Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Stadskanaal 2018 |
Citeertitel | Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Stadskanaal 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2018 | nieuwe regeling | 23-04-2018 Gemeenteblad, nr. 87701, 26-04-2018 | Z-17-037910/D/18/108538 |
De raad van de gemeente Stadskanaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 april 2018, nr. Z-17-037910/D/18/108538;
gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;
gezien het advies van de Participatieraad;
vast te stellen de navolgende: Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Stadskanaal 2018.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Voor zover niet anders bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis van de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet.
Artikel 2. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort
Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:
een persoon moet behoren tot de doelgroep, zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet en die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen alsmede dat die persoon mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie; of
een persoon moet behoren tot de doelgroep, zoals omschreven in artikel 10d, tweede lid , van de Participatiewet.
Artikel 3. Vaststelling loonwaarde
Het college gebruikt de in de bijlage 1 omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 april 2018.
De raad
de heer K. Willems de heer G. Borgesius
raadsgriffier plv. voorzitter
In artikel 10d, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet is bepaald dat als een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met die persoon, het college de loonwaarde van die persoon vaststelt met inachtneming van artikel 10d, vierde lid van de Participatiewet. Hiervoor is geen aanvraag vereist. Het college kan tevens in overleg met de werkgever vaststellen dat de vaststelling van de loonwaarde gedurende maximaal zes maanden achterwege kan blijven (artikel 10d, eerste lid, onderdeel b. van de Participatiewet en artikel 10d, vijfde lid van de Participatiewet. Als deze periode is verstreken, dan moet de loonwaarde worden vastgesteld De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen.
In Stadskanaal is afgesproken om de methode "Dariuz" te gebruiken. De methode van "Dariuz" wordt als goed, passend en volledig beschouwd De methode van "Dariuz" voldoet ook aan de eisen waaraan elke methode van loonwaardebepaling in ieder geval moet voldoen:
De methode waarmee de loonwaarde wordt bepaald, moet een beschreven objectieve methode zijn die door of onder verantwoordelijkheid van een deskundige wordt uitgevoerd. De voorwaarden zijn vastgelegd in de ministeriële Regeling "Loonkostensubsidie Participatiewet".
Bij de vaststelling van de loonwaarde moeten volgens de Regeling de volgende stappen worden gezet Vooraf:
Heeft een werkgever de intentie om met betrokkene een dienstbetrekking aan te gaan als bedoeld in artikel 10d, eerste lid van de Participatiewet, of is hij al een dienstbetrekking aangegaan met forfaitaire loonkostensubsidie op grond van dat lid of is hij een dienstbetrekking aangegaan als bedoeld in artikel 10d, tweede lid van de Participatiewet?
Stappen ter bepaling van de loonwaarde:
Als een dienstbetrekking tot stand komt, verleent het college de loonkostensubsidie aan de werkgever met inachtneming van artikel 10d van de Participatiewet.