Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Exploitatieverordening 2001, houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in explotatie brengen van gronden |
Citeertitel | Exploitatieverordening 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2008 | 09-07-2008 | intrekking | 24-06-2008 Gemeentblad, 2008, 16 | 2008/64 | |
06-03-2001 | nieuwe regeling | 23-01-2001 Gemeenteblad, 2001, 2 | Onbekend. |
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 januari 2001;
Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 42 van de Ruimtelijke Ordening;
Vast te stellen de volgende "Exploitatieverordening 2001", houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in expoitatie brengen van gronden;
Deze exploitatieverordening maakt deel uit van iedere exploitatieovereenkomst waarin zij uitdrukkelijk van toepassing worden verklaard. Alsdan vormen zij daarmee één onverbrekelijk geheel.
Artikel 1.2 Algemene begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
De volgende werken worden tenminste beschouwd als voorzieningen van openbaar nut in de zin van deze verordening:
het realiseren van alle weg- en waterbouwkundige werken, waaronder wegen, parkeervoorzieningen, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, straatmeubilair, alsmede waterpartijen, watergangen, drainages, bruggen, tunnels, viaducten en alle andere rechtstreeks met de aanleg daarvan verband houdende werken;
Voorzieningen van openbaar nut worden door de gemeente aangelegd, tenzij de aanleg behoort tot de taken van een ander overheidslichaam of de gemeenteraad uitdrukkelijk heeft ingestemd met gehele of gedeeltelijke aanleg door de exploitant.
De gemeenteraad neemt geen besluit om aanleg door de exploitant toe te staan dan nadat gebleken is, dat een kwalitatief goede uitvoering zowel feitelijk als financieel is gewaarborgd, daartoe voldoende garantie is gesteld en ook overigens geen zwaarwegende of beleidsmatige belemmeringen voor een zodanige werkwijze bestaan.
Artikel 1.3 Kosten van exploitatie
Voor de berekening ten behoeve van de begroting van kosten en ten behoeve van de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van grond begrepen:
alle overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, in ieder geval:
de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding, planbeheer en plan- toezicht; onder deze kosten wordt tenminste verstaan: de in- en externe kosten verband houdende met het opstellen of vervaardigen van structuurplannen, bestemmingsplannen, planmatige uitwerkingen of wijzigingen, besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voor zover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen;
II. IN EXPLOITATIE BRENGEN OP INITIATIEF VAN DE GEMEENTE
Artikel 2.1 Vaststelling bekostigingsbesluit
Het bekostigingsbesluit bevat in ieder geval de volgende onderdelen:
een aanduiding van de mate waarin de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, op de eigenaren, erfpachters of gerechtigden van of op van de in het vorige lid bedoelde onroerende zaken kunnen worden verhaald; en wordt daarnaast aangevuld met:
Van deze begroting maakt eveneens deel uit de wijze van toerekening van de totale kosten en opbrengsten aan de onroerende zaken in het exploitatiegebied, zoveel mogelijk naar de mate van het profijt dat de onroerende zaken hebben van het samenhangend geheel van voorzieningen van openbaar nut.
Artikel 2.2 Wijze van toerekening naar mate van profijt
Onder de grondoppervlakte wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in een bestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, vermenigvuldigd met factoren voor ligging en bestemming en objectieve gebruiksmogelijkheid, waarin het profijt van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.
Artikel 2.3 Vaststelling exploitatiebijdrage
De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, het bedrag dat volgens de in het bekostigingsbesluit uitgewerkte wijze, rekening houdend met een eventuele periodieke bijstelling, aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend. Dit bedrag wordt vermeerderd met de kosten op de afstand van de gronden bestemd voor de aanleg en/of aanpassing van voorzieningen van openbaar nut vallende en de kosten van kadastrale uitmeting. In mindering op het bedrag wordt gebracht de inbrengwaarde van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
De waarde van de in het eerste lid bedoelde grond die door de exploitant is ingebracht wordt door de gemeente en de exploitant gezamenlijk door middel van taxatie vastgesteld. Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzen door de gemeente, één door de exploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen of indien zij het daarover niet eens kunnen worden, door de ter zake bevoegde kantonrechter.
