Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Horeca uitvoeringskader |
Citeertitel | Horeca uitvoeringskader |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-05-2016 | nieuwe regeling | 24-05-2016 Onbekend | Z-2016/014426 |
In dit uitvoeringskader wordt beschreven hoe het Horecabeleid 2016 - 2020 wordt uitgevoerd. Onderstaand schema bevat een overzicht van de regels per horecagelegenheid.
Ziekenhuis, verzorgingshuis, bejaardentehuis, uitvaartcentra, etc. | ||||
* Afhaalrestaurants waar geen gelegenheid wordt geboden om de etens- en drinkwaren te nuttigen hebben geen exploitatievergunning nodig.
** Categorie III en IV horecagelegenheden kennen geen beperkte openingstijden in het weekend en op reguliere feestdagen, maar na 02.00 uur mogen geen bezoekers meer worden toegelaten.
*** Naast de openingstijden zijn de schenktijden voor paracommerciële rechtspersonen en commerciële rechtspersonen in een paracommerciële omgeving beperkt in de Nota Paracommercieel Beleid 2014 en in de Verordening paracommercie gemeente Aalsmeer.
**** Het is voor ondergeschikte horeca niet toegestaan een terras te voeren. Alleen voor zogenaamde ondersteunende horeca geldt dat direct aan de gevel gevelbanken of statafels geplaatst mogen worden, mits een vrije doorgang voor voetgangers wordt gewaarborgd van 1,50 meter breed. Voor zogenaamde mengvormen geldt dit niet. Deze vorm van ondergeschikte horeca mag ook geen gevelterras voeren. Ondersteunende horeca is detailhandel die in een horecasetting de eigen producten verstrekt, zoals het eten van een broodje bij de bakker of slager. Een mengvorm is detailhandel, die in een horecasetting andere producten verstrekt, zoals een kop koffie bij de boekhandel.
Het horecabeleid 2016 - 2020 is conform de bevoegdheden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders opgesplitst in twee delen. Het eerste deel is het kaderstellende horecabeleid (dat door de gemeenteraad wordt vastgesteld). Het tweede deel is dit uitvoeringskader (dat door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld).
In dit uitvoeringskader wordt aangegeven hoe het beleid wordt uitgevoerd. Dit document vormt een leidraad voor de horecaondernemer en geeft aan welke wetgeving, regels en vergunningen relevant zijn bij het exploiteren van de diverse horecagelegenheden.
In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de diverse regelgeving waar horecaondernemers aan moeten voldoen bij het exploiteren van een horecagelegenheid. In hoofdstuk 3 staan de verschillende categorieën horeca beschreven en welke specifieke voorwaarden gelden, zoals openingstijden en regels voor terrassen. Het indienen van klachten komt aan de orde in hoofdstuk 4.
De burgemeester behoudt het recht om van dit beleid af te wijken in het kader van openbare orde, openbare veiligheid en bij zaken die niet zijn voorzien bij het opstellen van dit horecabeleid.
Hoofdstuk 2. Wet- en regelgeving
Horecaondernemers hebben te maken met verschillende wetgeving, vergunningen en meldingen met betrekking tot het exploiteren van een horecagelegenheid. Omdat de volgorde van belang is, is onderstaand stappenplan ontwikkeld. Door de juiste wetgeving te bekijken, de juiste vergunning op het juiste moment aan te vragen en door op het juiste moment de juiste melding te doen, kan voorkomen worden dat dit proces extra geld of tijd kost.
2.2 Gecoördineerde behandeling
Alle vergunningen voor een horecagelegenheid worden gecoördineerd behandeld. Veel regelgeving voorziet hier reeds in. Zo moet een exploitatievergunning bijvoorbeeld worden geweigerd als deze strijdig is met het bestemmingsplan. Dit geldt echter niet voor alle vergunningen. Een drank- en horecavergunning kan bijvoorbeeld niet worden geweigerd als deze strijdig is met het bestemmingsplan. Dit kan er in de praktijk toe leiden dat een horecaondernemer een vergunning van de gemeente krijgt en daarmee verwacht dat hij alles goed geregeld heeft, terwijl dit feitelijk niet zo is. Om deze situatie te voorkomen wordt op een integrale wijze gekeken naar alle regelgeving die van toepassing is op een horecagelegenheid en wordt de horecaondernemer erop gewezen aan welke regelgeving moet worden voldaan.
2.3 Bestemmingsplannen en Wet ruimtelijke ordening (Wro)
De eerste stap is het bestemmingsplan. Bestemmingsplannen beschrijven op welke plekken en onder welke voorwaarden horeca is toegestaan. In de Aalsmeerse bestemmingsplannen worden een vijftal categorieën horeca onderscheiden, welke nader worden beschreven in hoofdstuk 3. In het bestemmingsplan wordt een ruimtelijke afweging gemaakt voor het vestigen van een horecagelegenheid. Hierbij wordt onder andere gekeken of de horecagelegenheid past binnen de omgeving en of er voldoende parkeergelegenheid is.
Voordat een horecaondernemer een horecagelegenheid kan exploiteren, gaat de horecaondernemer na of het gebruik past binnen het bestemmingsplan en welke specifieke regels gelden. Dit geldt ook voor het overnemen van een horecagelegenheid. Zo kan een pand dat als restaurant (horeca II) is bestemd niet gebruikt worden voor een eetcafé (horeca III).
