Organisatie | Leiderdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent schuldhulpverlening Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels schuldhulpverlening 2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-04-2018 | 01-04-2018 | nieuwe regeling | 10-04-2018 | . |
Schuldhulpverlening is een wettelijke taak van de gemeente op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). In artikel 2 van deze wet is aangegeven dat de gemeenteraad een plan dient vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan inwoners van zijn gemeente. Op 26 juni 2017 heeft de Leiderdorpse gemeenteraad het Beleidsplan Schuldhulpverlening Leiderdorp 2017 – 2020 ‘ Preventief, laagdrempelig, maatwerk en integraal’ vastgesteld met als uitgangspunten;
Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp; gelet op artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; en
artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende, dat het Beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020 ten behoeve van een eenduidige uitvoering van schuldhulpverlening een nadere uitwerking vraagt; besluit vast te stellen:
Artikel 2 Doelgroep schuldhulpverlening
Alle inwoners van de gemeente Leiderdorp van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.
Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening
De vorm van het aanbod schuldhulpverlening die het college verleent is maatwerk. Maatwerk is gebaseerd op een analyse van de hulpvraag, de schulden, de onderliggende problematiek, gezinssamenstelling en is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen.
Factoren die een rol kunnen spelen zijn:
Artikel 4 Producten schuldhulpverlening
Voor wat betreft de producten schuldhulpverlening conformeert het college zich aan de Gedragscode en Modules van de NVVK. Waar nodig biedt beleid nadere invulling.
De volgende producten kunnen worden ingezet:
Preventie: Doel is het voorkomen dat er financiële problemen ontstaan door van tevoren in actie te komen. Preventie kan ook worden ingezet om grotere financiële problemen of herhaling te voorkomen. Schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden.
Crisisinterventie: Doel is het afwenden van een crisis, als er sprake is van een bedreigende situatie en daarmee de mogelijkheid creëren om de schuldenaar te helpen via de reguliere schuldhulpverlening.
Onder een bedreigende situatie wordt verstaan;
Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen 3 werkdagen na de aanmelding het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Het spoedprotocol van de Stadsbank Leiden wordt gehanteerd.
Budgetbeheer: Doel is de inkomsten en uitgaven van verzoeker te beheren en in evenwicht te houden, het garanderen dat betalingen tijdig gedaan worden en dat er geen (nieuwe) schulden of betalingsachterstanden ontstaan, conform het overeengekomen budgetplan en plan van aanpak. Dit heeft minimaal betrekking op huur/hypotheek, nutsvoorzieningen en wettelijk verplichte verzekeringen.
Stabilisatie: Doel is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van de schuldenaar, zodat het product Schuldregeling kan worden ingezet Hierbij is van belang dat de inkomsten worden gemaximaliseerd, de uitgaven tot het minimum worden beperkt, er geen bedreigende situatie is en de beslagvrije voet wordt gegarandeerd. Het product Budgetbeheer kan als ondersteuning worden ingezet. Het stabilisatietraject kent een maximale tijdsduur van 4 maanden.
BreedMoratorium: Het college kan een verzoek indienen bij de rechtbank om te komen tot een afkoelingsperiode van een halfjaar. Dit breed wettelijk moratorium wordt slechts ingezet als naar het oordeel van het college te verwachten valt dat dit het bereiken van een financieel stabiele situatie bevordert en er voldaan wordt aan de gestelde verplichtingen in het Besluit breed moratorium.
ToeleidingnaarWSNP: Doel is het komen tot een wettelijke overeenkomst op grond van de WSNP tussen schuldenaar en zijn schuldeisers ter (gedeeltelijke) afkoop van de schulden. Dit product kan worden ingezet als een minnelijke overeenkomst is beëindigd. Het college is gemandateerd tot het afgeven van een verzoekschrift en verklaring conform artikel 285 van de Faillissementswet.
Nazorg: Doel is het voorkomen van recidive. Binnen 3 maanden in het eerste jaar nadat een traject schuldregeling succesvol is afgerond, neemt het college het initiatief tot één of meer contactmomenten met verzoeker. Hierin wordt geïnformeerd of er sprake is van een situatie waarin inkomsten en uitgaven (nog steeds) in evenwicht zijn, en zo nodig krijgt verzoeker een aanbod voor extra ondersteuning.
Artikel 6 Inlichtingen- en medewerkingsplicht
Verzoeker doet aan het college op vraag, of uit eigen beweging, mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening. Hieronder wordt in elk geval verstaan: wijzigingen in gezinssamenstelling, woonsituatie, inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden.
