulier en het ingediende activiteitenplan, aan de inhoudelijke criteria. Daarna beoordelen we welk bedrag voor subsidie in aanmerking komt. We berekenen het subsidiebedrag op basis van een begroting en activiteitenplan bij de aanvraag van een organisatie. De hoogte van het subsidiebedrag bepalen we mede op basis van de mate waarin de aanvraag aan de voorwaarden voldoet en het uiteindelijk beschikbare budget.
We houden rekening met de diversiteit in vraag en aanbod en met een verdeling van het aanbod over verschillende doelgroepen.
Bijzonderheden meerjarensubsidie
Wanneer een organisatie een meerjarensubsidie heeft aangevraagd, toetsen we het verzoek van de organisatie aan onze voorwaarden voor het verkrijgen van een meerjarensubsidie. Waar nodig doen we dit in overleg met de organisatie.
Het college besluit uiterlijk 11 december over de toekenning voor 2019. Bij een toekenning ontvangt de organisatie die de subsidie heeft aangevraagd een beschikking. Hierin staat opgenomen welk bedrag u aan subsidie ontvangt en voor welke activiteiten. In de bijlage bij de beschikking worden prestatieafspraken opgenomen: een beschrijving van de onderdelen waaraan de activiteit aan moet voldoen.
De betaling van het subsidiebedrag vindt jaarlijks plaats in termijnen. Bedragen tot € 2.500 betalen we ineens uit. Bedragen tussen € 2.500 en €10.000 betalen we uit in twee termijn. Bedragen van meer dan € 10.000 betalen we uit in vier termijnen.
Het college van B&W behoudt zich het recht voor om op onderdelen af te wijken van het daarin gestelde kader indien maatschappelijke ontwikkelingen of onvoorziene omstandigheden hiertoe aanleiding geven.
Bijzonderheden bij een meerjarensubsidie
Als het college besluit tot een meerjarensubsidie dan vermelden we dit specifiek in de subsidiebeschikking. Het college bepaalt voor hoeveel jaren een subsidie wordt toegekend en kan afwijken van het aantal jaren dat door de organisatie is aangevraagd.
Het kan voorkomen dat organisaties voor een deel van hun activiteiten een meerjarensubsidie ontvangen en voor een deel niet. In dat geval ontvangt de organisatie twee beschikkingen: een voor de meerjarig te subsidiëren activiteiten en een voor de overige (jaarlijks) te subsidiëren activiteiten.
We vragen organisaties om gedurende de periode waarvoor de organisatie subsidie ontvangt ons te informeren over relevante ontwikkelingen binnen de organisatie die mogelijk ook invloed hebben op het verloop van de activiteiten.
Aan organisaties die een subsidiebedrag van meer dan € 7.500 ontvangen, vragen we daarnaast om een tussentijdse verantwoording. Binnen het sociaal domein hanteren we de lijn dat organisaties gedurende het jaar tweemaal een tussenrapportage leveren. Deze wordt uiterlijk 1 mei en uiterlijk 1 september ingeleverd.
Met individuele organisaties kunnen, onderbouwd, andere afspraken worden gemaakt. Deze afspraken worden opgenomen in de beschikking.
Bijzonderheden bij een meerjarensubsidie
Voor de organisaties die een meerjarensubsidie ontvangen, geldt het volgende:
Mocht de verantwoording niet worden ingediend voor 1 juni, dan trekken we de meerjarensubsidiebeschikking in en kunnen we de subsidie van het vorige subsidiejaar ambtshalve lager vaststellen volgens de geldende regels voor vaststelling. Het college kan daarnaast overwegen de lopende meerjarensubsidiebeschikking in te trekken.
Als een subsidieontvanger een meerjarensubsidiebeschikking heeft gekregen, maar tussentijds de activiteiten wil wijzigen, dan dient de aanvrager daarvoor een nieuwe aanvraag in. Afhankelijk van het besluit van het college over de nieuwe aanvraag trekken we de eerder afgegeven beschikking in of geven we een herziene beschikking af.
Mocht de raad in de periode dat de meerjarensubsidiebeschikking loopt besluiten tot verlaging van de subsidieplafonds dan kan dat gevolgen hebben voor de meerjarig verleende subsidies. Mocht dit aan de orde zijn dan nemen we de wettelijke termijnen in acht voor het informeren en aanzeggen van een mogelijke bezuiniging en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uiterlijk 1 juni volgend op de periode waarvoor subsidie is toegekend, dient de organisatie een verzoek in om de subsidie vast te stellen. U doet hiermee een verzoek om definitief aanspraak te maken op het aangevraagde subsidiebedrag. Dit doet u door aan te tonen dat de activiteiten zoals deze zijn aangevraagd volledig of gedeeltelijk zijn nagekomen.
