Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beoordelingsschema omgevingsvergunning activiteit kappen, aangepast ivm zonnepanelen |
Citeertitel | Beoordelingsschema omgevingsvergunning activiteit kappen, aangepast ivm zonnepanelen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Bomenverordening gemeente Borger-Odoorn 2004
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2018 | Nieuwe regeling | 06-05-2015 | 14.14338 |
Beoordelingsschema omgevingsvergunning activiteit kappen
Alle beoordelingen worden in beginsel gedaan op basis van onderstaand puntensysteem. Daarbij is het van belang dat zowel voor gemeentelijke als voor particuliere bomen dezelfde toetsingscriteria gehanteerd worden.
Op basis van waardering van verschillende criteria wordt aan het bomenbelang punten toegekend, alsmede aan het verwijderingsbelang. Hierbij zij opgemerkt dat het bomenbelang en overlastbelang per zaak nader beoordeeld moet worden aan de hand van feiten in het veld. De weging van het bomenbelang en het verwijderingsbelang vindt vervolgens plaats door een puntenvergelijking.
Bij twijfelgevallen over de toepassing van de criteria moet advies worden gevraagd aan de Backoffice.
A . Beleidsstatus boom/houtopstand
Hoog = nationale of lokale monumentale boom/houtopstand voorkomend op de lijst van Landschapsbeheer Drenthe, bomen van de (feitelijke of beleidsmatige) hoofdstructuur.
Midden = waardevolle boom/houtopstand, bomen van de neven-/wijkstructuur.
Laag = belangrijke bomen, bomen van straatstructuur of overige landschapstructuur, alle bomen dikker dan 30 cm doorsnede.
B. Conditie/ levensverwachting
Hoog = vitale boom met goede levensverwachting en voldoende stabiliteit.
Midden = redelijk gezonde boom met normale tot matige levensverwachting en voldoende stabiliteit.
Laag = matige of zieke boom, inclusief (bijna) dode boom, gebrekkige of gevaarlijke boom.
Hoog = boom/houtopstand van hoge natuurwaarden, bijvoorbeeld broedboom zeldzame vogels, boommarters, enz. De bijdrage aan de biodiversiteit ter plaatse staat hier centraal.
Midden = boom/houtopstand met natuurwaarden, bijvoorbeeld oud eikenhakhout, zeer vogelrijk struweel, eekhoornnest en inheemse, besdragende soorten als meidoorn, vlier, krent, lijsterbes, enz. De bijdrage aan de biodiversiteit ter plaatse staat hier centraal.
Laag = boom/houtopstand met weinig tot geen natuurwaarden, anders dan inheems.
Hoog = jeneverbes, taxus, grove den, inheemse boomsoorten van de eerste grootte en wilde (botanische) soorten.
Hoog = boom/houtopstand van hoge cultuurhistorische waarden door benaming, verhalen, landschapsmarkering enz. Voorbeelden zijn de oudste, dikste of hoogste bomen van een soort of gebied en bijzondere bomen als markeboom, kabouterboom, grensboom. Ook recente herdenkingsbomen vallen hieronder.
Laag = boom/houtopstand zonder cultuurhistorische betekenis.
→Bij twijfelgevallen moet het gaan om een boom van “levende cultuur”, die door meer dan 1 familie wordt gedeeld. Daarmee wordt de boom, geplant ter herdenking van iemands zoon of oma, uitgesloten.
F. Waarden voor dorps- en landschapsschoon
Hoog = zeer beeldbepalende boom/houtopstand voor de directe omgeving, bijvoorbeeld bomen op de brinken, bomen bij hunebedden. Markant en landschapsbeeldbepalend.
Midden = enigszins beeldbepalende boom/houtopstand, mede landschapsbepalend.
Laag = een bijdrage leverend aan het groene beeld ter plaatse.
G. Waarden inzake functievervulling
Hoog = boom/houtopstand met belangrijke functies voor windkering, zichtontneming, verkeersgeleiding en terreinbegrenzing. Voorbeelden zijn klimbomen, bomen rond speelplaatsen/speelnatuur, beplanting rond bedrijventerreinen/sportvelden/zwembaden.
