Organisatie | Ferwerderadiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut van de gemeente Ferwerderadiel |
Citeertitel | Treasurystatuut van de gemeente Ferwerderadiel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Het treasurystatuut, vastgesteld in de collegevergadering van 12 september 2006, met als ingangsdatum 1 oktober 2006, is met ingang van 1 maart 2011 ingetrokken.
Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Ferwerderadiel.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2011 | nieuwe regeling | 15-02-2011 Geen. | Geen. | ||
01-10-2006 | 01-10-2006 | nieuwe regeling | 12-09-2006 Geen. | Geen. |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ferwerderadiel;
gelet op het bepaalde in de Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Ferwerderadiel;
gelet op het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO);
Op 1 januari 2001 is de Wet financiering lagere overheden (Wet filo) vervangen door de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze wet worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. In 2006 is de Wet fido geëvalueerd, waarbij een aantal vereen-voudigingen is doorgevoerd. In de loop van 2008 bleek dat sommige financiële instellingen waarbij decentrale overheden gelden hadden uitgezet niet meer (volledig) aan hun verplichtingen konden voldoen. Gelet op de onrust op de financiële markten is de Wet fido per 1 januari 2009 opnieuw aangepast en zijn als nadere uitwerking hiervan twee regelingen aangescherpt:
In dit statuut wordt verstaan onder:
Hoofdstuk III – DOELSTELLINGEN
Het treasurystatuut heeft tot doel een formeel kader te scheppen waarbinnen de financierings- en beleggingsactiviteiten van de gemeente Ferwerderadiel dienen plaats te vinden.
Artikel 2, eerste lid van de Wet fido geeft aan:
“openbare lichamen gaan leningen aan, zetten middelen uit of verlenen garanties uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak”. De wet stelt geen eisen aan het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak. Wel wordt in de toelichting op de Wet fido aangegeven dat de gemeenteraad de publieke taak bepaalt. Hierbij moet rekening worden gehouden met artikel 2 lid 2 Wet fido, waarin wordt bepaald dat bankachtige activiteiten (het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het genereren van inkomen) in ieder geval niet tot de publieke taak worden gerekend en daarom nadrukkelijk verboden zijn.
De richtlijnen in dit treasurystatuut zijn specifiek geformuleerd om het prudente karakter van de uitzettingen uit hoofde van de treasury te garanderen en hebben derhalve (met uitzondering van artikel 3 lid 1 tot en met 3) geen betrekking op verstrekte leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak.
Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie
De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:
het waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op dit onderdeel duidelijk worden geregeld.
Met name het beheersen, beperken en spreiden van risico’s neemt in het treasurybeleid van de gemeente Ferwerderadiel een belangrijke plaats in. Het risicomanagement is in dit verband gericht op het inzichtelijk maken van toekomstige risico’s en deze te beheersen, te verminderen en te spreiden. Daarbij wordt tenminste voldaan aan de risiconormeringen zoals die in het statuut zijn opgenomen.
Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies van de sector Middelen en Ondersteuning wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.
Het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico ‘s. Alvorens een derivatentransactie wordt afgesloten wint de gemeente het advies in van een externe adviseur.
De Wet fido bevat concrete richtlijnen voor de wijze waarop de provincie als toezichthouder toetst op korte en lange termijn renterisico’s. De instrumenten hiervoor zijn respectievelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Een belangrijk uitgangspunt van de Wet fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen.
Teneinde een grens te stellen aan korte financiering (met een rentetypische looptijd tot één jaar) is in de Wet fido de kasgeldlimiet opgenomen. De kasgeldlimiet is het maximum bedrag waarvoor de gemeente kortlopende middelen mag aantrekken op de geldmarkt. Juist voor korte financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten.
Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld (schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille. Het doel is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één jaar te voorkomen. De norm voor de renterisiconorm die gehanteerd wordt is 20% van het begrotingstotaal per 1 januari van het betreffende jaar, dat wil zeggen dat 1/5 deel van het begrotingstotaal per jaar herzien mag worden.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten: Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:
financiële instellingen waarvan het land van vestiging tot de Europese Economische Ruimte behoort (EU + Noorwegen, IJsland en Lichtenstein) en het desbetreffende land een minimale creditlandenrating van AA heeft, toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus (Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA);
tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering worden uitsluitend uitgezet bij de financiële onderneming waar de leningen zijn aangegaan. Hiervoor wordt een nettingovereenkomst gesloten, zodat bij niet nakomen van de verplichtingen, vorderingen en schulden tegen elkaar kunnen worden weggestreept. Indien een dergelijke overeenkomst niet is afgesloten, moet de financiële onderneming voldoen aan de rating vereisten zoals vermeld in artikel 6 lid 1a, 1b en 1c.
Hoofdstuk V – GEMEENTEFINANCIERING
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Artikel 10 Langlopende uitzettingen
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
leningen aan een derde organisatie, die naar het oordeel van de gemeenteraad de publieke taak dient, kunnen alleen worden verstrekt:
indien de kredietwaardigheid van de derde organisatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet is gewaarborgd, heeft de gemeente de mogelijkheid om het bestuur van de derde organisatie zodanige richtlijnen te geven dat de kredietwaardigheid van deze organisatie binnen drie jaar weer wordt gewaarborgd;
Hoofdstuk VII – ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE CONTROLE
Artikel 15 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van de administratieve organisatie en interne controle:
Hoofdstuk VIII – VERANTWOORDELIJKHEDEN
Artikel 16 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente, staan in de volgende tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
Hoofdstuk X – INFORMATIEVOORZIENING
Jaarlijks wordt in de rekening een treasuryparagraaf opgenomen welke tenminste de volgende gegevens omvat:
Artikel 20 Informatievoorziening
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten, voor zover hiervoor niet genoemd, dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen.