Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berkelland

Uitvoeringsregels reclamebeleid gemeente Berkelland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregels reclamebeleid gemeente Berkelland
CiteertitelUitvoeringsregels reclamebeleid gemeente Berkelland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening, art. 4:14

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-12-201601-06-2011nieuwe regeling

17-05-2011

Berkelbericht, 13-12-2016

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregels reclamebeleid gemeente Berkelland

Inhoudende nadere regels als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening

 

HOOFDSTUK 1  

1.1 Begripsbepalingen

Aanplakborden  

Door de gemeente geplaatste borden waarop evenementen en dergelijke via aanplakken mogen worden aangekondigd.

 

APV  

Algemene plaatselijke verordening

 

Hinder  

Aantoonbare overlast die iemand in redelijkheid niet zou mogen ondervinden.

 

Losse belettering  

Letters rechtstreeks op een gevel(deel) aangebracht. De achtergrond van de letters wijkt hierbij niet af van materiaal en/of kleur van het

omringende geveldeel.

 

Activiteit/evenement  

Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een (toneel-)voorstelling, een concert, een vlooienmarkt of een circus. Reclameacties zoals een autoshow of een opening van een winkel vallen hier niet onder.

 

Buitengebied  

Delen van de gemeente buiten de aanduiding bebouwde kom volgens deWegenwet.

 

Constructie van enige omvang:  

Reclame-uitingen (inclusief de constructie) van meer dan 1 meter hoog en 1,5 m breed (of een totaaloppervlakte van meer dan 1,5m2).

 

Erf  

Een erf als bedoeld in artikel 1 lid 1 van bijlage II van het Besluit

omgevingsrecht.

 

Handelsreclame  Zie reclame-uitingen

 

Maaiveld  

Het aansluitende afgewerkte terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen of verdiepingen

aan de voet van hetbouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de

bouw daarvan, buiten beschouwing blijven

 

Lichtreclame:

 Aangelichte, verlichte, knipperende en of reflecterende reclame.

 

Naar het binnengebied gekeerde reclame:  Reclames die vanuit een aangegeven gebied zijn gericht naar straten binnen dat gebied.

 

Openbare ruimte:  

Vrij toegankelijk gebied, zoals wegen, parken etc. Dit komt overeen

met het begrip ‘weg’ zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Algemene plaatselijke verordening (APV).

 

Perceelsbreedte  

Breedte van het perceel gemeten aan de straatzijde.

Permanente reclame Reclame-uiting die meer dan 3 maanden voortdurend of bijna voortdurendaanwezig is of blijft. Tussentijdse  (korte) beëindiging leidt niet tot tijdelijkheid.

 

Reclame op eigen terrein:  

Reclame verbonden aan een pand of geplaatst op heterf bij een pand.

 

Reclame-uitingen:  Reclame in tekst of beeld.

1.2 Uitgangspunten

Volgens artikel 4:15 lid 2 van de APV is reclame die voldoet aan deze uitvoeringsregels vergunningvrij.

  • 1.

     Niet vergunningvrije reclame is in beginsel ongewenst.

  • 2.

     Wij verlenen alleen reclamevergunningen voor:

    • a.

       lichtreclames binnen de bebouwde kom op eigen terrein

    • b.

      (licht-)reclames genoemd onder 2.2.5 van dit beleid.

  • 3.

     Reclame moet passen in het straatbeeld en mag deomgeving niet ernstig verstoren.

  • 4.

     Reclame-uitingen voorillegale activiteiten zijn niet toegestaan.

1.3 Overgangsrecht

De op het moment van het van kracht worden van dit beleid bestaande legale reclame-uitingen mogen in ongewijzigde vorm blijven bestaan. De bewijslast ligt bij de houder van de reclame-uiting.

HOOFDSTUK  2. Eigen terrein

2.1 ALGEMENE VOORWAARDEN EN VERBODSBEPALINGEN

  • 1.

     Door de reclame ontstaat geen hinder voor het verkeer.

  • 2.

     De reclame-uiting is ondergeschikt aan en afgestemd op het straat- en gevelbeeld en het omgevingskarakter.

  • 3.

     De reclame-uiting is gemaakt van duurzaam materiaal en verkeert in goede staat van onderhoud.

  • 4.

     Ruitreclames zijn niet groter dan 25%van het raamoppervlak.

  • 5.

     Lichtreclames zijn altijd vergunningplichtig en alleen binnen de bebouwde kom vergunbaar.

    Uitzonderingen zijn opgenomen onder 2.2.5.

  • 6.

     (Mechanisch) bewegende reclames zijn niet toegestaan.

  • 7.

     Reclames mogen geen aanstoot geven.

  • 8.

     Reclamebakken of samenstellingen van losse belettering op een plat dak of een goot mogen niet groter zijn dan 0,5 m2 en niethoger zijn dan 0,5meter.

  • 9.

