Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit op de openluchtrecreatie Steenwijkerland 2003 |
Citeertitel | Besluit op de openluchtrecreatie Steenwijkerland 2003 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Op 1 januari 2008 van rechtswege vervallen door intrekking van de Wet op de openluchtrecreatie.
Wet op de openluchtrecreatie
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-07-2003 | 01-01-2008 | nieuwe regeling | 10-06-2003 Gemeenteblad, 2003, 10 | Geen | |
01-01-2008 | van rechtswege vervallen |
|
Hoofdstuk 2 Bepalingen van algemene strekking
Aan de vergunning of ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden betreffende ondermeer het gebruik en de inrichting van het terrein.
Een vergunning of ontheffing kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken of gewijzigd, indien daarvan geen of geen volledig gebruik is gemaakt gedurende twaalf aaneengesloten maanden.
Bij rechtsopvolging verzoekt de rechtverkrijgende binnen twee maanden na de datum van rechtsopvolging schriftelijk om overdracht van de vergunning of ontheffing.
Artikel 8 Wijziging van het reglement of kampeerterrein
Voor wijziging van de inrichting van het terrein of de op het terrein aanwezige bouwwerken en voorzieningen dient vooraf goedkeuring te worden verkregen van burgemeester en wethouders. Het verzoekschrift dient vergezeld te gaan van een situatietekening als bedoeld in artikel 2, tweede lid, sub a. van dit besluit, in drievoud, waaruit duidelijk de veranderingen ten opzichte van de bestaande situatie blijken.
Hoofdstuk 3 aanvullende bepalingen ten behoeve van Kleinschalige kampeerterreinen
Artikel 10 Tijdelijke verhoging aantal toe te laten kampeermiddelen
Hoofdstuk 4 Aanvullende Bepalingen ten behoeve van groepskamperen
Artikel 12 Weigeringsgronden ontheffing groepskamperen
Een ontheffing voor het groepskamperen kan worden geweigerd, indien;
Artikel 13 Aanvullende bepalingen ontheffing groepskamperen bij kleinschalig kampeerterrein
Burgemeester en wethouders kunnen aan houders van een ontheffing voor het houden van een kleinschalig kampeerterrein alleen dan een ontheffing voor het groepskamperen verlenen, indien geen van de in artikel 12 genoemde weigeringsgronden zich voordoet en:
Artikelgewijze Toelichting op het Besluit op de openluchtrecreatie Steenwijkerland 2003
Het ‘Besluit op de openluchtrecreatie Steenwijkerland 2003’ behandelt onder andere de wijze waarop de vergunningen en ontheffingen voor het houden van een kampeerterrein moeten worden aangevraagd. Naast procedurele regels bevat het besluit bepalingen over geldigheid, het karakter en de overdracht van vergunningen en ontheffingen alsook de gronden waarop de vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken. Met betrekking de ontheffing voor het houden van een kleinschalig kampeerterrein, de zogenaamde minicamping of het kamperen bij de boer, en voor groepskamperen zijn weigeringsgronden opgenomen.
Volkstuincomplexen vallen ook onder de werking van de Wet op de openluchtrecreatie (Wet OR) en ten aanzien hiervan zijn daarom ook enkele procedurele bepalingen in het besluit opgenomen.
Hoofdstuk 1 Algemene begripsbepalingen
Artikel 1 Algemene begripsbepalingen
In de Wet OR wordt een aantal begrippen reeds gedefinieerd. Belangrijke begrippen die in het besluit of de wet worden genoemd, maar die niet in de wet worden omschreven, zijn in dit artikel opgenomen.
Voor het chalet is geen definitie gegeven. De gemeente (h)erkent het zomerhuisje en de stacaravan, een tussenvorm is er niet, althans, niet in het kader van het Besluit op de openluchtrecreatie. Als een chalet moet doorgaan voor een stacaravan, dan dient het aan dezelfde voorschriften te voldoen die ook gelden voor stacaravans, zoals maximale afmetingen. Overigens is in beginsel voor het plaatsen van stacaravans en bijgebouwtjes een bouwvergunning benodigd. Echter, indien aan de voorschriften die in het kader van de Wet OR zijn geformuleerd is of zal worden voldaan, is voor de plaatsing van de stacaravan geen bouwvergunning vereist.
Hoofdstuk 2 bepalingen van Algemene strekking
In dit artikel is aangegeven welke gegevens en bescheiden de aanvrager voor een vergunning of ontheffing dient te overleggen. Aan de hand van hiervan kan beoordeeld worden of aan de regels, die bij of krachtens de wet worden gesteld, wordt voldaan en de aanvraag kan worden gehonoreerd. Artikel 9 van de Wet OR bepaalt reeds dat een aanvraag vergezeld dient te gaan van een reglement, waarin onder meer de tarieven en de kampeerregels moeten worden opgenomen.
Artikel 4 Geldigheidsduur en karakter
Op basis van artikel 11, eerste lid van de Wet OR zijn burgemeester en wethouders verplicht aan een vergunning of ontheffing voorschriften te verbinden over de soort en het aantal kampeermiddelen. In artikel 11, tweede lid van de wet is bepaald dat in het belang van de rust, de veiligheid, de natuur- en landschapsbescherming, de bescherming van het milieu, de hygiëne en de gezondheid, alsmede de overige onderwerpen betreffende het kamperen aan een vergunning of ontheffing beperkingen of voorschriften kunnen worden verbonden, gewijzigd of ingetrokken. Er kunnen voorschriften aan worden verbonden over de inrichting en het gebruik van het terrein. Bij het verbinden van voorschriften wordt de richtlijn ‘Voorschriften kampeerterreinen Steenwijkerland 2003’ voorzover van toepassing en nodig, als richtsnoer gehanteerd.
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een vergunning of ontheffing wordt aangevraagd of verkregen, terwijl de aanvrager of houder niet de intentie heeft of in staat blijkt om binnen afzienbare tijd met de exploitatie aan te vangen of om (opnieuw) de exploitatie voort te zetten. Daarnaast kent de Wet OR in artikel 12 ook een tweetal intrekkingsgronden.
Bij rechtsopvolging hoeft de vergunning of ontheffing niet opnieuw aangevraagd te worden. Volstaan kan worden met een schriftelijk verzoek aan burgemeester en wethouders om overdracht van de vergunning. Dit verzoek dient binnen twee maanden na rechtsopvolging te zijn ingediend.
Artikel 8 Wijziging van het reglement of het kampeerterrein
Hoofdstuk 3 kleinschalige kampeerterreinen
Artikel 9 Weigeringsgronden ontheffing kleinschalig kamperen
Artikel 10, tweede lid, van de Wet OR bepaalt dat een ontheffing slechts kan worden verleend, indien is voldaan of op redelijke wijze zal worden voldaan aan de regelen gesteld bij of krachtens deze wet en voorzover het bestemmingsplan zich er niet tegen verzet. Er kunnen zich derhalve andere weigeringsgronden voordoen dan de in artikel 9 van het besluit opgenomen weigeringsgronden.
Artikel 10 Tijdelijke verhoging aantal toe te laten kampeermiddelen
Artikel 11 Vereisten aanvraag ontheffing groepskamperen
Artikel 12 Weigeringsgronden ontheffing groepskamperen
Groepskamperen dient in principe plaats te vinden op de daarvoor ingerichte kampeerterreinen. Groepskamperen buiten kampeerterreinen is alleen mogelijk als ten behoeve van de groepsactiviteiten specifieke eisen worden gesteld aan de plaatselijke situatie of de op het terrein aanwezige voorzieningen en bovendien op geen van de andere kampeerterreinen binnen de gemeentegrenzen aan deze eisen kan worden voldaan. Is er geen duidelijk motief voor het groepskamperen buiten kampeerterreinen, dan kan het verzoek worden afgewezen.
Ook bij een ontheffing voor groepskamperen dienen het terreinoppervlakte en de sanitaire voorzieningen berekend te zijn op de toename van gasten en kampeermiddelen. Het terrein moet dus groot genoeg zijn en er moeten voldoende toiletten, douches en wasgelegenheden aanwezig moeten zijn. Daarnaast geldt natuurlijk dat het gebied niet in een beschermd dorps- of stadsgezicht, natuurgebied of een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied ligt.
Artikel 13 Aanvullende bepalingen ontheffing groepskamperen bij kleinschalig kampeerterrein
Cumulatie van ontheffingen is toegestaan, maar wordt wel aan grenzen gebonden. Om te voorkomen dat houders van kleinschalige kampeerterreinen deze ontheffing voor groepskamperen aanwenden om de capaciteit van hun terrein structureel te vergroten, zijn in dit lid beperkende voorschriften opgenomen.