Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent de raadscommissies Verordening op de raadscommissies Nieuwegein 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent de raadscommissies Verordening op de raadscommissies Nieuwegein 2018
CiteertitelVerordening op de raadscommissies Nieuwegein 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de raadscommissies Nieuwegein.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 82 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2018nieuwe regeling

05-03-2018

Gemeenteblad 2018, 53926

2018-040

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies Nieuwegein 2018

De raad van de gemeente Nieuwegein;

 

gelezen het advies van het presidium d.d. 23 januari 2018;

 

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de raadscommissies Nieuwegein 2018

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: vertegenwoordiger van een fractie in een raadscommissie die geen raadslid is;

  • b.

    lid: een raadslid of een commissielid

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • f.

    presidium: de commissie zoals omschreven in artikel 2 e.v. Reglement van Orde van de gemeenteraad Nieuwegein 2018.

HOOFDSTUK 2. INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Algemene en Bestuurlijke Zaken (ABZ);

    • b.

      Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM);

    • c.

      Samenleving (SAM);

  • 2.

    De raadscommissie ABZ adviseert en overlegt over het bestuurlijk domein en financiën.

  • 3.

    De raadscommissie ROM adviseert en overlegt over het ruimtelijk en openbaar domein.

  • 4.

    De raadscommissie Samenleving adviseert en overlegt over het sociale domein.

  • 5.

    Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij het presidium besluit dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 6.

    Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3. Taken

  • 1.

    Een raadscommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde domeinen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen.

  • 2.

    De adviezen van de commissie aan de raad worden aan de betreffende raadsstukken

toegevoegd.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1.

    Aan de commissievergadering kan worden deelgenomen door zowel raadsleden als commissieleden. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op zowel raadsleden als commissieleden.

  • 2.

    Per fractie mogen maximaal twee commissieleden benoemd zijn.

  • 3.

    Bij de benoeming van de in lid 2 genoemde leden onderzoekt de commissie geloofsbrieven, genoemd in artikel 7 Reglement van Orde van de gemeenteraad van Nieuwegein 2018, of de commissieleden voldoen aan de in het eerste lid genoemde bepalingen. De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot commissielid.

  • 4.

    De commissieleden genoemd in het tweede lid leggen na benoeming de eed of belofte af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

Artikel 5. Voorzitter

  • 1.

    De (plaatsvervangend) voorzitters worden door de raad uit zijn midden benoemd en zijn uit hoofde van hun (plaatsvervangend) voorzitterschap lid van het presidium.

  • 2.

    De voorzitters zijn geen lid van de raadscommissies.

  • 3.

    De voorzitters zijn belast met:

    • a.

      het leiden van de vergaderingen;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening de voorzitters verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid en van de (plaatsvervangend) voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid kan niet meer deelnemen aan een raadscommissie indien deze niet meer voldoet aan de in artikel 4 gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het commissielid is benoemd. De fractie kan hierbij aangeven dat het betreffende lid in afwachting van de behandeling van het voorstel is geschorst.

  • 4.

    Het voorzitterschap eindigt op het moment dat de voorzitter niet langer raadslid is,dan wel door de raad ontslag is verleend.

  • 5.

    Een commissielid of de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag van een voorzitter een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

  • 8.

    Indien fracties splitsen of indien een of meer leden als zelfstandige fractie gaan optreden, vervalt van rechtswege het lidmaatschap van commissieleden die door de oorspronkelijke fractie zijn voorgedragen en kan per fractie (de oorspronkelijke en nieuw ontstane fracties) maximaal één commissielid benoemd worden.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    De griffier zorgt voor de ambtelijke ondersteuning van de commissies.

  • 2.

    In iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig, ter ondersteuning van de commissie en de voorzitter.

HOOFDSTUK 3. AANWEZIGHEID COLLEGE, BURGEMEESTER EN SECRETARIS

Artikel 8. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

  • 1.

    Burgemeester en wethouders worden geacht te zijn uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissies .

  • 2.

    Het presidium kan de gemeentesecretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan het gesprek deel te nemen.

  • 3.

    De burgemeester en wethouders kunnen zich ambtelijk laten bijstaan.

  • 4.

    De burgemeester, wethouders, gemeentesecretaris en ambtelijk medewerkers kunnen, indien aanwezig, plaatsnemen aan tafel en deelnemen aan het gesprek.

HOOFDSTUK 4. VERGADERINGEN

PARAGRAAF 1. TIJDSTIP VAN VERGADEREN EN VOORBEREIDING

Artikel 9. Vergaderfrequentie

  • 1.

    De vergaderingen van de raadscommissies vinden plaats volgens een door het presidium jaarlijks vast te stellen vergaderschema, waarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd:

    • a.

      de vergaderingen worden doorgaans in de tweede week van de maand

      gehouden;

    • b.

      de vergaderingen van de commissies ABZ en ROM worden in de regel op donderdag en die van de commissie Samenleving op woensdag gehouden.

  • 2.

    De vergaderingen van de raadscommissies vangen doorgaans aan om 20.00 uur, waarbij wordt gestreefd naar een eindtijd van 23.00 uur of vroeger en worden over het algemeen in het Stadshuis gehouden.

