Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota Parkeernormen Aalsmeer 2016 |
Citeertitel | Nota Parkeernormen Aalsmeer 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2016 | nieuwe regeling | 22-09-2016 | Z-2016/029597 |
Eind 2012 heeft het CROW (Landelijk kenniscentrum voor verkeer en vervoer) nieuwe parkeerkencijfers gepubliceerd. De "oude" cijfers dateren van 2004 en dienden als basis voor de parkeernormen zoals vastgesteld in het Aalsmeer Verkeer- en Vervoerplan (AVVP). In het AVVP zijn echter alleen normen opgenomen voor de categorie "wonen".
De aanleiding voor deze Nota Parkeernormen Aalsmeer is als volgt:
Het vaststellen van parkeernormen en toepassingsregels is om diverse redenen belangrijk en nuttig. Door het parkeren nadrukkelijk te toetsen en de juiste parkeernorm zo vroeg mogelijk in een planproces te bepalen wordt parkeeroverlast voorkomen en wordt de verkeersveiligheid verbeterd. Indien een ontwikkelaar namelijk te weinig parkeerplaatsen realiseert op eigen terrein, gaan er ook mensen in de omgeving parkeren met mogelijk parkeeroverlast en verkeersonveilige situaties tot gevolg.
Voor burgers, bedrijven en ontwikkelaars is met deze nota duidelijk welke normen gehanteerd worden bij een aanvraag. Bovendien bevat de nota duidelijke toepassingsregels om uit te leggen hoe de parkeernormen gehanteerd moeten worden. Hierdoor zorgen we er als gemeente voor dat er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn en dat mogelijk verwachte parkeerproblemen vanaf het begin van het planproces worden voorkomen.
In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten geformuleerd die gehanteerd worden bij het bepalen van de parkeernorm. Hoofdstuk 3 geeft een toelichting over het gebruik van de parkeernorm en hoofdstuk 4 geeft het juridisch kader weer.
Bij het toepassen van de parkeernorm worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Een initiatiefnemer kan een gemotiveerd voorstel indienen om af te wijken van de vastgestelde parkeernorm, onderbouwd door een goed mobiliteits- en bereikbaarheidsplan en een goed verhaal waarom met minder of met meer parkeerplaatsen kan worden volstaan en hoe overlast voorkomen wordt. Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van de omgevingsvergunning op basis van deze motivatie gemotiveerd afwijken van de parkeernorm.
De parkeernormen in deze nota gelden voor nieuwe aanvragen vanaf 1 november 2016. De oude parkeernormen uit het AVVP komen vanaf die datum te vervallen, tenzij hiernaar nog in oude bestemmingsplannen wordt verwezen. Het zal hier gaan om een zeer tijdelijke situatie, omdat de nieuwe normen via een paraplubestemmingsplan van kracht worden verklaard op alle vigerende bestemmingsplannen (In nieuwe bestemmingsplannen worden, na vaststelling van de Nota Parkeernormen 2016, via de planregels een verwijzing opgenomen naar de op dat moment geldende Nota Parkeernormen. Om niet alle bestemmingsplannen opnieuw te hoeven vast te stellen, wordt één paraplubestemmingsplan opgesteld voor heel Aalsmeer. Hierdoor zijn alle nieuwe normen uit de nieuwe nota ook van toepassing op bestaande bestemmingsplannen. Totdat het paraplubestemmingsplan in werking is getreden, prevaleren, daar waar normen zijn opgenomen in het bestemmingsplan, deze normen boven de nieuwe normen).
Er bestaat geen landelijk voorgeschreven wettelijke normering voor parkeerplaatsen.
Wel zijn er richtlijnen voor het toepassen van parkeernormen opgesteld door het Kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte (CROW).
Aalsmeer baseert zijn parkeernormen op deze landelijke richtlijn (CROW-publicatie 317 "Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie" van oktober 2012), net als veel andere gemeenten. De normen zijn gebaseerd op veel praktijkonderzoek en zijn de meest actuele en onderbouwde normen die voorhanden zijn. Toch kiest Aalsmeer ervoor de normen niet één op één over te nemen, maar de hoeveelheid categorieën en functies te beperken om het normenkader overzichtelijk te houden en voor een aantal functies praktijkdiscussies te verminderen. De Aalsmeerse parkeernormen zijn opgenomen in bijlage 1. Daar waar parkeernormen in bestemmingsplannen zijn opgenomen, prevaleren deze boven de normen uit deze Nota Parkeernormen. De normen uit deze Nota Parkeernormen zijn richtinggevend voor het opnemen van specifieke normen in bestemmingsplannen.
