Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent de markt Marktverordening gemeente Lingewaard 2018 |
Citeertitel | Marktverordening gemeente Lingewaard 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Marktverordening gemeente Bemmel 2002.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-03-2018 | nieuwe regeling | 08-03-2018 | . |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.
Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen
Artikel 7. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning
Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind voor de duur van de resterende looptijd van de vergunning.
Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning voor de duur van de resterende looptijd van de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 3 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.
Hoofdstuk 3. Dag- en standwerkersplaats
Artikel 10. Dag- en standwerkersplaats
Een dag- of standwerkersplaats, als bedoeld in het eerste lid kan worden ingenomen voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 9.
Voor een dag- of standwerkersplaats komen in aanmerking degenen die daarvoor een half uur vóór de aanvang van de markttijd een verzoek hebben ingediend en branche-artikelen wensen te verkopen die nog niet op de markt verkrijgbaar zijn, die gerechtigd zijn in Nederland arbeid te verrichten en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:
Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders
De houder van een vaste-standplaatsvergunning of de standplaatshouder met een dagplaats kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.
Degene die een standplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.
Artikel 14. Markt schoonhouden
Een standplaatshouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op en rondom zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Dit afval dient, overeenkomstig het overige bedrijfsafval, door de standplaatshouder afgevoerd te worden.
De standplaatshouder is verplicht wanneer hij op zijn standplaats eet- en drinkwaren te verkopen welke direct voor consumptie gereed zijn, aan de voorzijde van de verkoopvoorziening voldoende korven of bakken te plaatsen voor het verzamelen van afval. Dit afval dient, overeenkomstig het overige bedrijfsafval, door de standplaatshouder afgevoerd te worden.
De standplaatshouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voorvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen behoeven de voorafgaande goedkeuring van een toezichthouder en worden kort daarna uitgevoerd.
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.
Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Vergunninghouders aan wie op grond van de Marktverordening gemeente Bemmel 2002 een vergunning voor onbepaalde tijd is verleend, behouden hun vergunning voor onbepaalde tijd totdat er een wijziging plaatsvindt als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, of de vergunning op grond van artikel 8 wordt ingetrokken.
Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.
Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet (hierna: Gemw) kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden.
Het gaat om de volgende markten:
De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV). Artikel 2:25 van de APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals braderieën. Verder bevat hoofdstuk 5 van de APV bepalingen over collecteren (afdeling 2), venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4). Uit de in de APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemw ingestelde markten.
Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Het inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.
Een inrichtingsplan wordt door de bestuursrechter aangemerkt als en algemeen verbindend voorschrift, zodat er geen bezwaar en beroep tegen mogelijk is (ABRvS 27 december 2012, LJN BY7334, JB 2013/28).
In het inrichtingsplan kan ook een brancheverdeling worden opgenomen. Uit jurisprudentie blijkt dat de Nederlandse bestuursrechter branchering op de markt rechtvaardig acht, in ieder geval als het tot doel heeft het waarborgen van een aantrekkelijke en goedlopende markt en het geen verderstrekkende beperkingen behelst dan daarvoor noodzakelijk zijn (Rb. Rotterdam 1 december 2010, LJN BO6007 en Rb. Maastricht 14 november 2003, LJN AN8555)
Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor 10 jaar. Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat verleende vergunningen voor onbepaalde tijd zich niet altijd verdragen met het formele gelijkheidsbeginsel. Bij schaarse vergunningen (meer aanvragers dan beschikbare vergunningen of een beperkte beschikbare ruimte) kan immers het gevolg zijn dat de markt voor nieuwe aanbieders feitelijk ontoegankelijk wordt. Vaste-standplaatsvergunningen op grond van de Marktverordening zijn schaars gelet op de beschikbare ruimte en de brancheverdeling. Dit betekent dat deze vergunningen niet voor onbepaalde tijd mogen worden verleend op grond van deze uitspraak.
Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).
Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 7) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.
Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 7) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.
Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 7) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.
Inrichtingsplannen zijn van een zo centraal belang voor het ordenen van de markten dat ze door burgemeester en wethouders zelf behoren te worden vastgesteld. De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen is bij artikel 3, eerst lid, aan burgemeester en wethouders gedelegeerd. Het gaat daarbij dus niet om een gemandateerde bevoegdheid, wat overeenkomstig dit artikel verboden zou zijn.
In dit artikel is een stelsel voor verlening van nieuwe vaste standplaatsen op basis van loting uitgewerkt. De tekst van het artikel gaat ervan uit dat alleen degenen die voldoen aan de vereisten voor verlening van een vaste-standplaatsvergunning aan de loting deelnemen.
Artikel 7. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning
Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde tijd met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.
Een vaste-standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd kan niet overgedragen worden. Dit staat ook in artikel 18.
Artikel 8. Intrekken en vervallen vaste-standplaatsvergunning
Naar aanleiding van jurisprudentie (o.a. AB 2011/238 m.n. Vermeer) is ervoor gekozen om niet meer te spreken van schorsing, maar van tijdelijke intrekking.
Artikel 9. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging
Indien de vergunninghouder niet aanwezig is op de weekmarkt en daarbij geen vervanger heeft, dient hij dit van tevoren schriftelijk mee te delen. Onder een schriftelijke mededeling wordt ook een e-mail of WhatsApp-bericht verstaan.
Artikel 10. Dag- en standwerkersplaats
Voor het verlenen een dag- of standwerkersplaats word uitgegaan van het stelsel ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt, daarnaast wordt ter bevordering van een divers aanbod bij dag- en standwerkersplaatsen alleen een standplaats toegekend aan degene die branche-artikelen wensen te verkopen die niet al op de markt worden verkocht.
Artikel 16. Onmiddellijke verwijdering
In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 16 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.
Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.
Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook.