Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening 2018 |
Citeertitel | Financiële verordening 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 212
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2020 | wijziging in bijlage 1 | 22-12-2020 | |||
03-10-2020 | 29-12-2020 | Wijziging | 29-09-2020 | ||
02-05-2018 | 01-01-2018 | 03-10-2020 | Nieuwe regeling | 17-04-2018 Gemeenteblad 2018, 91370 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
De raad stelt de programma-indeling van de programmabegroting inclusief de bijbehorende taakvelden vast.
Het college biedt de raad jaarlijks voor 1 augustus een kadernota/-brief ter vaststelling aan met een voorstel voor de (financiële - en niet financiële) kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.
Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. De basis van deze voorziening is een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de (indirecte) kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de kapitaallasten (bestaande afschrijvings- en rentelasten) van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht wordt daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) betrokken en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.
Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. Het rentepercentages voor deze vergoeding wordt jaarlijks bij de behandeling van de begroting vastgesteld.
Voor het bepalen van de geraamde prijzen van economische activiteiten wordt door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Economische activiteiten zijn leveringen van goederen, diensten of werken waarbij de gemeente in concurrentie treedt met andere ondernemingen.
Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.
Het college biedt de raad ten minste eens in de vijf jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Zodat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
De financiële verordening gemeente Leudal 2017 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.