Niet alle bestemmingsplannen staan terrassen toe. In het Horecabeleid 2016 - 2020 (hoofdstuk 6.4) is de procedure uitgelegd die een ondernemer moet volgen om er voor te zorgen dat een terras geëxploiteerd kan worden, dat niet in strijd is met het bestemmingsplan.
2.3.1 Raadplegen bestemmingsplannen
Het bestemmingsplan kan digitaal worden geraadpleegd via de gemeentelijke website en via de website www.ruimtelijkeplannen.nl. Voor de specifieke mogelijkheden van de bestemming en het eventueel aanvragen van een wijziging van het bestemmingsplan kan contact worden opgenomen met balie Bouwen & Vergunningen. Horecaondernemers kunnen alleen op afspraak terecht in het gemeentehuis van Aalsmeer. Een afspraak kan telefonisch worden gemaakt via (0297) 38 75 75 of met het verkorte nummer 140297. Horecaondernemers kunnen ook zonder afspraak terecht bij de Balie Bouwen & Vergunningen op het raadhuis van Amstelveen.
2.4 Brandveiligheid en Bouwbesluit 2012
Een horecagelegenheid mag niet worden geëxploiteerd als deze niet gecontroleerd is op brandveiligheid en brandveilig is bevonden. De brandveiligheidseisen voor horecagelegenheden zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Het bouwbesluit stelt bijvoorbeeld voorschriften over vluchtroutes en compartimentering van een pand. Via het Omgevingsloket online (www.omgevingsloket.nl) kan worden nagegaan of een omgevingsvergunning brandveilig gebruik nodig is. Deze kan vervolgens meteen via het Omgevingsloket online worden aangevraagd. Indien de horecaondernemer geen E-herkenning heeft kan dit ook via DigID ingediend worden door in het omgevingsloket aan te geven dat hij een particulier is. Wanneer een dergelijke vergunning nodig is, mag het gebouw niet gebruikt worden voordat burgemeester en wethouders deze vergunning hebben verleend. De procedure voor het verlenen van een omgevingsvergunning brandveilig gebruik kan tot maximaal 26 weken duren.
Wanneer het pand later wordt veranderd (bijvoorbeeld verbouwd) of als het gebouw op een andere manier gebruikt gaat worden, dan moet dit worden doorgegeven aan de gemeente via het Omgevingsloket online. De gemeente beoordeelt vervolgens of de wijziging brandveilig is.
Een horecagelegenheid mag niet worden geëxploiteerd als deze niet voldoet aan de eisen van de Wet milieubeheer. In de wet staat dat bedrijven zo weinig mogelijk schade mogen toebrengen aan het milieu. Het gaat hierbij onder andere om geluidhinder, stankoverlast en afval. De meeste horecagelegenheden vallen onder Type B. In dit geval dient uiterlijk 4 weken voor het starten van de horecagelegenheid een melding te worden ingediend bij de gemeente via de Activiteitenbesluit Internetmodule (AIM) op www.aimonline.nl.
2.6 Algemene Plaatselijke Verordening
In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) staat de gemeentelijke regelgeving op het gebied van overlast, openbare orde en veiligheid. De APV bepaalt onder meer of voor het exploiteren van een horecagelegenheid en een terras een vergunning noodzakelijk is en wat de openingstijden zijn. Daarnaast biedt de APV de mogelijkheid af te wijken van de geluidseisen die de Wet milieubeheer stelt via een incidentele festiviteit. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan. De APV-artikelen en de aanwijzingsbesluiten op grond van de APV voor horecagelegenheden zijn in de bijlage opgenomen.
De Drank- en Horecawet (DHW) stelt regels aan het verstrekken van alcoholhoudende drank. De DHW bepaalt onder meer dat voor het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank een vergunning noodzakelijk is. Ook stelt de DHW eisen aan de inrichting en aan de leidinggevenden van een horecabedrijf.
Een aanvraag voor een drank- en horecavergunning moet minimaal 8 weken voor de beoogde opening van de horecagelegenheid worden ingediend. Het aanvraagformulier hiervoor staat op de gemeentelijke website. Voor een vergunningaanvraag moeten de volgende documenten worden ingediend:
Leidinggevenden van een horecabedrijf zijn (de definitie voor leidinggevenden van een horecabedrijf is opgenomen in artikel 1 van de DHW):
Naast leidinggevenden zijn er ook zogenaamde stille vennoten of aandeelhouders van een BV, die slechts aansprakelijk zijn voor het bedrag dat zij investeren in het horecabedrijf. Als zij niet namens de rechtspersoon optreden, zijn zij geen leidinggevenden van het horecabedrijf en hoeven niet aan de eisen voor leidinggevenden te voldoen.
Leidinggevenden moeten voldoen aan de volgende eisen (de eisen voor leidinggevenden zijn opgenomen in artikel 8 van de DHW):
De eis voor sociale hygiëne is niet van toepassing op personen die als bedrijfsleider of beheerder stonden vermeld op een drank- en horecavergunning die voor 1 januari 1996 is verleend. Indien dit het geval is dan moet dit worden aangetoond door de persoon die de vergunning aanvraagt. (Deze overgangsregeling is opgenomen in artikel 1 van de Regeling bewijsstukken sociale hygiëne Drank- en Horecawet 2015.)
