Organisatie | Neder-Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe 2017 |
Citeertitel | Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De grondslag van deze regeling is gewijzigd.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | aanhef | 15-12-2022 | Z/22/085942/RAAD/22/03124 | ||
17-05-2018 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 07-12-2017 | Z/17/051627/ RAAD/17/02289 |
De raad van de gemeente Neder-Betuwe;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelezen het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 31 augustus 2017;
gelet op artikel 3.16 van de Erfgoedwet en artikel 38 van de Monumentenwet 1988
vast te stellen de volgende verordening: Erfgoedverordeninggemeente Neder-Betuwe 2017
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
commissie: de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet in samenhang met de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, deze verordening, het cultuurhistorisch beleid en het archeologiebeleid;
archeologische beleidskaart: topografische kaart van het gemeentelijk grondgebied, waarop de archeologische monumenten, de archeologische verwachtingsgebieden en de behoudenswaardige cultuurhistorische objecten zijn aangegeven met uitvoeringsgerichte beleidsadviezen ten behoeve van een bestemmingsplan;
Hoofdstuk 2 Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen
Artikel 3 Aanwijzing als beschermd gemeentelijk cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een cultuurgoed dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid is en dat als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en dat in eigendom is van de gemeente of dat aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd aan te wijzen als beschermd gemeentelijk cultuurgoed.
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn, als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en die in eigendom van de gemeente is of die aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd aan te wijzen als beschermde gemeentelijke verzameling.
Over het voornemen van een aanwijzing, bedoeld in het eerste of tweede lid, alsmede over de vervreemding van een beschermd gemeentelijk cultuurgoed of een beschermde gemeentelijke verzameling of over het afstand doen van de zorg daarvoor vragen burgemeester en wethouders advies aan een commissie als bedoeld in artikel 4.18 van de Erfgoedwet.
Artikel 4 Wijzigen, intrekken en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijk cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid of tweede lid, ambtshalve wijzigen of intrekken. Artikel 3, vierde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het cultuurgoed of de verzameling waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
Hoofdstuk 3 Aanwijzing gemeentelijk monument
Artikel 5 Aanwijzing als gemeentelijk monument
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van door hun vastgestelde selectiecriteria, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, besluiten een monument of een archeologisch monument of behoudenswaardige cultuurhistorische objecten die van bijzonder belang zijn voor de gemeente vanwege hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde, aan te wijzen als gemeentelijk monument of behoudenswaardig cultuurhistorische object.
Artikel 11 Aanwijzing als voorlopig gemeentelijk monument
Hoofdstuk 4 is van overeenkomstige toepassing vanaf het moment dat belanghebbenden schriftelijk in kennis worden gesteld van het besluit van burgemeester en wethouders tot aanwijzing van het monument of archeologisch monument als voorlopig gemeentelijk monument. Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op deze aanwijzing.
Artikel 12. Wijziging gemeentelijk erfgoedregister, vervallen aanwijzing monument
Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het monument of het archeologisch monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Erfgoedwet. Het vervallen van de aanwijzing wordt onverwijld bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.
Hoofdstuk 4 Bescherming gemeentelijk monument en behoudenswaardig cultuurhistorisch object
Artikel 13 Instandhoudingsplicht gemeentelijk monument en behoudens waardig cultuurhistorisch object
Het is verboden een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, van deze verordening, of een behoudenswaardig cultuurhistorisch object te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Artikel 14 Omgevingsvergunning gemeentelijk monument en behoudenswaardig cultuurhistorisch object
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de monumentenzorg nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument of een behoudenswaardig cultuurhistorisch object. Deze regels kunnen mede inhouden een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het eerste lid, of een plicht tot melden van handelingen bedoeld in het tweede lid.
Artikel 17 Advies omgevingsvergunning rijksmonument
Burgemeester en wethouders zenden onverwijld een afschrift van een ontvankelijke aanvraag om omgevingsvergunning voor een rijksmonument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor advies aan de commissie, bedoeld in artikel 8, eerste lid.
Artikel 8, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 6 Gemeentelijke stads- en dorpsgezichten
Artikel 18 Aanwijzing als beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht
Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt bepaald of en in hoeverre geldende bestemmingsplannen als beschermend plan in de zin van het vorige lid kunnen worden aangemerkt, dan wel of een beheersverordening als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening kan worden vastgesteld.
Als een bestemmingsplan als bedoeld in het vijfde of zesde lid, opnieuw moet worden vastgesteld ingevolge artikel 3.1, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening, kan de gemeenteraad in afwijking van artikel 3.1, eerste lid, van die wet, voor het desbetreffende gebied een beheersverordening als bedoeld in die wet vaststellen.
Artikel 19 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht
De gemeenteraad kan, op voorstel van burgemeester en wethouders, een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 18, eerste lid, wijzigen of intrekken. Artikel 18, tweede en derde lid, zijn hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het stads- of dorpsgezicht waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is teniet gegaan.
Hoofdstuk 7 Instandhouding archeologische terreinen
Artikel 21 Gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart
De door de gemeenteraad vastgestelde Nota Archeologiebeleid 2016 (februari 2016), het Verantwoordingsdocument totstandkoming geactualiseerde archeologische waarden- en verwachtingskaart en archeologische beleidskaart (Buro de Brug, kenmerk B15-266, 4 maart 2016), de archeologische waarden- en verwachtingskaart 2016 en de archeologische beleidskaart 2016, dienen mede als basis voor:
Artikel 22 Instandhoudingsbepaling van een archeologisch monument of een archeologisch verwachtingsgebied
Artikel 23 Instandhoudingsbepaling behoudenswaardig cultuurhistorisch object
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing, als:
burgemeester en wethouders nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van de historische waarde van het cultuurhistorische object zoals aangegeven op gemeentelijke archeologische waardenkaart 2016 of de gemeentelijke beleidsadvieskaart 2016 of;
Artikel 26 Intrekking oude regeling
De Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe 2010, zoals vastgesteld bij besluit van 17 juni 2017 wordt ingetrokken.