     Plaatsing van reclame op een hellend dak is niet toegestaan.

  • 10.

     Het bestaande uitzicht vanuit nabijgelegen gebouwen mag door het aanbrengen van de reclame niet wordenbelemmerd.

  • 11.

     Geen toepassing van felle kleuren (bijvoorbeeld fluoride).

  • 12.

    Reclame op luifels, zonneschermen en daarmee vergelijkbareondergronden moet bestaan uit losse, geschilderde- of plakletters.

  • 13.

     Permanente reclames oponbebouwde percelen zijn niet toegestaan.

  • 14.

    De reclame heeft een directe relatie met het bedrijf, het product, de dienst die wordt verleend of het beroep dat ter plaatse wordt uitgeoefend.

  • 15.

    Tijdelijke reclame betrekking hebbend op een activiteit, een evenement of een landelijke actie mag op een onbebouwd perceel wordengeplaatst voor maximaal 2 weken. De reclame mag inclusief ondersteunende constructie maximaal 2 meter hoog en 3 meter breed zijn.

  • 16.

    Tijdelijke reclame niet zijnde een aankondiging voor een activiteit of evenement mag maximaal drie keer per jaar gedurende een periode van maximaal vijf opeenvolgende dagen op eigen terrein of in de onmiddellijke nabijheid hiervan worden geplaatst. De maximale afmeting hiervan bedraagt inclusief ondersteunende constructie 2 meter hoog en drie meter breed.

  • 17.

     

2.2 SPECIFIEKE VOORWAARDEN

2.2.1 Woongebieden binnen de bebouwde kom

  • a)

     Oppervlakte maximaal 0,25 meter², lengte in één richting maximaal 1 meter.

  • b)

     Maximaal 1 reclame-uiting per perceel.

  • c)

     Uitsluitend bij woningen met een praktijkruimte voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep.

  • d)

     De aanduiding wordt aan of bij de entree van de praktijkruimte geplaatst.

  • e)

     Losse belettering binnen de gevelvlakken maximaal 25 centimeter hoog, totale breedte maximaal 1 meter.

  • f)

     Maximaal 1 rij letters per gevel.

 

2.2.2. Winkelgebieden, horeca, bedrijventerreinen (niet naar het binnengebied gekeerde reclame) enalleenstaande bedrijfspanden binnen de bebouwde kom

  • a)

     De maximale oppervlakte van een reclame-uiting bedraagt 0,5 meter ², lengte in één richting maximaal 1,5 meter.

  • b)

     De bovenzijde van de reclame ligt niet boven het niveau van de 1e verdiepingsvloer dan wel de raamdorpels in dezelfde gevel op de 1e verdieping.

  • c)

     De reclame wordt loodrecht op de gevel aangebracht of vlak en evenwijdig hieraan.

  • d)

     Per pand mogen maximaal 2 reclame-uitingen worden geplaatst.

  • e)

     Op het erf geplaatste reclame mag inclusief ondersteunende constructie niet hoger zijn dan 1,20 meter.

  • f)

    Per gevel maximaal 2 reclamevlaggen. Maximale

    oppervlakte per vlag 0,5 meter² en maximale stoklengte 1,20 meter.

  • g)

     Losse belettering binnen de gevelvlakken maximaal 40 centimeter hoog, totale breedte maximaal 75% van de gevelbreedte. Pergevel maximaal 2 rijen letters boven elkaar .

 

2.2.3. Bedrijventerreinen(naar het binnengebied gekeerde reclame)

  • a.

     Reclames aan een gebouw moeten binnen de gevelvlakken blijven.

  • b.

     Vrijstaande reclames mogen niet hoger zijn dan het hoogste gebouw op hetperceel met een maximum van 5 meter.

  • c.

     Lossebelettering op een platdak of dakrand is toegestaan. Maximale hoogte 50 centimeter, de totale breedte mag maximaal 75% van de gevelbreedte bedragen.

  • d.

     Reclames mogen niet zichtbaar zijn vanaf een locatie buiten hetbedrijventerrein.

 

2.2.4. Buitengebied

  • a)

     Oppervlakte maximaal 0,5 meter² per perceel/bedrijf, lengte in één richting maximaal 1 meter. b)  Geplaatst aan degevel van een gebouw of op het erf van het bedrijf.

  • b)

     Op het erf geplaatste reclame is inclusief bijbehorende constructie niet hoger dan 1,20 meter.

 

2.2.5. Vergunningen lichtreclame en afwijkende reclame

  • a.

     Lichtreclames zijn in het buitengebied niet toegestaan. Binnen de bebouwde kom is voor lichtreclame altijd een omgevingsvergunning activiteit reclame nodig.

  • b.

     Voor reclame-uitingen aan/op onroerend goed van horecabedrijven, tankstations, landelijke ketens en reclame op een bedrijventerrein, niet gericht naar het binnengebied gelden de onder 2.2.2 genoemde voorwaarden.

