Beleidsregels m.b.t. inschrijving op briefadressen

Artikel 1 Maximaal twee briefadressen per woonadres

Een briefadres kan alleen verleend worden op een particulier adres, waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres afgegeven aan de leden van een gezin als één briefadres. Dat betekend dat er maximaal twee personen of twee gezinnen een briefadres kunnen hebben op één woonadres. Als gezin wordt bedoeld: ouder/ouders of een ouder met partner en kinderen. Indien het kind al volwassen is en de partner die ook gebruik wil maken van inschrijving op briefadres telt dat (minderjarig) kind en zijn/haar partner als de tweede gezin. Deze regel moet voorkomen dat briefadressen afgegeven worden tegen betaling van een maandelijks bedrag.

Artikel 2 Een briefadres wordt in het algemeen voor een periode van 1 jaar afgegeven. In het algemeen is een briefadres een tijdelijk adres. Hierbij telt een uitzondering voor de personen die gebruik maken van een briefadres onder art 67 Wet GBA (verblijf in een instelling)

Om het tijdelijke karakter te bevestigen wordt geadviseerd om een briefadres in het algemeen voor een periode van maximaal zes maanden af te geven. Na het verloop van deze periode moet de burger (in principe) worden ingeschreven op een woonadres waar hij feitelijk verblijft.

Artikel 3 Aangifte van een briefadres dient persoonlijk gedaan te worden. Hierbij geld een uitzondering voor de personen die gebruik maken van briefadres onder Art 70.2. Wet GBA (aangifte briefadres)

In de Schiedamse praktijk gebeurt het dat de personen die zijn/haar woonadres als briefadres ter beschikking stelt, zelf de inschrijving verzorgt. Hierdoor is er geen enkel zicht op de feitelijke beweegredenen van de aanvrager van een briefadres. In navolging van de gemeente Amsterdam en Utrecht stellen wij daarom voor dat het briefadres persoonlijk wordt aangevraagd, tenzij het personen betreft die in een inrichting verblijven of aantoonbaar opvarenden zijn op een schip.