Laag = boom/houtopstand met enige functies voor windkering, zichtontneming, verkeersgeleiding en terreinbegrenzing.
→Gegevens over de doorsnede van de boom moeten door de klant aangeleverd worden. Door de bijgeleverde foto’s kan een globale controle worden gedaan.
→De perceelsgrootte kan worden opgezocht via de kadastrale informatie in Stroomlijn.
Bedoeld is de perceelgrootte van de aanvrager van de vergunning (hinder claimende partij). De mate van dominantie van een boom/houtopstand voor de leefomgeving wordt zo enigszins geobjectiveerd. Indien bij gemeentelijke bomen de perceelgrootte niet goed bepaalbaar is (bijvoorbeeld een boom in de berm), dan dient de mate waarin de betreffende boom markant aanwezig is voor de leefomgeving beoordeeld te worden.
→Aan de hand van de situatietekening van de aanvrager, in combinatie met de luchtfoto in Stroomlijn, kan worden bekeken waar de boom zich bevindt (voor of achter de rooilijn).
→Aan de hand van de situatietekening van de aanvrager, in combinatie met de luchtfoto in Stroomlijn, kan worden bekeken hoe de situering van de boom is ten opzichte van de woning (ten Noorden, Zuiden etc. van de woning).
Bij meer aanvragers of meer bomen op verschillende schaduwlocaties wordt de schaduwhinder beoordeeld aan de hand van de volgende 3 categorieën:
E Kroonprojectie t.o.v. woning
→Onder woning wordt enkel een hoofdwoonverblijf bedoeld dus geen vakantiehuis, bijgebouw, garage, kantoor of bedrijfspand. Verblijfruimten die geen woningen zijn, krijgen dus altijd 0 punten of in zeer zwaarwegende gevallen 2 punten.
→De kroonprojectie moet worden afgeleid van de gegevens die de burger heeft aangeleverd.
Soms kunnen deze gegevens ook worden afgeleid uit een luchtfoto maar meestal is dit door o.a. schaduw moeilijk te zien./===
Bladval, zaadval, vruchtval, insecten, honingdauw, vogelpoep, “niet mooi vinden” e.d. | |
Diversen, zoals vocht en schimmelvorming, volle dakgoten etc. | |
→De vorm van overlast moet worden afgeleid van de gegevens die de burger heeft aangeleverd. Dit wordt genoemd bij de reden van kap. Aanvullend bewijsmateriaal is nodig als dit als reden wordt opgegeven.
Bij meerdere soorten overlast wordt de aard van de overlast beoordeeld aan de hand van de volgende 3 categorieën:
II. Sociale en economische belangen
G. Waardering sociale en economische belangen
Hoog = zwaarwegend algemeen maatschappelijke belang. Hieronder vallen alle zwaarwegende redenen van sociale of economische aard. Een bouwwerk of de aanleg van andere grote werken (bijvoorbeeld een rijksweg, vliegveld of spoorlijn) dat een groot sociaal en/of economisch belang dient of bijdraagt aan fundamentele waarden (als gezondheid, veiligheid, water, milieu). Het kan tevens particuliere initiatieven voor algemeen nut omvatten, mits voor de lange termijn bedoeld, alsmede acute noodkap, groene herinrichting en groene structuurmaatregelen, zoals laanvervanging of laanomvorming.
Midden = enig algemeen maatschappelijk belang of zwaarwegend individueel belang van niet-tijdelijke aard, bijvoorbeeld het bedrijfsmatig starten van een pedicure.
Laag = niet zwaarwegend individueel belang of tijdelijke maatschappelijk belang, bijvoorbeeld het hobbymatig starten van een pedicure.
Na het doorlopen van bovenstaande criteria kunnen de punten worden opgeteld.
De weging van het bomenbelang en het verwijderingsbelang vindt plaats door een puntenvergelijking.
Op advies van de Backoffice kan een herplantvoorschrift worden opgelegd.