Het CROW gaat in zijn richtlijnen uit van gebiedsindelingen. Allereerst wordt gekeken naar de stedelijkheidsgraad en vervolgens kan er binnen een gemeente onderscheid worden gemaakt in de ligging van een gebied binnen de gemeente.
Het CBS heeft een typologie van stedelijkheidsgraad per gemeente geïntroduceerd. Onder stedelijkheidsgraad wordt het aantal adressen per km2 verstaan. Er zijn vijf verschillende stedelijkheidsgraden onderscheiden. De stedelijkheidsgraad is van invloed op de aantrekkelijkheid van het gebruik van andere vervoerwijzen dan de auto en daarmee op de parkeervraag. In een (zeer sterk) stedelijke gemeente is bijvoorbeeld het openbaar vervoer beter geregeld dan in een niet stedelijke gemeente en is het eenvoudiger de fiets te gebruiken voor allerlei activiteiten. Hieruit volgt dat de behoefte aan een auto en dus aan parkeerplaatsen in een niet stedelijke gemeente hoger is dan in stedelijke gemeenten.
Per 1 januari 2012 kende de Gemeente Aalsmeer een adressendichtheid van 823 adressen per km2. Deze adressendichtheid wordt gekwalificeerd als "weinig stedelijk".
3.2.2 Gebiedsindeling - ligging gebieden binnen de gemeente
Voor de parkeerkencijfers maakt het CROW naast een onderscheid in stedelijkheidsgraad ook een onderscheid in vier verschillende zones: centrum, schil centrum, rest bebouwde kom en buitengebied.
De gebiedsindeling die het CROW hanteert is niet gebaseerd op de parkeerdruk binnen gebieden, maar is vooral van toepassing op gemeenten waar sprake is van een historisch centrum met een schil en een buitengebied. In Aalsmeer is hier geen sprake van. Daarom wordt geen onderscheid gemaakt naar ligging binnen de gemeente.
In deze paragraaf wordt aangegeven welke stappen moeten worden doorlopen voor het beoordelen en bepalen van de parkeernorm.
Voor het bepalen van de parkeereis dient het aantal benodigde parkeerplaatsen vastgesteld te worden op basis van de normen uit bijlage 1 (Voor functies die niet in de nota zijn opgenomen en niet in de CROW-publicatie dient maatwerk te worden geleverd). Uitgangspunt hierbij is dat de parkeereis op eigen terrein wordt opgelost, waarbij ook rekening wordt gehouden met het dubbelgebruik van de betreffende parkeerplaatsen. Dit gebeurt op basis van de aanwezigheidspercentages (zie bijlage 3). Voor het oplossen van de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein kan ook gedacht worden aan het realiseren van een parkeerkelder of een parkeerdek. Bij parkeerplaatsen op eigen terrein gelden specifieke rekenregels over hoe eigen opritten en garages meetellen in de berekening van het aantal parkeerplaatsen. Deze staan in bijlage 2. Ook voor eventuele bezoekers dient parkeergelegenheid beschikbaar en toegankelijk te zijn als onderdeel van de parkeereis.
Indien realisatie van de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein niet mogelijk blijkt, dient de initiatiefnemer met een voorstel te komen hoe de parkeerbehoefte opgelost kan worden in de openbare ruimte. Het voorstel moet voldoen aan de maatvoerings- en bereikbaarheidseisen uit bijlage 5 en mag niet op stedenbouwkundige of verkeerskundige bezwaren stuiten. De gemeente beoordeelt dit laatste. De aanleg van een parkeerplaats gebeurt door de gemeente zelf. De kosten voor de aanleg zijn voor de aanvrager.
Indien uit een door de aanvrager te overleggen parkeerbalans blijkt dat niet (geheel) kan worden voldaan aan voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein waarbij rekening gehouden wordt met dubbelgebruik en de benodigde parkeerplaatsen niet in de openbare ruimte kunnen worden gerealiseerd, kunnen Burgemeester en wethouders afwijken van de regels, in het geval dat:
Doorgaans is een specifieke berekening nodig. Hieronder volgt een nadere toelichting:
Voor de verschillende functies bestaan verschillende parkeernormen. Indien een bouwplan voorziet in de combinatie van meerdere functies zal aan de hand van de aantallen m2 bvo per functie (of op basis van de andere grootheden) moeten worden berekend op welke wijze in de totale parkeerbehoefte kan worden voorzien. Bij ondergeschikte functie geldt voor de berekening de hoofdfunctie. Bij één voorziening kan sprake zijn van meerdere hoofdfuncties. Dit vraagt om maatwerk.