Indien de exploitant zelf conform artikel 2.4, lid c sub 5 voorzieningen van openbaar nut aanlegt, bestaat de exploitatiebijdrage uit de bijdrage, zoals deze op grond van het eerste lid van dit artikel wordt bepaald, verminderd met de kosten van de door exploitant uit te voeren werkzaamheden, voor zover deze kosten corresponderen met de begroting van kosten zoals bedoeld in artikel 2.1, lid b, sub 6.
Artikel 2.4 Inhoud exploitatieovereenkomst
Het verhaal van kosten verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden vindt plaats met inachtneming van de voorgaande artikelen. Van de exploitatieovereenkomst wordt een akte opgemaakt die in ieder geval notarieel verleden wordt indien de exploitatieovereenkomst mede een grondtransactie initieert.
De exploitatieovereenkomst bevat bepalingen over:
in gevallen waarbij de gemeenteraad besluit de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de door de gemeente aan te leggen voorzieningen van openbaar nut aan de exploitant op te dragen: de opdracht of aanlegverplichting en sluitende waarborgen voor tijdige en kwalitatief goede uitvoering en voor de nakoming van de financiële verplichtingen van de exploitant;
III. IN EXPLOITATIE BRENGEN OP AANVRAAG VAN EXPLOITANT
Artikel 3.1 Indiening aanvraag voor medewerking
Ingeval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning, eventueel in combinatie met een aanvraag voor vrijstelling, wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut moeten worden getroffen, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor de beslissing op de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig mogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komende kosten, verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden, worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking.
Indien een aanvraag is gedaan voor een onroerende zaak, voor welke werken in het daarbij behorende exploitatiegebied reeds een bekostigingsbesluit, als bedoeld in artikel 2.2 is genomen, wordt hiervan mededeling gedaan aan de exploitant. Naast de hiervoor genoemde mededeling kan aan de exploitant tevens een conceptovereenkomst worden aangeboden.
Artikel 3.2 Weigeringgronden voor een exploitatieovereenkomst
De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft onder meer niet te worden verleend indien:
IV. RELATIE GRONDUITGIFTE EN ANDERE OVEREENKOMSTEN EN KOSTEN VERHAALSINSTRUMENTEN
Artikel 4.1 Relatie baatbelasting
In een gebied waarvoor een bekostigingsbesluit is genomen, zal, indien de exploitant een exploitatieovereenkomst aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat, met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geen aanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de betreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.
Artikel 4.2 Relatie met andere overeenkomsten
Indien van gemeentewege een overeenkomst wordt aangegaan, welke naast het kostenverhaal van voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van het in bouwexploitatie brengen van gronden, nog andere elementen bevat, zal de vaststelling van de via een dergelijke overeenkomst tot stand gekomen exploitatiebijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut, plaatsvinden op basis van het gestelde in deze verordening.
Artikel 4.3 Voorzieningen van ondergeschikt belang
De artikelen 2.1, 2.3 en 2.4 leden a en b van deze verordening zijn niet van toepassing voor voorzieningen van openbaar nut van ondergeschikt belang, zoals een uitweg op de openbare weg of een aansluiting op het openbare riool.
In dergelijke gevallen besluit burgemeester en wethouders onder welke voorwaarden deze voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeente zullen worden aangelegd.
V. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 5.1 Overgangsbepalingen
Ten aanzien van exploitatiegebieden waarvoor geldt dat op het moment van inwerkingtreding van deze verordening een bekostigingsbesluit is genomen, een exploitatieovereenkomst is afgesloten of de voorzieningen van openbaar nut reeds in uitvoering zijn, vinden de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voor zover nodig, op een aan die situatie aangepaste wijze toepassing. In ieder geval stelt de gemeenteraad een begroting van kosten en opbrengsten als bedoeld in artikel 2.1, lid b sub 6, vast en wordt deze begroting bekend gemaakt zoals bedoeld in artikel 139 van de Gemeentewet.
Deze verordening treedt in werking op de dag, volgende op de dag waarop de bekendmaking van de verordening heeft plaatsgevonden.
Op dat zelfde tijdstip vervallen de Exploitatieverordening gemeente Steenwijk 1996 vastgesteld 21-5-1996, de Exploitatieverordening gemeente IJsselham 1996 vastgesteld 25-11-1996 en de Exploitatieverordening gemeente Brederwiede 1973 vastgesteld 19-11-1973.