Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leudal

Instructie/Regels met betrekking tot de toepassing van het mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeudal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInstructie/Regels met betrekking tot de toepassing van het mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal
CiteertitelInstructie/Regels met betrekking tot de toepassing van het mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal
  2. Budgethoudersregeling gemeente Leudal 2017
  3. Gemeentewet
  4. Algemene wet bestuursrecht, afd. 10.1.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-05-201801-04-2021Nieuwe regeling

13-03-2018

Gemeenteblad 2018, 99062

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Instructie/Regels met betrekking tot de toepassing van het mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal

Burgemeester en wethouders van Leudal, de burgemeester van Leudal, ieder voor zover bevoegd; overwegende, dat het wenselijk is t.b.v. de uitvoering van het mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit vastgesteld d.d. 13 maart 2018 door het college en de burgemeester een instructie vast te stellen; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de Budgethoudersregeling gemeente Leudal 2017;  

B E S L U I T ( E N ) :  

Vast te stellen de volgende instructie/regels met betrekking tot de toepassing van het mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal.

Artikel 1. Definities

  • a.

    Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • b.

    Onder volmacht wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • c.

    Onder machtiging wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan handelingen te verrichten, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • d.

    Onder medewerker wordt verstaan: alle functionarissen lager dan het niveau van teamleider.

Artikel 2. Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheid op aanvraag een besluit te nemen omvat elk op die aanvraag te nemen besluit, waaronder begrepen buiten behandeling laten, verlenen, verlenen onder voorwaarden, vaststellen en weigeren, tenzij uit de clausulering of de instructie het tegendeel blijkt.

  • 2.

    Indien er sprake is van een collegebesluit of een besluit van de burgemeester zijn alle instructies/voorwaarden uit dat collegebesluit resp. het besluit van de burgemeester van toepassing.

  • 3.

    Indien de uitoefening van het mandaat het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt die beslissing onderdeel uit van het vermelde mandaat. Dit binnen de kaders opgenomen in de budgethoudersregeling gemeente Leudal 2017 en voor zover daarbij te nemen besluiten niet leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentelijke begroting.

  • 4.

    Tot het mandaat behoren mede het afdoen en voeren van correspondentie ter zake van de gemandateerde bevoegdheden, alsmede het treffen van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

Artikel 3. Ondermandaat

  • 1.

    De gemeentesecretaris/algemeen directeur resp. het gemandateerde afdelingshoofd is bevoegd de aan hem/haar gemandateerde bevoegdheid onder te mandateren aan onder hem/haar ressorterende medewerkers, tenzij er sprake is van de uitzonderingen, opgenomen in artikel 4 van het Mandaat- volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal.

  • 2.

    Op het ondermandaat zijn de overige bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4. Plaatsvervanging

In geval van afwezigheid of ontstentenis van (onder)gemandateerde functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn opgedragen, worden deze door de aangewezen plaatsvervanger vervuld. Bij afwezigheid van een functionaris aan wie ondermandaat is verleend, wordt de bevoegdheid primair uitgeoefend door de functionaris die ondermandaat heeft verleend (bovenliggend niveau).

Artikel 5. Geen mandaat

De beslissing op de hierna te noemen bevoegdheden wordt voorbehouden aan het gehele college c.q. de burgemeester indien:

  • 1.

    het om het vaststellen van algemeen verbindende regels gaat;

  • 2.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van kaders, beleidsregels en besluiten van algemene strekking. In afwijking van de in de vorige volzin genoemde uitzonderingen is voor besluiten van algemene strekking op grond van artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 12 van het Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (verkeersbesluiten), wel mandaat mogelijk;

  • 3.

    het gaat om het beslissen op een bezwaarschrift gericht tegen besluiten die het bestuursorgaan zelf heeft genomen, zonder gebruik van mandaat.

  • 4.

    Beslissingen op bezwaarschriften waarbij in afwijking van het advies van de commissie voor de bezwaarschriften besloten wordt, dan wel waarbij het bezwaar gegrond wordt verklaard en het oorspronkelijke besluit inhoudelijk wordt gewijzigd c.q. herroepen.

  • 5.

    Besluiten ter uitvoering van de arbeidsvoorwaardenregeling als genoemd in artikel 7 sub 5 van het Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal.

  • 6.

    Besluiten ten aanzien waarvan is bepaald dat deze met versterkte meerderheid moeten worden genomen.

  • 7.

    Besluiten betreffende de openbare bevoegdheden van de burgemeester (art. 172 e.v. Gemeentewet).

  • 8.

    Besluiten op grond van de Zondagswet en de Wet openbare manifestaties, voor zover daarbij sprake is van een inperking van grondrechten.

  • 9.

    Besluiten tot inbewaringstelling op grond van de Wet BOPZ.

  • 10.

    Besluiten tot benoeming van bestuurders in functies en commissies.

  • 11.

    Besluiten tot aanwijzing van personen met opsporings- en toezichthoudende bevoegdheden.

  • 12.

    besluiten tot subsidieverlening van professionele instellingen > € 20.000,00 en professionele instellingen die in voorafgaande jaar niet werden gesubsidieerd.

  • 13.

    besluiten tot buitenplanse afwijken van bestemmingsplannen (art. 2.12, lid 1, sub a onder 3 van de Wabo) in die gevallen waar de UOV van toepassing is.

  • 14.

    Het geven van toepassing aan de uitwerkingsverplichting bestemmingsplannen (art.3.6, lid 1 onder b Wet ruimtelijke ordening).

  • 15.

    Het geven van toepassing aan de wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplannen (art. 3.6, lid 1 onder a Wet ruimtelijke ordening);

Artikel 6. Kaders

  • 1.

    De mandaatbesluiten kunnen en dienen eerst te worden genomen als voor de te nemen besluiten aan alle wettelijk voorgeschreven eisen, die zijn verbonden aan de bevoegdheid, is voldaan.

  • 2.

    De mandaten dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de ter zake door het college c.q. de burgemeester vastgestelde richtlijnen en voor zover deze nog niet expliciet zijn vastgesteld binnen de door dezen tot op heden gevoerde gedragsregels.

Artikel 7. Voorleggen van zaken aan de portefeuillehouder

  • 1.

    Indien in enig geval wordt vastgesteld dan wel sterk moet worden vermoed, dat de voorgenomen uitoefening van de bevoegdheid niet in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 6, legt de gemandateerde de betreffende zaak vooraf voor aan de portefeuillehouder als het gaat om een bevoegdheid van het college. Indien deze dat nodig acht, wordt de zaak ter nadere besluitvorming voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders. Wanneer het gaat om een bevoegdheid van de burgemeester wordt de zaak ter besluitvorming voorgelegd aan de burgemeester.

  • 2.

    Het voorleggen van zaken aan de portefeuillehouder, dan wel voor zover toepasselijk aan de burgemeester, als bedoeld in lid 1, geschiedt in elk geval indien:

    • a.

      het voornemen bestaat tot afwijking of aanvulling van het tot dan toe gevoerde beleid;

    • b.

      rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de betrokken portefeuillehouder en/of het college dan wel de burgemeester zal worden aangesproken op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit (bestuurlijke/politieke gevoeligheid);

    • c.

      uit het te nemen besluit niet voorziene financiële en/of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien;

    • d.

      de betrokken portefeuillehouder of de burgemeester dat kenbaar heeft gemaakt;

    • e.

      in alle gevallen waarin dat in het ondermandaatbesluit is aangegeven.

Artikel 8. Afdelingsoverstijgende besluiten

  • 1.

    Indien bij een te nemen besluit een andere gemeentelijke afdeling belang heeft of de betreffende zaak mede het taakgebied van een andere gemeentelijke afdeling raakt, legt de gemandateerde de zaak vooraf voor aan het hoofd van die afdeling.

  • 2.

    Indien met deze geen overeenstemming wordt bereikt, legt de gemandateerde de zaak ter nadere besluitvorming voor aan het verantwoordelijke bestuursorgaan.

Artikel 9. Ondertekening

  • 1.

    In geval van uitoefening van bevoegdheden namens burgemeester en wethouders of namens de burgemeester worden uitgaande stukken uit naam van het desbetreffende bestuursorgaan opgesteld (stukken van de burgemeester in de ‘ik-vorm’, stukken van het college in de ‘wij-vorm’).

  • 2.

    Ondertekening vindt plaats conform het bepaalde in artikel 5 van het Mandaat- volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal.

Artikel 10. Geen ondertekeningsmandaat

De (onder)gemandateerde maakt geen gebruik van de bevoegdheid tot ondertekening van stukken indien:

  • a.

    de wens daartoe door of namens het bestuursorgaan kenbaar is gemaakt;

  • b.

    het correspondentie betreft die is gericht aan de gemeenteraad;

  • c.

    het correspondentie betreft waarvan ondertekening door het bestuursorgaan uit een oogpunt van representatie van de gemeente gewenst is;

  • d.

    zich na beslissing van het bestuursorgaan nieuwe feiten voordoen of bekend worden als gevolg waarvan het besluit heroverweging verdient of aan het besluit alsnog bestuurlijke, politieke of andere zwaarwegende aspecten verbonden raken;

  • e.

    het betreft de formele verzending van besluiten van de gemeenteraad en brieven uitgaande van de gemeenteraad.

Artikel 11. Volmachten en machtigingen

De artikelen 2 tot en met 10 zijn van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een ander volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 12. Verantwoording

  • 1.

    In geval van ondermandaat draagt de functionaris die rechtstreeks leiding geeft aan de gemandateerde, zorg voor het toezicht op de rechtmatige uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2.

    In het kader van het toezicht als bedoeld in het eerste lid, rapporteert de gemandateerde in overeenstemming met de daarbij gegeven instructies, over de wijze waarop uitvoering is of wordt gegeven aan de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 maart 2018.

Burgemeester en wethouders van Leudal,

De secretaris, De burgemeester

H.K.W. Bekkers (wnd.) A.H.M. Verhoeven MPM

De burgemeester van Leudal,

A.H.M. Verhoeven MPM