Niet-operationele leidinggevenden
De eis voor sociale hygiëne is niet van toepassing op niet-operationele leidinggevenden. Dit zijn leidinggevenden voor wier rekening en risico het horecabedrijf wordt uitgeoefend, maar geen bemoeienis hebben met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf. De vergunninghouder moet dit schriftelijk verklaren. Volgens de memorie van toelichting van de DHW gaat het in de gehele sector om 30 tot 40 gevallen. De eis voor sociale hygiëne is daarom niet van toepassing als leidinggevenden in het buitenland verblijven of als er sprake is van een ernstige lichamelijke of geestelijke beperking. Als leidinggevenden aanwezig zijn in het horecabedrijf en er geen sprake is van een lichamelijke of geestelijke beperking zijn zij altijd operationele leidinggevenden en moeten zij voldoen aan de eis voor sociale hygiëne.
De burgemeester maakt een aantekening op het aanhangsel van de drank- en horecavergunning als de betreffende leidinggevende niet-operationeel is en dit verklaard is door de vergunninghouder. Mocht de niet-operationele leidinggevende in een later stadium wel weer bemoeienis krijgen met de bedrijfsvoering en/of de exploitatie van het horecabedrijf dan zal hij alsnog aan de eis voor sociale hygiëne moeten voldoen. Als niet gemeld wordt dat de niet-operationele leidinggevende weer operationeel is, dan wordt de drank- en horecavergunning ingetrokken. (De intrekkingsgrond van de drank- en horecavergunning is opgenomen in artikel 31, lid 1 onder d van de DHW.)
2.7.3 Aanwezigheid en wijzigen leidinggevende
De DHW stelt dat er gedurende de openingstijden van het horecabedrijf minimaal één leidinggevende aanwezig moet zijn. Voor paracommerciële horecabedrijven geldt dat er een leidinggevende en/of een barvrijwilliger aanwezig moet zijn gedurende de periode dat alcoholhoudende dranken worden geschonken.
Als een leidinggevende vertrekt of als er een leidinggevende bij komt dan moet dit gemeld worden bij de gemeente. Dit kan via het wijzigingsformulier leidinggevenden in een horeca-inrichting dat te vinden is op de gemeentelijke website. Zodra de melding is bevestigd mag de leidinggevende functioneren als leidinggevende. Vervolgens wordt de leidinggevende getoetst aan de eisen die zijn genoemd in paragraaf 2.6.2.
Voordat een drank- en horecavergunning kan worden verleend moet de horecagelegenheid voldoen aan de inrichtingseisen van de DHW. Deze eisen zijn opgenomen in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet.
Als een inrichting door een wijziging niet meer overeenkomt met de vergunning of de inrichtingseisen dan moet de vergunninghouder dit direct (binnen één maand) melden bij de gemeente. Als de gewijzigde inrichting voldoet aan de inrichtingseisen wordt een gewijzigde vergunning verleend. De vergunning wordt ingetrokken als de inrichting niet meer voldoet aan de inrichtingseisen en als de gewijzigde inrichting niet binnen één maand gemeld is aan de burgemeester. (De intrekkingsgrond van de drank- en horecavergunning is opgenomen in artikel 31, lid 1 onder d van de DHW.)
Paragraaf 2.8 Wet op de kansspelen
De Wet op de kansspelen maakt een onderscheid tussen behendigheidsautomaten en kansspelautomaten.
Een behendigheidsautomaat is een speelautomaat, waarbij geen geld of prijzen kunnen worden uitgekeerd Voorbeelden hiervan zijn Photo-play en flipperkasten. Voor het exploiteren van een behendigheidsautomaat is geen aanwezigheidsvergunning van de gemeente nodig. Wel heeft de exploitant van een behendigheidsautomaat een exploitatievergunning (speelautomatenvergunning) nodig, die wordt afgegeven door de Kansspelautoriteit.
Een kansspelautomaat is een speelautomaat, waarbij geld, premies of prijzen kunnen worden uitgekeerd. Het bekendste voorbeeld is de fruitautomaat. Naast de exploitatievergunning (speelautomatenvergunning) van de Kansspelautoriteit moet ook een aanwezigheidsvergunning worden aangevraagd bij de gemeente.
In Aalsmeer zijn specifieke regels voor een speelautomatenhal opgesteld, welke zijn vastgelegd in de Verordening Speelautomaten 2013 Aalsmeer.
Een aanvraag voor een aanwezigheidsvergunning moet minimaal 8 weken voor het aanwezig hebben van speelautomaten worden ingediend. Het aanvraagformulier hiervoor staat op de gemeentelijke website.
De houder van een aanwezigheidsvergunning moet onder andere voldoen aan de volgende eisen (voor een volledige opsomming van de eisen voor een vergunninghouder wordt verwezen naar artikel 4 van het Speelautomatenbesluit 2000):
De Wet op de kansspelen maakt een onderscheid tussen hoog- en laagdrempelige inrichtingen. Kansspelautomaten mogen alleen worden geëxploiteerd in hoogdrempelige inrichtingen.