Organisaties die in totaal een subsidiebedrag van maximaal €7.500 ontvangen, vragen we voor 1 juni een verslag van hun activiteiten in het betreffende jaar toe te sturen.
Doelmatigheid en rechtmatigheid zijn twee belangrijke uitgangspunten die de gemeente hanteert in het gehele subsidieproces. Om die reden geldt voor alle aanvragers van subsidies een aantal algemene eisen. Daarnaast stellen we eisen aan de activiteiten waarvoor een subsidie wordt aangevraagd. Wanneer een organisatie of activiteit niet of onvoldoende aan de voorwaarden voldoet, vormt dit een grond om de subsidieaanvraag te weigeren.
Bij de aanvraag van een subsidie voor een activiteit worden zowel de organisatie als de activiteit getoetst aan een aantal voorwaarden.
Voorwaarden aan de organisatie
Naast de algemene eisen aan organisaties (opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening 2018) gelden onderstaande eisen specifiek voor organisaties binnen het sociaal domein. Deze zijn veelal opgesteld overeenkomstig geldende wet- en regelgeving. Wanneer een organisatie een aanvraag indient, verwachten wij van organisaties aan deze eisen te voldoen.
De professionele- of vrijwilligersorganisatie die activiteiten uitvoert door en voor kinderen tot 18 jaar moet een VOG kunnen overleggen voor hun bestuursleden en hun medewerkers die de activiteiten door en voor kinderen uitvoeren. 2
De professionele organisatie die werkt met beroepskrachten heeft de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling ingevoerd voor de gehele organisatie. De vrijwilligersorganisatie is op de hoogte van de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling en weet hoe ze moeten handelen bij signalen van kindermishandeling of huiselijk geweld.
De organisatie voldoet aan de eisen gesteld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en zet zich in voor een veilige uitwisseling van persoonsgegevens. De organisatie werkt hiervoor met de overeenkomst omtrent persoonsgegeven van de gemeente Lansingerland en meldt ernstige datalekken bij het Meldloket datalekken Autoriteit Persoonsgegevens.
De organisatie geeft invulling aan “social return on investment” (SROI). 3
Een subsidieaanvraag toetsen wij aan de algemene voorwaarden. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de Algemene Subsidieverordening 2018 (artikel 11, Weigerings-, intrekkings en terugvorderingsgronden). Daarnaast hebben we voorwaarden geformuleerd voor subsidies behorend bij het beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022. Binnen deze regeling vallen alleen subsidies voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de doelen die zijn opgenomen in het Beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022.
Om dat te kunnen beoordelen vragen wij organisaties bij het indienen van een subsidieaanvraag om een toelichting bij de onderstaande elementen:
Ten slotte stellen we als voorwaarde dat de activiteit bekend wordt gemaakt op www.alleszelf.nl.
Aanvullende voorwaarden bij een meerjarensubsidie
Voor het aanvragen van een meerjarensubsidie gelden onderstaande aanvullende voorwaarden:
Organisaties die een subsidiebedrag ontvangen tot en met € 7.500 per jaar
Organisaties die maximaal €7.500 aan subsidie ontvangen, dienen geen aanvraag tot vaststelling in. Wel verwachten wij een inhoudelijk activiteitenverslag, waarin staat beschreven in hoeverre uitvoering is gegeven aan de activiteit waarvoor de subsidie is verleend en of dat hierbij de beoogde doelgroep aanwezig was.
Organisaties die een subsidiebedrag ontvangen van meer dan € 7.500 per jaar
Voor de organisaties die meer dan € 7.500 aan subsidie ontvangen wordt bij de aanvraag tot vaststelling een verslag verwacht met de volgende informatie:
Organisaties die een subsidiebedrag ontvangen van meer dan € 50.000 per jaar
De organisaties die meer dan € 50.000 ontvangen in één jaar leveren naast de bovengenoemde gegevens ook uitgebreide jaarstukken en een accountantsverklaring in.
3.3 Protocol Melding van calamiteiten
We voegen een verwijzing naar het Protocol Melding van Calamiteiten toe aan deze subsidieregeling. We brengen hiermee bij de organisaties de wettelijke plicht onder de aandacht om calamiteiten te melden. Dit geldt voor alle organisaties die taken uitvoeren die onder de Wmo 2015 vallen. De hoogte van de verstrekte subsidie en de locatie van de activiteiten spelen geen rol.
Organisaties die een subsidie ontvangen, melden calamiteiten bij de betreffende toezichthouder:
Calamiteiten die betrekking hebben op de kwaliteit van jeugdhulp
Calamiteiten die betrekking hebben op de kwaliteit van overige algemene voorzieningen
1. Een informatiepunt voor vrijwilligers (en voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt) |
Let op: Voor 2019 is het niet mogelijk om een subsidie aan te vragen voor deze activiteit. |
1. Een informatiepunt voor mantelzorgers en verzorgers van kinderen met een handicap of beperking |
Let op: Voor 2019 is het niet mogelijk om een subsidie aan te vragen voor deze activiteit. |
Het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijk en geestelijke ontwikkeling, zowel individueel als op populatieniveau |
De regeling voor 2019 voor nieuwe initiatieven die sport en bewegen stimuleren publiceren we in het najaar van 2018. |
5.3 Passende hulp en ondersteuning
Voor activiteiten die een bijdrage leveren aan C3 is geen subsidie beschikbaar.
Voor activiteiten die een bijdrage leveren aan C4 is geen subsidie beschikbaar.
6.3 Passende hulp en ondersteuning
Voor activiteiten die een bijdrage leveren aan A3 is geen subsidie beschikbaar.
7.3 Passende hulp en ondersteuning
Het beleidsplan Versterken van Veerkracht benoemt naast de Lansingerlandse standaard ook een aantal beleidsaccenten. De raad heeft budgetten beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze accenten. Een deel van de budgetten is beschikbaar voor subsidies voor activiteiten die een bijdrage leveren aan deze beleidsaccenten.
Een aanvraag in het kader van deze beleidsaccenten komt tot stand in onderling overleg met de gemeente. Voor deze subsidieaanvraag gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere aanvragen.
Accent 1: Elk kind een kans (totaal beschikbaar budget € 275.000)
Met dit accent vergroten we de ontwikkelkansen van kinderen en jongeren in een achterstandsituatie.
Om veilig en gezond tot een zelfredzame inwoner te kunnen ontwikkelen is het leggen van een goede basis erg belangrijk.
Accent 2: Geen kind in de knel (totaal beschikbaar budget € 135.000)
Met dit accent vergroten we de ontwikkelkansen van kinderen en jongeren in de knel.
We vinden het belangrijk om te investeren in de ontwikkelkansen van kinderen. Hiermee voorkomen we dat kinderen en jongeren in de knel komen vanwege relationele problemen of verwachtingspatronen van hun ouders/verzorgers.
Accent 3: De leraar trekt aan de bel (totaal beschikbaar budget € 110.000)
Met dit accent zetten we in op het versterken van de samenwerking met het onderwijs. Het is belangrijk om problemen in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren en aan te pakken. Dit voorkomt escalatie en verergering. Naast ouders signaleren ook mensen in de omgeving problemen bij kinderen. Hierin is het onderwijs een belangrijke partner.
Accent 4: Pubers in de spotlights (totaal beschikbaar budget € 90.000)
Met dit accent willen we duidelijk maken dat Lansingerland oog heeft voor jongeren die zich ontwikkelen naar jongvolwassenen.
Accent 5: Lansingerland houdt eenzamen ‘aan boord’ (totaal beschikbaar budget € 65.000)
Met dit accent vergroten we de maatschappelijke participatie om een sociaal isolement te voorkomen.
Accent 6: Werken aan werk (totaal beschikbaar budget € 50.000)
Met dit accent willen we ervoor zorgen dat zoveel mogelijk inwoners klaar staan voor de arbeidsmarkt en dat de arbeidsmarkt klaar is voor deze kandidaten.
Accent 7: Grip op geld (totaal beschikbaar budget € 85.000)
Met dit accent zetten we in op het voorkomen van schulden en pakken we problematische schulden aan.
Accent 8: Intergenerationeel wonen met passende woningen (totaal beschikbaar budget € 30.000)
Met dit accent willen we realiseren dat ouderen en jongeren door elkaar wonen, waarmee we het bieden van onderlinge hulp bevorderen en waarmee we ervoor zorgen dat de straat of buurt levendig blijft.
Accent 9: Lansingerland heeft oog voor de vrijwillige inzet (totaal beschikbaar budget € 80.000)
Met dit accent vragen we aandacht voor mantelzorgers met gemengde zorgtaken, werkende en jeugdige mantelzorgers en erkenning en waardering voor de vrijwillige inzet van inwoners.
Accent 10: Voorkomen zorgmijding door stapeling van lasten (totaal beschikbaar budget € 180.000)
Met dit accent zetten we in op bereikbare, betaalbare ondersteuning. We willen de hoogte van de Eigen Bijdrage aanpassen zodat die geen drempel is voor het gebruik van WMO-voorzieningen.