Met name bij basisscholen en kinderdagverblijven kan in de straat een onwenselijke verkeerssituatie ontstaan bij het halen en brengen van kinderen, als het ontwerp van de buitenruimte hier onvoldoende rekening mee houdt. Daarom geldt naast de normale parkeereis (voor personeel) de eis tot het voorzien in een maatregel voor het halen en brengen van kinderen. Op deze locatie kunnen ouders dan buiten de rijbaan hun auto neerzetten om hun kind op te halen of weg te brengen, zonder hinder voor het overige verkeer te veroorzaken. Het creëren van goede voorzieningen voor halen en brengen is van essentieel belang voor de verkeersveiligheid bij scholen. Deze voorziening dient op eigen terrein gesitueerd te worden. Indien dit niet mogelijk blijkt, verdient een oplossing waarbij rekening gehouden wordt met dubbelgebruik de voorkeur.
Het spreekt vanzelf dat bij het realiseren van woningen en bedrijven/instellingen ook ruimte wordt gerealiseerd voor het stallen van fietsen. Voor overige functies gebeurt dat echter in de praktijk lang niet altijd. Voor bezoekers van appartementengebouwen, winkels, sportvoorzieningen, medische instellingen, kantoren met baliefunctie, en dergelijke, is het belangrijk om goede voorzieningen voor het stallen van fietsen aan te bieden.
Het aantal plekken moet voldoen aan de vraag op een druk moment. In bijlage 5 zijn fietsparkeernormen voor het aantal bezoekersplekken bij verschillende bestemmingen opgenomen. Deze zijn eveneens gebaseerd op CROW-publicatie 317.
Het college van B&W heeft in 2015 beleidsregels vastgesteld voor oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. Hiermee maakt gemeente Aalsmeer het mogelijk verzoek verzoeken voor publieke oplaadinfrastructuur te honoreren. We laten daarmee zien hoe Aalsmeer vanuit een faciliterende rol duurzame en toekomst-bestendige groei mogelijk maakt. Bij het toetsen van een aanvraag voor een openbare laadpaal wordt getoetst op onder andere parkeerdruk. Hiermee wordt voorkomen dat openbare laadpalen geplaatst worden in gebieden met een hoge parkeerdruk.
Om een goede parkeersituatie te realiseren, is het noodzakelijk om bij elk initiatief te kunnen toetsen op basis van parkeren. Paragraaf 4.1 gaat nader in op de juridische grondslag van deze toets.
Artikel 8 van de Woningwet is voor de gemeenteraad de juridische grondslag voor het vaststellen van de Bouwverordening. In artikel 9 van de Woningwet is bepaald dat wanneer in de Bouwverordening bepalingen zijn opgenomen die ook in het bestemmingsplan staan, het bestemmingsplan voorrang geniet. Dit geldt ook voor de in het bestemmingsplan opgenomen parkeernormen. In de Aalsmeerse bouwverordening gaat artikel 2.5.30 over parkeernormen.
Sinds een wetswijziging die per 29 november 2014 in werking trad (kortgezegd de Reparatiewet; BZK 2014 Stb. 2014, 458) mogen stedenbouwkundige voorschriften, waaronder regels over de benodigde parkeerruimte, niet meer in de bouwverordening worden neergelegd. Voor bestaande bestemmingsplannen is artikel 2.5.30 van de bouwverordening nog tot 1 juli 2018 van toepassing. Voor bestemmingsplannen die na 29 november 2014 worden vastgesteld vervalt artikel 2.5.30 bouwverordening direct en moet de parkeerregeling in het bestemmingsplan worden opgenomen. In Aalsmeer is ervoor gekozen om dit te regelen door de parkeernormen en toepassingsregels uit deze Nota Parkeernormen als bijlage bij de bestemmingsregels te voegen.
