Organisatie | De Kompanjie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Directiestatuut De Kompanjie 2015 |
Citeertitel | Directiestatuut De Kompanjie 2015 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage I |
Geen
Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-02-2016 | Nieuwe regeling | 17-03-2015 Elektronisch Gemeenteblad Veendam 23 februari 2016, Elektronisch Gemeenteblad Pekela 24 februari 2016 | Onbekend |
Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam;
gelet op de Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam,
gelet op het Delegatiebesluit van 10 juli 2013 en gelet op het Koersdocument ‘Zonder wrijving geen glans’;
vast te stellen het navolgende Directiestatuut De Kompanjie 2015
Artikel 2 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
Artikel 5 Uitvoering rechtspositieregelingen
De directeur is verantwoordelijk voor het tijdig en adequaat signaleren en het doen van voorstellen aan het Dagelijks Bestuur inzake wijzigingen en aanpassingen van geldende rechtspositieregelingen voor zover niet geregeld in de op grond van artikel 24 lid 2 van de GR te volgen rechtspositieregeling volgens de CAR-UWO.
De directeur informeert het Dagelijks Bestuur actief, tijdig en adequaat over de voortgang van de organisatie waarbij deze alle informatie krijgt zodat zij in de gelegenheid is de bedrijfsvoering te kunnen beoordelen.
Het Algemeen Bestuur oordeelt en beslist over eventuele geschillen naar aanleiding van de uitvoering dit statuut.
Toelichting Directiestatuut De Kompanjie 2015
De taken en bevoegdheid van de Algemeen Directeur zijn geregeld bij en krachtens de Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam (verder te noemen GR). Op grond van artikel 23 lid 6 van de GR legt het Dagelijks Bestuur (DB) de taken en bevoegdheden van de directeur vast in een directiestatuut. Mede in verband met de reorganisatie per 1 februari 2015 is ook het Directiestatuut aangepast.
Daarbij is nog eens goed gekeken naar de bevoegdheden van de directeur die voortvloeien uit de GR. De GR geeft de directeur veel taken. Om te komen tot een efficiënte en voortvarende besluitvorming is het belangrijk dat de directeur de hem / haar opgedragen taken in redelijke zelfstandigheid kan uitoefenen.
Het uitgangspunt van de mandaatverlening is daarom gewijzigd. Er is geen sprake meer van een (limitatieve) opsomming van gemandateerde bevoegdheden via mandaatlijsten, maar er is gekozen voor het - op basis van de GR aan de directeur toegekende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden - verlenen van een algemeen mandaat op de diverse terreinen Deze bevoegdheden zijn wel begrensd, zodat de directeur zijn / haar bevoegdheden slechts kan uitoefenen als hij / zij binnen deze grenzen blijft.
Daarnaast is het Directiestatuut aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur.
Artikel 1 is aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur. Onderdelen e (oud) en f (oud) zijn vervallen. Dit artikel is daarom opnieuw genummerd.
Met inachtneming van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zoals neergelegd in de GR is in artikel 2 een algemeen mandaat verleend in het kader van de uitvoering van de toepasselijke rechtspositionele regelingen, de normale bedrijfsvoering van De Kompanjie en in het kader van het handelen binnen de met de gemeenten afgesloten bestuursopdrachten.
Daarbij zijn een paar uitzonderingen op deze bevoegdheid genoemd, zoals het benoemen en ontslaan van de managers van de eenheden en de concerncontroller als ook het opleggen van disciplinaire straffen. De gedachte is dat de aard van deze bevoegdheden zodanig zwaar is dat deze bevoegdheden zich niet lenen voor mandaatverlening.
Met betrekking tot het verrichten van financiële handelingen is ter verduidelijking bijlage I toegevoegd.
De aan de directeur verleende mandaten zijn overigens niet onbegrensd. Artikel 3 geeft de nadere randvoorwaarden aan. Zo is er conform de Algemene wet bestuursrecht geen mandaat voor het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en is er evenmin mandaat voor het vaststellen van beleidsregels. Daarnaast is het mandaat begrensd door de door het AB en DB vastgestelde regels, procedures en protocollen.
Het artikel 5 (oud) is komen te vervallen. Om een doorlopende nummering te krijgen heeft er een omnummering van de daarna volgende artikelen plaatsgevonden.
Artikel 7 wordt gereserveerd voor een nieuwe vervangingsregeling. Daarvoor dient echter eerst de GR aangepast te worden. In afwachting hiervan heeft het AB een besluit genomen betreffende de vervanging van de directeur.
Artikel 8, 9 en 10 (functioneren, beoordelen en nemen van maatregelen t.a.v. de Algemeen Directeur) zijn komen te vervallen. Met betrekking tot de rechtspositie van de directeur gelden dezelfde rechtspositionele regelingen zoals deze voor De Kompanjie zijn vastgesteld; dit hoeft daarom niet geregeld te worden in het Directiestatuut. Om een doorlopende nummering te krijgen heeft er een omnummering van de daarna volgende artikelen plaatsgevonden.
Deze bepaling is gewijzigd in die zin dat weggelaten is dat het DB dit statuut kan wijzigen of intrekken. Dit spreekt vanzelf en hoeft daarom niet apart geregeld te worden.