Een inrichting is hoogdrempelig als:
Naast een hoogdrempelige inrichting kan een kansspelautomaat ook worden geëxploiteerd in een samengestelde inrichting. Er is dan sprake van een afsluitbare ruimte, waarbij de ruimte voldoet aan de eisen voor een hoogdrempelige inrichting.
De Winkeltijdenwet regelt de openingstijden van winkels. Bepaalde horecagelegenheden worden ook aangemerkt als winkel. Het gaat hierbij met name om afhaalrestaurants. Een horecagelegenheid wordt als winkel gezien als er geen gelegenheid wordt geboden om de etens- en drinkwaren te nuttigen. In dat geval zijn de regels voor winkels van toepassing. Dit houdt in dat winkels volgens de Winkeltijdenwet op werkdagen geopend mogen zijn tussen 06.00 en 22.00 uur. De Verordening Winkeltijden Aalsmeer regelt de openingstijden voor zon- en feestdagen. Gedurende deze dagen kunnen winkels tussen 12.00 en 20.00 uur geopend zijn. Deze openingstijden gelden ook voor winkelruimten bij horecagelegenheden.
De Wet bibob en het Aalsmeerse bibob-beleid zijn gericht op het tegengaan van criminele activiteiten van horecaexploitanten en stellen de gemeente in staat vergunningen te weigeren als er gevaar bestaat dat door het verlenen van de vergunningen criminele activiteiten kunnen plaatsvinden.
Het is onjuist te veronderstellen dat criminele praktijken alleen plaatsvinden in grote gemeenten. Door het inzetten van bibob-beleid bij grote gemeenten is de kans immers groot dat criminelen en criminele activiteiten zich verplaatsen naar andere gemeenten. Aalsmeer hanteert samen met de gemeenten Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn een gezamenlijk bibob-beleid. In dit gezamenlijke bibob-beleid wordt nauw samengewerkt met de gemeente Amsterdam.
Voordat de vergunningen voor een horecagelegenheid kunnen worden verleend, wordt aan de hand van financiële gegevens gecontroleerd of er gevaar bestaat dat mede door de vergunningen criminele activiteiten kunnen plaatsvinden. De horecaondernemer dient hiervoor een vragenformulier in, wat te vinden is op de gemeentelijke website. Aan de hand van vragen over financiële gegevensmoet worden aangegeven hoe de horecagelegenheid wordt gefinancierd. Op basis van deze gegevens vindt een toets plaats.
Als de ondernemer de gevraagde gegevens niet of niet volledig indient, dan voldoet de ondernemer niet aan de indieningsvereisten voor de vergunningen en kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld. In dat geval mag de betreffende horecagelegenheid niet open gaan.
2.10.2 Bestaande horecagelegenheid
Een bibob-toets kan opnieuw plaatsvinden als er een vermoeden bestaat dat een reeds bestaande horecagelegenheid wordt misbruikt voor criminele doeleinden. Als uit de toets blijkt dat er een ernstig gevaar bestaat voor criminele activiteiten dan kan dit een grond zijn om de vergunning in te trekken.
2.10.3 Uitzondering voor bibob-toets
Paracommerciële instellingen zijn in principe vrijgesteld van de bibob-toets, aangezien niet bekend is dat paracommerciële horeca wordt gebruikt voor criminele activiteiten. Deze uitzondering geldt niet voor commerciële horeca in een paracommerciële omgeving. Als het vermoeden bestaat dat er toch criminele activiteiten plaatsvinden bij paracommerciële horeca, dan kan alsnog een bibob-toets plaatsvinden.
Om ervoor te zorgen dat ondernemers snel met hun bedrijf kunnen starten of het bedrijf kunnen continueren na een overname, mag de horecagelegenheid op eigen risico open in afwachting van de te verlenen vergunningen, op voorwaarde dat de horecaondernemer een volledige aanvraag heeft ingediend en dit door de gemeente bevestigd is. Ook dient de horecagelegenheid te zijn getoetst op brandveiligheid en te voldoen aan de milieueisen. De melding brandveilig gebruik kan gedaan worden via het omgevingsloket online op www.omgevingsloket.nl en de milieumelding via de Activiteitenbesluit Internet Module op www.aimonline.nl.
Indien blijkt dat de horecagelegenheid niet voldoet aan één van de eisen vanuit het bouwbesluit, de Wet milieubeheer, de DHW, de APV of het bestemmingsplan moet de uitoefening van het bedrijf onmiddellijk worden gestaakt.
Hoofdstuk 3: Horeca-categorieën
In Aalsmeer worden verschillende horeca-categorieën onderscheiden, welke ook worden gehanteerd in de bestemmingsplannen. De regels voor horecagelegenheden verschillen per categorie. In dit hoofdstuk worden de verschillende regels toegelicht.
Onder daghoreca worden horecagelegenheden verstaan die vallen onder Horeca I. Daghoreca heeft een duidelijke relatie met winkels, waardoor voor deze categorie zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de openingstijden voor winkels. Het risico van overlast en het aantasten van het woon- en leefmilieu door horecabedrijven die niet langer geopend zijn dan de winkels is minder groot. Daardoor is op meer locaties daghoreca mogelijk.