Artikel 7 Weigeren of beëindigen – hersteltermijn
Het college kan besluiten tot het weigeren – met uitzondering van het product Informatie en
Advies – of beëindigen van de schuldhulpverlening indien:
Het college kan besluiten tot het tijdelijk weigeren van het product schuldregeling en kan aanvullende voorwaarden stellen bij een herhaald verzoek. Tijdelijke weigering schuldregeling is:
Tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders in het kader van deze beleidsregels staan overeenkomstig de bepalingen in de Awb bezwaar en beroep open.
In artikel 1 worden begrippen gedefinieerd die worden gebruikt in de beleidsregels. Het gaat in enkele gevallen om begrippen die op dezelfde wijze zijn gedefinieerd als in de Wgs en/of uit de Gedragscode Schuldhulpverlening van de Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Schuldhulpverlening staat open voor alle inwoners van Leiderdorp van 18 jaar en ouder. Minderjarige inwoners kunnen zich met hun wettelijke vertegenwoordiger laten voorzien van informatie en advies, maar kunnen geen schuldhulpverleningstraject krijgen.
Dit artikel toont de kern van het nieuwe Beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020:
Preventief, laagdrempelig, maatwerk en integraal.
De schuldhulpverlening legt de nadruk op preventieve activiteiten vooral gericht op de risicogroepen; Jongeren, Laaggeletterden, Statushouders, Uitkeringsgerechtigden, Mensen met een licht verstandelijke beperking, Cliënten in de maatschappelijke opvang en Zelfstandigen. Het aanbod van schuldhulpverlening is maatwerk, laagdrempelig door de organisatie van inloopspreekuren dichtbij in de wijk, heeft een outreachende benadering aan inwoners die zichzelf niet melden voor hulp biedt online-dienstverlening door aansluiting van het Startpunt Geldzaken, de mogelijkheid tot digitale aanmelding, biedt een netwerk van hulpverlenende organisaties en vrijwilligers die elkaar en de integrale hulp aan de inwoner versterken en richt zich op minder recidive door betere nazorg.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 5 Wacht- doorlooptijden
De bepalingen van dit artikel zijn afkomstig uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, artikel, Gedragscode Schuldhulpverlening en modules NVVK.
Artikel 6 Inlichtingen en medewerkingsplicht
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de verzoeker om tijdig de benodigde informatie te geven, lid 1, en medewerking, lid 2, te verlenen. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van de schuldhulpverlening.
Artikel 7 Weigeren of beëindigen – hersteltermijn
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden geweigerd of beëindigd. Indien er sprake is van het eerste lid, moet het college aan verzoeker eenmaal een hersteltermijn bieden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet genoemd. De termijn dient redelijk te zijn. Wat redelijk is hangt samen met het type verplichting.
Hier is sprake van maatwerk en dit dient de medewerker schuldhulpverlening goed te motiveren in de rapportage en beschikking.
Dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
Artikel 8 Recidive – weigering
In dit artikel wordt beschreven hoe wordt omgegaan met een herhaald verzoek schuldhulpverlening en de bevoegdheid van het college tot tijdelijke weigering van het product schuldregeling en kunnen er aanvullende voorwaarden (bijvoorbeeld budgetbeheer en hulpverlening) worden gesteld bij een herhaald verzoek tot schuldhulpverlening.
Afhankelijk van de reden van uitval en de fase waarin de uitval plaatsvond, kan de cliënt 1 tot 3 jaar worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Deze beleidsregel geldt als richtlijn en nadrukkelijk als stok achter de deur. In alle gevallen kan de schuldhulpverlener hiervan op basis van individuele omstandigheden afwijken en de hardheidsclausule toepassen. Schuldhulpverleners worden aangemoedigd om in geval van recidive altijd de reden van (her)aanmelding te achterhalen en opnieuw in te schatten of schuldhulpverlening succesvol kan zijn.
Artikel 9 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere, lid 1, en/of onvoorziene, lid 2, gevallen af te wijken van deze beleidsregels ten gunste van verzoeker, wanneer de toepassing van de regels onevenredige gevolgen heeft. Bijvoorbeeld bij een gezin met minderjarige kinderen.
Het gebruik van dit artikel moet worden beschouwd als uitzondering en niet als regel. Er moet dan ook duidelijk worden aangegeven waarom conform lid 1 of 2 van deze beleidsregels wordt afgeweken.
Tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders in het kader van deze beleidsregels staan overeenkomstig de bepalingen in de Awb bezwaar en beroep open.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De beleidsregels treden, met terugwerkende kracht, vanaf 1 april 2018 in werking.