Organisatie | Zaltbommel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Zaltbommel 2016 |
Citeertitel | Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Zaltbommel 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op de lijkbezorging, art. 35, Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2016 | 01-03-2019 | nieuwe regeling | 25-02-2016 Gemeenteblad 2016, 36059 | Onbekend |
De raad van de gemeente Z a l t b o m m e l ;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari 2016
Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet
vast te stellen de volgende: Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Zaltbommel 2016.
HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
Begraafplaatsen: begraafplaatsen in Aalst - Kerkstraat 2b, Aalst – Prins Hendrikstraat 15, Brakel – Dwarssteeg 7c, Bruchem – Molenstraat 23, Gameren – Prins Willem Alexanderstraat 17, Nederhemert – Molenstraat 2, Nieuwaal – Kerkstraat 24 (oud), Nieuwaal- Kerkstraat 35d (nieuw), Poederoijen – Dorpsweg 3b, Zaltbommel (Bossche Poort) – Boschstraat 94, Zaltbommel (Nieuwe Tijningen) – Plaatsmajoor 2, Zuilichem – Molenstraat 60;
HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 6. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Wanneer door aansluitende zaterdag-, zon- en feestdagen de kennisgeving is verlaat, dan kan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder worden gegeven. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf mag uitsluitend geschieden door medewerkers of gespecialiseerd personeel namens of onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden namens of onder toezicht van de beheerder geheel verrichten. Wanneer deze werkzaamheden een meer symbolisch karakter hebben, mogen deze werkzaamheden worden verricht onder toezicht van de betrokken begrafenisondernemer. In beide gevallen dienen zij deze wens, eveneens schriftelijk, uiterlijk tijdens de kennisgeving zoals bedoeld in het voorgaande lid aan de beheerder kenbaar te hebben gemaakt. Zij dienen bij deze handmatige werkzaamheden de aanwijzingen van de begrafenisondernemer of beheerder op te volgen en gebruik te maken van de ter beschikking gestelde hulpmaterialen. Het voorlopen en bedienen van de graflift geschiedt door de begrafenisondernemer. Nabestaanden mogen onder toezicht van de begrafenisondernemer de graflift bedienen. Wanneer de nabestaanden een bijzetting of verstrooiing zonder tussenkomst van een begrafenisondernemer willen regelen, dan is een medewerker namens de beheerder aanwezig. Zijn aanwijzingen moeten worden opgevolgd.
Artikel 8. Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of indien deze is overleden door één van de andere personen genoemd in artikel 16, tweede lid.
Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging
De plechtigheden voor het begraven en het bezorgen van as moeten plaatsvinden binnen de tijdsperiode van 10.00 tot 15.00 uur. Deze tijden gelden zowel voor werk- als zaterdagen. De tijden van begraving of asbezorging op weekdagen gelden als normale begraaftijden. Op zaterdagen wordt een toeslag in rekening gebracht.
HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 10. Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel overledenen en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er in de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven. De uitgifteduur van de grafrechten is vastgesteld op een termijn van 20 of 30 jaar.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 14. Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van minimaal tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Verlenging kan plaatsvinden in een veelvoud van tien jaar tot het maximum van de oorspronkelijke grafrechttermijn.
Artikel 15. Grafkelder en graftombe
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder of graftombe overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan. De overschrijving kan in dit laatste geval kosteloos geschieden op naam van de nieuwe rechthebbende als opdrachtgever van de bijzetting.
Artikel 17. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 18. Sluiting van graven
Op aanvraag van de rechthebbende kan het college een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen, die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Artikel 20. Onderhoud door de gemeente
Het college onderhoudt geen grafbedekkingen met uitzondering van die grafbedekkingen op de begraafplaats Bossche Poort en Nieuwe Tijningen, waarvan de rechthebbende het onderhoud bij de beheerder heeft neergelegd gedurende de duur van het grafrecht.
Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking en de rechthebbende/belanghebbende maximaal één jaar de gelegenheid hebben geboden de grafbedekking te herstellen. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring gedurende vijf jaar bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.
Artikel 22. Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen kunnen -wanneer zij verwelkt zijn- inclusief linten, siervazen, potten, manden en dergelijke door de beheerder worden verwijderd.
Artikel 23. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Belanghebbenden en rechthebbenden kunnen binnen de in het tweede lid genoemde termijn bij het college ingediende schriftelijke verklaring aangeven, dat zij de grafbedekking weghalen. Het college bevestigt schriftelijk dat de grafbedekking maximaal 13 weken na deze bevestiging verwijderd moet zijn, tenzij de belanghebbende of rechthebbende met redenen omkleed om een later tijdstip heeft verzocht.
HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte (onderste laag) te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. Indien de geomorfologische omstandigheden het mogelijk maken kan bij het opnieuw uitgeven van dit particuliere graf aan dezelfde rechthebbende op verzoek van deze rechthebbende onder de eerste laag worden bijgezet, mits er sprake is van een minieme hoeveelheid menselijke resten. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
HOOFDSTUK 7. GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP OF RELIGIEUZE GEMEENSCHAP
Artikel 25. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap of overkoepelende religieuze gemeenschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van een kerkgenootschap of religieuze gemeenschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 19, derde lid, van deze verordening.
HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING
Rechthebbenden, die afstand doen van hun grafrechten op de Bossche Poort kunnen de grafbedekking ter beschikking stellen aan de gemeente ter versterking van de status van stadspark Bossche Poort als onderdeel van De Bolwerken in Zaltbommel. Deze grafbedekkingen zullen zoveel mogelijk worden behouden, tenzij zwaarwegende redenen verwijdering of verplaatsing noodzakelijk maken. Grafbedekkingen met een monumentale status worden benoemd in de gemeentelijke monumentenlijst.
Artikel 28. Intrekking oude regeling
De verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Zaltbommel 2000, vastgesteld op 13 september 2012, wordt ingetrokken.
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de oude verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening met uitzondering van artikel 14, lid 4, waarbij de graven met een onbepaald recht worden omgezet in graven met bepaald recht van 30 jaar vanaf de ingangsdatum van 1 januari 2013 (beheerverordening 2013).