  • c.

     Met een omgevingsvergunning activiteit reclame kan voorde onder b. genoemde reclames worden afgeweken van de onder 2.2.2. genoemde voorwaarden.

  • d.

     in afwijking van het onder a. gestelde kunnen met een omgevingsvergunning activiteit reclame voor de bij b. genoemde situaties lichtreclames worden toegestaan.

  • e.

     Lichtreclame moet voldoen aan dealgemene richtlijn betreffende lichthinder, deel 4 Reclameverlichting van de NSVV(www.nsvv.nl) en het aanvullende onderzoek uitgevoerd door de Vakgroep lichtreclame van UNETO-VNI(http://lichtreclame.uneto-vni.nl/).

  • f.

    Lichtreclames moeten voldoen aan de gebiedsgerichte voorwaardengenoemd in artikel 2.2.1. tot en met 2.2.4.

     

 

2.2.6. Project- en makelaarsborden

  • a.

     Projectborden moeten zijn geplaatst op of in de onmiddellijke nabijheid van het terrein van het project.

  • b.

     Projectborden mogen niet groter zijn dan 2,5 meter breed en 4 meter hoog inclusief bijbehorende constructie en gemeten vanaf het maaiveld.

  • c.

     Projectborden mogen pas worden geplaatst als een start van het project/de bouw bij ons is gemeld, maar niet eerderdan 6 weken voorde aanvang van de bouw.

  • d.

     Projectborden moeten uiterlijk 1 week na gereedkomen vanhet project worden verwijderd

  • e.

     Projectborden mogen geen onevenredige hinder of overlast veroorzaken vooromwonenden en/of het verkeer.

  • f.

     Op een perceel mag een makelaarsbod vanmaximaal 0,5 m² wordengeplaatst voor de verkoop of verhuur van ditperceel of een hierop aanwezige opstal.

  • g.

     Makelaarsborden voor de verkoop of verhuur van panden of terreinen mogen bij panden van meer dan 250 m² of op bouwkavels van meer dan 2000 m2 een maximale oppervlakte hebben van 4 m². De maximale hoogte van een op de grond staand reclameobject bedraagt 3 meter gemeten vanaf het maaiveld. Dit is inclusief de ondersteunende constructie.

 

HOOFDSTUK  3. Openbare ruimte

3.1.  ALGEMENE VOORWAARDEN

  • 1.

     Niet aanstootgevend

  • 2.

     Geen hinder of gevaar voor verkeer

  • 3.

     Lichtreclames zijn in de openbare ruimte niet toegestaan.

3.2 SPECIFIEKE VOORWAARDEN

3.2.1. Reclame- of aankondigingsborden (tijdelijk)

  • a)

     Het formaat van hetbord is inclusief constructie maximaal 1,00 meter bij 1,20 meter(bxh).

  • b)

     Niet langer dan drie weken geplaatst.

  • c)

     De reclame heeft betrekking op een activiteit, een evenementof een landelijke actie.

  • d)

     Op een lantaarnpaal bevestigd, met een maximum van 4 reclameborden perstraat per activiteit.

  • e)

     Niet binnen een afstand van 10 meter van kruispunten geplaatst.

  • f)

     Op een trottoir/voetgangerszone wordt ten minste een doorgang van 1,20 meter vrijgehouden. g)  Geen gelijkenis met verkeersborden en verkeerstekens.

 

3.2.2. Spandoeken

  • a)

     Voor maximaal 3 weken geplaatst.

  • b)

     Vrije hoogte minimaal 4,2 meter boven het rijgedeelte van een weg en 2,2 meter boven een voor voetgangers toegankelijk gebied.

  • c)

     Maximaal drie spandoeken per reclamedoel per dorpskern.

 

3.2.3. Uitstallingen en reclames

  • a)

     Maximaal 1,0 meter uit de gevel geplaatst.

  • b)

     Maximale hoogte van uitstallingen bedraagt 2,0 meter.

  • c)

     Het formaat van reclameborden bedraagt maximaal 0,75 bij 1,20 meter(bxh).

  • d)

     Alleen geplaatst op de weg op tijden datde onderneming voor publiek geopend is.

  • e)

     Op wegen voorgemotoriseerd verkeerblijft tenminste 4 meter in de breedte aan vrije doorgang aanwezig. Op wegen voor niet-gemotoriseerd verkeer is dit1,5 meter vrije doorgang

  • f)

     Op een trottoir/voetgangerszone wordt ten minste een doorgang van 1,20 meter vrijgehouden.

  • g)

     Geen gelijkenis met verkeersborden en verkeerstekens.

 

3.2.4. Gebruik aanplakborden

  • a)

     Gebruik van de door de gemeente geplaatste aanplakborden is toegestaan ten behoeve van vooraankondigingen van evenementen, concerten en dergelijke

Bijlage 1