De bestemmingsplannen moeten op 1 juli 2018 aangepast zijn in die zin dat de parkeernormen integraal onderdeel uitmaken van het ruimtelijke toetsingskader. Vanuit efficiency is gekozen om niet alle bestemmingsplannen opnieuw vast te stellen, maar één parapluplan te maken voor het hele grondgebied van Aalsmeer. Het parapluplan geldt als toetsingskader voor de parkeernormen. Medio 2018 zal naar verwachting de Omgevingswet in werking treden, de parkeernormen worden dan een onderdeel van het omgevingsplan, dat de opvolger is van het bestemmingsplan.
Na vaststelling van de Nota parkeernormen zijn de hierin beschreven parkeernormen en werkwijze van toepassing op alle toekomstige plannen en projecten. Uitzondering hierop vormen de locaties of gebieden waarvoor in het bestemmingsplan al parkeernormen opgenomen zijn. De nieuwe parkeernormen worden dan van kracht vanaf het moment dat het paraplubestemmingsplan in werking treedt.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de Nota Parkeernormen indien strikte toepassing van de nota leidt tot een bijzondere hardheid die niet door dringende redenen/noodzaak wordt gerechtvaardigd. De dringende redenen om van deze hardheidsclausule gebruik te maken moeten gemotiveerd worden aangetoond door de aanvrager. De gemeente beoordeelt de redelijkheid van deze motivering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 september 2016.
de griffier,
O. van Kolck
de voorzitter,
J.J. Nobel
Gezondheidszorg en sociale voorzieningen
* Gezondheidscentrum: huisartsenpraktijk, fysiotherapiepraktijk, consultatiebureau, tandartspraktijk
Bijlage 3. Aanwezigheidspercentages
Elke functie of voorziening heeft een karakteristiek mobiliteitspatroon. Praktijkervaring heeft bovenstaande aanwezigheidspercentages opgeleverd. Deze dienen voor het berekenen van dubbelgebruik van parkeerruimte. Hoe wordt dit berekend?
Bijvoorbeeld bij combinatie van kantoren en appartementen (woningen):
* Voor winkelcentra of winkels die op zondagmiddag open zijn, geldt een aanwezigheidspercentage van 75% op de zondagmiddag.
Bijlage 4. Parkeren: maatvoering
Voor straatparkeren gelden de normen uit de ASVV 2012 (of indien beschikbaar een recentere uitgave). Voor parkeren in garages gelden de normen uit de NEN 2443 en de Ontwerpwijzer Gebouwde Parkeervoorzieningen van het CROW. Aalsmeer en Amstelveen hanteren minimumbreedtematen.
90o: haaks parkeren: 2,50 bij 5,00 meter, parkeerwegbreedte van ongeveer 6,0 meter
Hoe drukker de weg waarlangs geparkeerd wordt, des te wenselijker is het om de parkeervakken dieper en breder aan te leggen.
Schuin parkeren mogelijk na overleg met de gemeente, 2,50 meter breed.
Langsparkeerplaatsen met een wand of kolom aan de bestuurderszijde zijn minimaal 2,50 meter breed.
Bij parkeerstroken langs groenstroken moet een uitstapstrook van twee tegels breed worden aangebracht.
Aan de maatvoeringeisen uit de NEN 2443 en de minimum breedtematen wordt streng getoetst. Geadviseerd wordt om in een bouwontwerp eerst de garage te ontwerpen en te laten toetsen aan de NEN 2443 en om hierbij rekening te houden met de aanwezigheid van kolommen. De kolomstructuur is immers vaak ook bepalend voor de rest van het ontwerp.
De breedtetoeslag is bedoeld om schade te voorkomen. In garages geldt een toeslag van 0,15 meter bij een wand aan één zijde en van 0,35 meter bij een wand aan twee zijden. Bij kolommen geldt de toeslag alleen als deze gesitueerd zijn op minder dan 0,50 meter of meer dan 1,50 meter afstand van de parkeerweg.
Het streven moet zijn om de parkeergarage kolomvrij te ontwerpen. Indien dit niet mogelijk is of op zwaarwegende bezwaren stuit, dan moet het uitgangspunt zijn om zo min mogelijk kolommen te maken, de kolommen zo dun mogelijk te maken en bovendien rond in plaats van rechthoekig van vorm. Bovendien moeten kolommen dan zo veel mogelijk aan het einde van de vakken worden gesitueerd. Om schade aan voertuigen te beperken kunnen op de kolommen ter hoogte van de voor- en achterkant van auto's stootrubbers of dergelijke bevestigd worden.