3.2.1 Voorwaarden voor daghoreca
Het vestigen van daghoreca dient mogelijk te zijn volgens het bestemmingsplan. Bij strijdigheid moet een vergunning worden aangevraagd, waarop een toetsing plaatsvindt of daghoreca op de betreffende locatie gewenst is. Voor het exploiteren van daghoreca is een exploitatievergunning vereist. Als er in de daghoreca bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt geschonken is ook een drank- en horecavergunning vereist.
Daghoreca mag alle dagen van de week open zijn tussen 06.00 en 22.00 uur (deze openingstijden zijn gebaseerd op de openingstijden zoals die zijn opgenomen in artikel 2:29 van de APV). Voor daghoreca welke wordt gezien als winkel (zoals een afhaalrestaurant) geldt de Winkeltijdenwet en de Verordening Winkeltijden Aalsmeer (zie paragraaf 2.9). Deze daghoreca dient zich te houden aan de openingstijden voor winkels.
3.2.2 Aanpassing bestemmingsplannen
In een aantal bestemmingsplannen zijn de openingstijden voor daghoreca opgenomen en is tevens een maximum aantal vierkante meters horeca bepaald. In nieuwe bestemmingsplannen worden deze beperkingen niet meer gesteld. Alle bestemmingsplannen worden via reguliere herziening (eens per tien jaar) aangepast. Tijdens de transitieperiode kan bij strijdigheid met een bestemmingsplan worden afgeweken van de voorschriften middels een omgevingsvergunning voor een kleine planologische afwijking (oftewel een kruimelgeval).
Paragraaf 3.3 Ondergeschikte horeca
Ondergeschikte horeca is horeca die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie die ter plaatste is toegestaan volgens het bestemmingsplan. Er is hierbij geen sprake van reguliere horeca en bij het bestemmen is hierbij ook een ruimtelijke afweging gemaakt. Om te waarborgen dat de horeca een minimale invloed heeft op de woon- en leefsituatie in de omgeving en er geen risico is voor de openbare orde en veiligheid, worden er aan ondergeschikte horeca voorwaarden gesteld. Voor deze horeca geldt geen exploitatievergunningplicht. Hier wordt nader op ingegaan in paragraaf 3.4.
In het Horecabeleid 2016 – 2020 wordt een onderscheid gemaakt in vier verschillende varianten ondergeschikte horeca:
In de Nota Paracommercieel Beleid 2014 en in de Verordening paracommercie gemeente Aalsmeer zijn beperkingen opgenomen ten aanzien van het schenken van alcoholhoudende drank voor paracommerciële horeca.
Hoewel commerciële horeca in een paracommerciële omgeving een ondergeschikte vorm van horeca is, is horeca de kernactiviteit. In de APV zijn wel beperkingen opgenomen voor commerciële horeca in een paracommerciële omgeving.
3.3.2 Horeca bij ziekenhuizen, verzorgingshuizen, bejaardentehuizen en uitvaartcentra
Deze horeca is puur gericht op het bezoek van de hoofdactiviteit. Voor deze horeca worden daarom geen aanvullende beperkende voorwaarden opgesteld.
3.3.3 Horeca bij bioscopen, theaters, musea, schouwburgen en poppodia
Hoewel volgens het bestemmingsplan deze horeca ondergeschikt is aan de hoofdfunctie, is horeca een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering. Er worden vaak alcoholhoudende dranken geschonken en de horeca is vaak langer open dan de betreffende hoofdactiviteit. Er zijn geen aanvullende beperkende voorwaarden opgesteld.
Bij ondergeschikte horeca bij detailhandel bestaat verschil tussen ondersteunende horeca en mengvormen. Ondersteunende horeca is detailhandel die in een horecasetting de eigen producten verstrekt, zoals het eten van een broodje bij de bakker of slager. Een mengvorm is detailhandel, die in een horecasetting andere producten verstrekt, zoals een kop koffie bij de boekhandel of in een supermarkt.
De criteria en voorwaarden van ondergeschikte horeca bij detailhandel zijn:
Het is niet toegestaan een terras te voeren. Alleen voor ondersteunende horeca geldt dat direct aan de gevel gevelbanken of statafels geplaatst mogen worden, mits een vrije doorgang voor voetgangers wordt gewaarborgd van 1,50 meter breed. Voor mengvormen geldt dit niet. Deze vorm van ondergeschikte horeca mag ook geen gevelterras voeren;
Voor het exploiteren van een horecagelegenheid is een exploitatievergunning nodig. Deze vergunning is bedoeld om het woon- en leefklimaat en de openbare orde en veiligheid te waarborgen in de omgeving van de horecagelegenheid. Als het woon- en leefklimaat en de openbare orde en veiligheid op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed kan de exploitatievergunning ingetrokken of geweigerd worden.
Een aanvraag voor een exploitatievergunning moet minimaal 8 weken voor de beoogde opening van de horecagelegenheid worden ingediend. Het aanvraagformulier hiervoor staat op de gemeentelijke website. Voor een vergunningaanvraag moeten de volgende documenten worden ingediend:
Om te toetsen of een horecaondernemer van goed levensgedrag is, worden de antecedenten opgevraagd bij de politie.
3.4.2 Vrijstelling exploitatievergunningplicht
De exploitatievergunningplicht wordt voor bepaalde horecagelegenheden vrijgesteld. (De vrijstelling van de exploitatievergunningplicht wordt genomen op grond van artikel 2:28, lid 5 van de APV.) De reden hiervoor is dat deze horecagelegenheden een minder grote invloed hebben op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de horeca en er een lager risico is voor het verstoren van de openbare orde. Het betreffen de volgende horecagelegenheden:
Hoewel deze categorieën openbare inrichtingen een minder grote invloed hebben op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en er een lager risico is voor de openbare orde, kunnen zich bij deze openbare inrichtingen incidenten voordoen. Het is onwenselijk als er in dat geval geen exploitatievergunning is die beperkingen oplegt aan de openbare inrichting. In het aanwijzingsbesluit (zie bijlage II) is daarom opgenomen dat wel een exploitatievergunning nodig is indien er zich incidenten voordoen of indien de openbare inrichting een negatieve invloed heeft op de directe omgeving.
De gedachte achter het aanwijzen van de genoemde horeca-categorieën is dat de horecaactiviteiten ondergeschikt zijn aan de reguliere uitoefening. Indien dit niet meer het geval is, dan is er sprake van invloed op de directe omgeving en is een exploitatievergunning nodig.
Een exploitatievergunning is ook verplicht als er een terras wordt geëxploiteerd aan de openbare weg. Hier wordt nader op ingegaan in paragraaf 3.7.
3.4.3 Vergunning voor onbepaalde tijd
In het kader van deregulering en het verminderen van de administratieve lasten wordt de exploitatievergunning voortaan verleend voor onbepaalde tijd. Horecaondernemers die een exploitatievergunning voor bepaalde tijd hebben, ontvangen een aangepaste vergunning. In deze aangepaste vergunning worden tevens aanvullende voorschriften opgenomen met betrekking tot de verruimde openingstijden voor Horeca III en IV. Doordat de convenanten worden afgeschaft, worden bepaalde voorschriften van deze convenanten overgenomen in de aangepaste exploitatievergunning, zodat de eerder gemaakt afspraken van kracht blijven.
In het Horecabeleid 2016 – 2020 is aangegeven dat de gemeente streeft naar het uniformeren van de openingstijden. In de APV is vastgesteld dat horecagelegenheden van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 01.00 uur open mogen zijn en op zaterdag, zondag en reguliere feestdagen van 07.00 tot 02.00 uur. Voor bepaalde categorieën gelden andere openingstijden, zoals hieronder aangegeven.
De openingstijden van ondergeschikte horeca zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit. Voor ondergeschikte horeca zijn er vier varianten.
Variant 1: Paracommerciële inrichtingen en commerciële exploitatie binnen een paracommerciële omgeving mogen van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 01.00 uur open zijn en op zaterdag, zondag en reguliere feestdagen van 07.00 tot 02.00 uur. Het schenken van alcoholische dranken is beperkt van 1 uur voor en tot en met 2 uur na de hoofdactiviteit, zoals vastgelegd in de Nota Paracommercieel Beleid 2014 en de Verordening paracommercie .
Variant 2: Horeca bij ziekenhuizen, verzorgingshuizen, bejaardentehuizen en uitvaartcentra mag van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 01.00 uur open zijn en op zaterdag, zondag en reguliere feestdagen van 07.00 tot 02.00 uur.
Variant 3: Horeca bij bioscopen, theaters, musea, schouwburgen en poppodia mag van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 01.00 uur open zijn en op zaterdag, zondag en reguliere feestdagen van 07.00 tot 02.00 uur.
Variant 4: Horeca bij detailhandel valt onder de openingstijden voor winkels en mag op werkdagen open zijn tussen 06.00 en 22.00 uur. De actuele openingstijden voor winkels zijn te vinden in de Winkeltijdenwet en de Verordening winkeltijden Aalsmeer.
Daghoreca mag alle dagen van de week open zijn tussen 06.00 en 22.00 uur. (Deze openingstijden zijn gebaseerd op de openingstijden zoals die zijn opgenomen in artikel 2:29 van de APV.) Bepaalde daghoreca wordt tevens gezien als winkel. Voor deze daghoreca gelden de openingstijden voor winkels, zoals vastgelegd in de Winkeltijdenwet en in de Verordening Winkeltijden Aalsmeer.
3.5.3 Horeca II: Restaurants, Cafetaria’s, Grillrooms
Horecagelegenheden in categorie II mogen van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 01.00 uur open mogen zijn en op zaterdag, zondag en reguliere feestdagen van 07.00 tot 02.00 uur.
Voor horecagelegenheden in categorie III gelden in de weekenden (weekend: de nacht van vrijdag op zaterdag en de nacht van zaterdag op zondag) en de nacht voorafgaand aan een reguliere feestdag (reguliere feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede paasdag, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag) geen beperkende openingstijden. Horecaondernemers mogen zelf bepalen tot hoe laat ze open blijven, op voorwaarde dat na 02.00 uur geen bezoekers meer mogen worden toegelaten om de overlast op straat tot een minimum te beperken. Dit geldt ook voor bezoekers die de horecagelegenheid verlaten om bijvoorbeeld te roken of te bellen. In de exploitatievergunning worden aanvullende voorschriften gesteld om de overlast van de verruimde openingstijden zoveel mogelijk te beperken. De openingstijden voor horecagelegenheden in categorie III zijn opgenomen in het Aanwijzingsbesluit openingstijden openbare inrichtingen. Voor Bacchus en N201 gelden dezelfde voorwaarden als voor cafés.
Op reguliere doordeweekse dagen mogen horecagelegenheden in categorie III open zijn van 07.00 tot 01.00 uur.
Voor horecagelegenheden in categorie IV gelden in de weekenden en de nacht voorafgaand aan een reguliere feestdag geen beperkende openingstijden. Horecaondernemers mogen zelf bepalen tot hoe laat ze open blijven, op voorwaarde dat na 02.00 uur geen bezoekers meer mogen worden toegelaten om de overlast op straat tot een minimum te beperken. Dit geldt ook voor bezoekers die de horecagelegenheid verlaten om bijvoorbeeld te roken of te bellen. In de exploitatievergunning worden aanvullende voorschriften gesteld om de overlast van de verruimde openingstijden zoveel mogelijk te beperken. De openingstijden voor horecagelegenheden in categorie IV zijn opgenomen in het Aanwijzingsbesluit openingstijden openbare inrichtingen.
Op reguliere doordeweekse dagen mogen horecagelegenheden in categorie IV open zijn van 07.00 tot 01.00 uur.
In een aangenomen motie van de gemeenteraad van 12 september 2013 op de Conceptverordening Speelautomatenhal is aangegeven dat de openingstijden van de speelautomatenhal bij Crown Studio’s (categorie IV) gelijk moeten zijn aan de openingstijden van horeca. Omdat Crown Studio’s zelf onder categorie IV valt, gelden voor de speelautomatenhal bij Crown dezelfde openingstijden als voor horecagelegenheden die vallen onder de categorie Horeca IV.
Voor horecagelegenheden in categorie V worden geen beperkingen opgelegd voor de openingstijden. In de APV is wel de beperking opgenomen dat horecagelegenheden dat in categorie V geen alcoholhoudende drank mag worden geschonken van maandag tot en met vrijdag van 01.00 tot 07.00 uur en op zaterdag, zondag en reguliere feestdagen van 02.00 tot 07.00 uur. Dit heeft als doel dat deze horeca geen aantrekkende werking heeft op gasten die hier niet overnachten.
3.5.7 Ontheffing openingstijden
Een horecaondernemer die langer open wil zijn dan de openingstijden toestaan, kan een ontheffing van de openingstijden aanvragen. Bij de beoordeling van deze aanvraag wordt gekeken of er sprake is van een bijzondere situatie. Om te waarborgen dat een ontheffing alleen in uitzonderlijke gevallen wordt gebruikt, kan maximaal 5 keer per kalenderjaar en maximaal 2 keer per maand gebruik worden gemaakt van de ontheffing openingstijden. Deze beperking van de ontheffing is opgenomen in de APV. Een aanvraag voor een ontheffing moet minimaal 3 weken voor de beoogde verruiming van de openingstijden worden ingediend. Het aanvraagformulier hiervoor staat op de gemeentelijke website.
Met een incidentele festiviteit kan een horecaondernemer tijdelijk de standaard geluidnormen voor inrichtingen volgens de Wet milieubeheer overschrijden. Het maximale geluidsniveau (LAeq) mag met een incidentele festiviteit echter niet meer bedragen dan 75 dB(A), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter. Als er geen gevoelige gebouwen zijn, geldt een afstand van 50 meter vanaf de horecagelegenheid.
Voor een horecagelegenheid in Aalsmeer-Centrum kan maximaal 5 keer per kalenderjaar gebruik worden gemaakt van een incidentele festiviteit. Voor een horecagelegenheid in de overige gebieden van Aalsmeer kan maximaal 12 keer per kalenderjaar gebruik worden gemaakt van een incidentele festiviteit.
De incidentele festiviteit moet minimaal 3 weken van te voren worden gemeld. Het meldingsformulier hiervoor staat op de gemeentelijke website.
Een terras is een buiten de horecagelegenheid besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken worden verstrekt (de volledige juridische definitie van een terras is opgenomen in de APV). Over het algemeen geldt dat bij horecagelegenheden een terras is toegestaan met uitzondering van ondergeschikte horeca. Bij mengvormen mag geen terras worden gevoerd. Voor ondersteunende horeca geldt dat direct aan de gevel gevelbanken of statafels geplaatst mogen worden, mits een vrije doorgang voor voetgangers wordt gewaarborgd van 1,50 meter breed (zie paragraaf 3.3.4).
Niet ieder bestemmingsplan biedt de mogelijkheid voor het voeren van een terras. In het horecabeleid (hoofdstuk 6.4) is de procedure uitgelegd die een ondernemer moet volgen om er voor te zorgen dat hij een terras kan exploiteren dat niet in strijd is met het bestemmingsplan.
De vergunning voor een terras is geïntegreerd in de exploitatievergunning. Dit houdt in dat als een horecaondernemer een terras wil exploiteren hij een exploitatievergunning (zoals beschreven in paragraaf 3.4) moet aanvragen. Naast de eisen voor een exploitatievergunning wordt bij de vergunningaanvraag onder andere getoetst in hoeverre de weg bruikbaar blijft en dat het terras enkel voor de gevel van de horecagelegenheid wordt geplaatst.
Doordat bepaalde horecagelegenheden zijn vrijgesteld van de exploitatievergunning zou dit inhouden dat ook geen exploitatievergunning voor een terras nodig is. Dit is onwenselijk als er door het terras geen vrije doorgang is en er het risico bestaat dat parkeerplaatsen worden gebruikt. In die gevallen is altijd een exploitatievergunning voor het terras vereist.
De openingstijden voor terrassen zijn vastgelegd in de APV. In 2016 vindt een pilot plaats, waarin terrassen op proef langer open mogen blijven tot 01.00 uur. Aan de hand van de evaluatie wordt besloten of de verruiming gecontinueerd kan worden.
Na de openingstijd mag er geen publiek meer aanwezig zijn op het terras en moet het terras zijn opgeruimd. Dit geldt ook voor bezoekers die tijdelijk de horecagelegenheid verlaten om bijvoorbeeld te roken of te bellen.
Voor het exploiteren van een terras op gemeentegrond wordt precariobelasting geheven. De kosten staan opgenomen in de Verordening precariobelasting Aalsmeer.
Bij klachten over een horecagelegenheid is het advies in eerste instantie contact op te nemen met de eigenaar van de horecagelegenheid. Veel problemen zijn immers in goed overleg op te lossen.
Als het niet lukt om in contact te treden met de eigenaar van de horecagelegenheid of als de overlast en de hinder niet minder wordt kan een klachtenformulier worden ingevuld dat op de gemeentelijke website staat. Bij klachten neemt de gemeente contact op met degene die de klacht heeft ingediend en beoordeelt de mate van overlast door zelf een controle uit te voeren.
Voor het handhavingsbeleid met betrekking tot horeca wordt verwezen naar de Handhavingsstrategie Drank en Horeca Gemeente Aalsmeer.
aldus vastgesteld in de vergadering van 24 mei 2016.
de secretaris,
mr. F.L. Romkema
de burgemeester,
J.J. Nobel
Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
Openbare inrichtingen mogen geopend zijn tussen 07.00 uur en 01.00 uur. (Met het nieuwe horecabeleid worden de openingstijden voor horecagelegenheden verruimd. Horecagelegenheden mogen standaard open zijn tot 01.00 uur. In het weekend en bij reguliere feestdagen gelden echter ruimere openingstijden. Dit houdt in dat cafés en dancings onbeperkt mogen open zijn, onder de voorwaarde dat na 02.00 uur geen bezoekers meer mogen worden toegelaten. Restaurants, snackbars en grillrooms mogen tot 02.00 uur open zijn.)
Artikel 2:30 Afwijking openingstijd; tijdelijke sluiting
Artikel 2:31 Verboden gedragingen
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen
Artikel 2:32a Verbod verstrekken alcoholhoudende drank in paracommerciële omgeving
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Indien een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college bij de toepassing van artikel 2:28 tot en met 2:30 op als bevoegd bestuursorgaan.
Bijlage II Aanwijzingsbesluit Vrijstelling exploitatievergunningplicht
De burgemeester van de gemeente Aalsmeer,
gelet op artikel 2:28, lid 5 van de APV Aalsmeer dat stelt dat:
geen vergunning is vereist voor door de burgemeester aan te wijzen categorieën van openbare inrichtingen die naar zijn oordeel geen invloed hebben op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en geen risico vormen voor de openbare orde.;
Bijlage III Aanwijzingsbesluit Openingstijden openbare inrichtingen
De burgemeester van de gemeente Aalsmeer,
gelet op artikel 2:29, lid 6 van de APV Aalsmeer dat stelt dat:
de burgemeester kan categorieën van openbare inrichtingen aanwijzen waarvoor andere openingstijden gelden;
de volgende categorieën openbare inrichtingen aan te wijzen die in het weekend geopend mogen zijn van 07.00 tot 02.00 uur:
Horeca 2. Voorbeelden: restaurants, fastfoodrestaurants, cafetaria's, snackbars, shoarmazaken. Deze horeca voorziet vooral in het verstrekken van etenswaren, waarbij het schenken van alcoholhoudende dranken en het bieden van entertainment, zoals het spelen van muziek en het gelegenheid geven tot dansen, ondergeschikt is.
Hoofdstuk 2. Wet- en regelgeving
2.2 Gecoördineerde behandeling
2.3 Bestemmingsplannen en Wet ruimtelijke ordening (Wro)
2.3.1 Raadplegen bestemmingsplannen
2.4 Brandveiligheid en Bouwbesluit 2012
2.6 Algemene Plaatselijke Verordening
2.7.3 Aanwezigheid en wijzigen leidinggevende
Paragraaf 2.8 Wet op de kansspelen
2.10.2 Bestaande horecagelegenheid
2.10.3 Uitzondering voor bibob-toets
Hoofdstuk 3: Horeca-categorieën
3.2.1 Voorwaarden voor daghoreca
3.2.2 Aanpassing bestemmingsplannen
Paragraaf 3.3 Ondergeschikte horeca
3.3.2 Horeca bij ziekenhuizen, verzorgingshuizen, bejaardentehuizen en uitvaartcentra
3.3.3 Horeca bij bioscopen, theaters, musea, schouwburgen en poppodia
3.4.2 Vrijstelling exploitatievergunningplicht
3.4.3 Vergunning voor onbepaalde tijd
3.5.3 Horeca II: Restaurants, Cafetaria’s, Grillrooms