Organisatie | Loon op Zand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening minimaregelingen maatschappelijke participatie gemeente Loon op Zand |
Citeertitel | Verordening minimaregelingen maatschappelijke participatie gemeente Loon op Zand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Minimaregelingen |
Geen
Participatiewet, Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2018 | 29-05-2020 | Onbekend | 21-12-2017 GVOP, 23 februari 2018 | Onbekend |
VERORDENING MINIMAREGELINGEN maatschappelijke participatie gemeente Loon op Zand
De gemeente Loon op Zand vindt het van wezenlijk belang dat inwoners van de gemeente Loon op Zand en hun minderjarige kinderen vanaf 4 jaar, zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet worden belemmerd door hun financiële positie. De gemeente Loon op Zand wil hierin bijdragen door het voeren van een beleid gericht op bevordering van maatschappelijke participatie, waaronder wordt verstaan deelname aan activiteiten die het mogelijk maken mee te doen in de samenleving.
Deze verordening is van toepassing voor alle inwoners vanaf 4 jaar van de gemeente Loon op Zand met een laag inkomen, die om financiële redenen niet kunnen meedoen aan activiteiten die het mogelijk maken mee te doen in de samenleving.
Indien de inwoner behoort tot de doelgroep, dan is er aanspraak op een voorziening voor maatschappelijke participatie als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
Indien sprake is van schuldenproblematiek, kan bij de bepaling van het inkomen ook worden uitgegaan van het besteedbaar inkomen. Het besteedbaar inkomen is niet hoger dan het inkomen, zoals benoemd in het eerste lid.
Indien strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van het college tot een niet gerechtvaardigde hardheid leidt, is het college bevoegd om met afwijking van het bepaalde in de overige artikelen tot het verlenen van een bijdrage maatschappelijke participatie over te gaan.
Artikel 8. Inwerkingtreding en intrekking
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2018 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Subjectsubsidie 2004.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening minimaregelingen maatschappelijke participatie gemeente Loon op Zand”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van
De gemeente Loon op Zand heeft zich tot doel gesteld om maatschappelijke participatie van inwoners met een laag inkomen te bevorderen. De gemeente zet daarvoor de voorzieningen in het kader van het minimabeleid in. Deze verordening vloeit voort uit geactualiseerd minimabeleid van de gemeente Loon op Zand. In deze verordening wordt een aantal nieuwe voorzieningen voorgesteld. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wens vanuit het Rijk om armoede onder kinderen en ouderen terug te dringen. Deze verordening beoogt daarnaast om minimavoorzieningen te bieden voor elke inwoner van de gemeente Loon op Zand die een laag inkomen heeft.
De Verordening minimaregelingen maatschappelijk participatie heeft tot doel het kunnen meedoen in de samenleving te bevorderen en sociaal-isolement te voorkomen door middel van voorzieningen die als ondersteuning voor de inwoners van de gemeente kunnen gelden.
Met het oog op de gebruiksvriendelijkheid en de uitvoerbaarheid zijn zo min mogelijk aanvullende voorwaarden gesteld. Inkomensgrenzen van de Participatiewet zijn wel van toepassing.
Dit artikel bepaalt wat in deze verordening wordt verstaan onder de daarin gebruikte begrippen. Voor de definities van begrippen die niet terugkomen in deze verordening, worden de definities zoals omschreven in de van toepassing zijnde wetten gehanteerd.
Het doel van deze verordening is het voorkomen of doorbreken van een sociaal-maatschappelijk isolement van inwoners met een laag inkomen.
De doelgroep is gedefinieerd op het hebben van een laag inkomen en het daardoor niet mee kunnen doen aan allerlei sociaal-maatschappelijke activiteiten.
In de begripsbepaling staat reeds aangegeven dat een inkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum wordt gezien als het hebben van een laag inkomen.
Artikel 4. Aanvraag minimaregelingen maatschappelijke participatie
Dit artikel geeft aan hoe een voorziening in het kader van de minimaregelingen maatschappelijke participatie kan worden aangevraagd. Indien nodig kan de aanvrager gevraagd worden gegevens en bewijsstukken over inkomen en gezinssituatie aan te leveren zodat het recht op een voorziening in het kader van de minimaregelingen maatschappelijke participatie kan worden vastgesteld.
Artikel 5. Uitvoering maatschappelijke participatie
Het college is verantwoordelijk voor de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan deze verordening.
In dit artikel zijn een aantal randvoorwaarden gesteld om in aanmerking te komen voor een voorziening. In elk geval mag op datum van aanvraag het inkomen niet hoger zijn dan 120% van de geldende bijstandsnorm inclusief vakantiegeld.
Het kan voorkomen dat inwoners met een hoger inkomen dan 120% toch een lager besteedbaar inkomen hebben omdat zij bijvoorbeeld in een schuldenregeling of in de schuldsanering zitten. Wij vinden het belangrijk dat ook deze inwoners kunnen participeren. Voor hen geldt dat het besteedbaar inkomen wordt berekend door rekening te houden met de reële schuldenpositie waarin zij verkeren. Als het besteedbaar inkomen lager is dan 120%, komen zij ook in aanmerking voor de voorzieningen zoals genoemd in deze verordening.