  • 3.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien het presidium het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit de gemeenteraad bestaat onder opgave van reden de wens daartoe schriftelijk kenbaar heeft gemaakt

Artikel 10. Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de gemeenteraad en commissieleden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda, die door het presidium is vastgesteld, en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de gemeenteraad en commissieleden ter beschikking gesteld.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de gemeenteraad en commissieleden ter beschikking gesteld.

Artikel 11. De agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2.

    Het presidium geeft in de agenda de begintijd per agendapunt aan.

  • 3.

    Regionale ontwikkelingen wordt als vast punt op de agenda gezet.

  • 4.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 5.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12. Rondvraag

  • 1.

    Aan het eind van de agenda wordt in principe een rondvraag opgenomen, waarbij leden vragen kunnen stellen aan het college of de burgemeester over het gevoerde bestuur ten aanzien van niet-geagendeerde onderwerpen die de commissie aangaan.

  • 2.

    Een lid dat van deze mogelijkheid gebruik wil maken, draagt ervoor zorg dat de commissiegriffier uiterlijk 24 uur voorafgaand aan de vergadering over de vragen beschikt.

  • 3.

    Indien er geen vragen zijn aangemeld komt de rondvraag te vervallen, tenzij de commissie bij de vaststelling van de agenda oordeelt dat sprake is van plotseling zeer urgente vragen, die geen uitstel dulden.

Artikel 13. Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht en blijft –afgezien van de mogelijkheid het stuk terstond te kopiëren- aanwezig op de leesplek voor de raad.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14. Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt door aankondiging in de gemeentepagina in een plaatselijk huis- aan-huisblad en door plaatsing op het raadsinformatiesysteem openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • b.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in de artikelen 15 en 16.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, op het raadsinformatiesysteem van de gemeente geplaatst.

PARAGRAAF 2. ORDE DER VERGADERING

Artikel 15. Inspreekrecht inwoners en andere belangstellenden

  • 1.

    Bij het begin van de vergadering worden aanwezige inwoners en andere belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om het woord te voeren over zaken die uitsluitend de onderwerpen van de commissie betreffen, maar niet op de agenda voor de vergadering staan.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

    • d.

      de lijst van ingekomen stukken, de mededelingen, besluitenlijst, raadskalender enonderwerpen voor de rondvraag,

  • 3.

    Degene die van het inspreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk een half uurvoor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, (mail)adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding.

  • 5.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend, met dien verstande dat de spreektijd maximaal 5 minuten bedraagt en de totale tijd voor alle insprekers maximaal 15 minuten bedraagt.

  • 6.

    De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7.

    De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 16. Meespreekrecht inwoners en andere belangstellenden

  • 1.

    Bij aanvang van een agendapunt worden inwoners en andere belangstellenden uitgenodigd aan tafel te komen zitten en deel te nemen aan het gesprek.

  • 2.

    De meesprekers worden in de gelegenheid gesteld zich eerst gedurende maximaal een minuut voor te stellen en hun (zorg)punten aan te geven.

  • 3.

    Degene die mee wil spreken, meldt dit uiterlijk een half uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, (mail)adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

Artikel 17. Deelname aan het gesprek door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan het gesprek.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met het gesprek ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 18. Het gesprek en vragen stellen

  • 1.

    De bespreking van ieder agendapunt begint op het in de agenda aangegeven begintijdstip.

  • 2.

    Per agendapunt neemt slechts één vertegenwoordiger per fractie als lid plaats aan tafel om mee te doen aan het gesprek.

  • 3.

    Leden stellen alleen politieke vragen.

  • 4.

    Alle aanwezigen aan de vergadertafel kunnen elkaar bevragen. Na iedere vraag volgt direct een antwoord. De voorzitter ziet daarbij toe op een eerlijke tijdsverdeling.

  • 5.

    Aan het einde van de bespreking van het betreffende agendapunt geven de leden hun zorg- en/of aandachtspunten mee waarop mogelijk bij de behandeling van het agendapunt in de raad nader wordt ingegaan.

Artikel 19. Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te spreken.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen het gesprek voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. Het gesprek wordt hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 5.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 20. Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen, het verdere verblijf in de vergadering ontzeggen of hem zo nodig laten verwijderen.

  • 2.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 3.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 4.

    Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 21. Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij het gesprek af, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat het gesprek is beëindigd, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    In het advies worden de zorg- en/of aandachtspunten van alle aanwezige fracties opgenomen.

  • 4.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. Indien het een raadsvoorstel betreft kan de raadscommissie de gemeenteraad, via het presidium, adviseren het voorstel niet voor de eerstvolgende raadsvergadering te agenderen omdat het nog niet rijp is voor besluitvorming. Bij overige onderwerpen bepaalt de raadscommissie in welke vergadering het onderwerp opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 22. De samenvatting

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor het vastleggen van het gesprokene op een digitale geluidsdrager of beeldopname, die bij voorkeur binnen drie werkdagen voor een ieder raadpleegbaar is.

  • 2.

    De commissiegriffier draagt zorg voor een korte samenvatting, die uiterlijk gelijktijdig met de oproep voor de volgende vergadering aan de leden wordt toegezonden.

  • 3.

    De samenvatting houdt in:

    • a.

      de namen van de aanwezige voorzitter, commissiegriffier, leden van het college en de ter vergadering aanwezige leden per agendapunt, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      bestuurlijk gedane toezeggingen;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad.

  • 4.

    De samenvatting wordt opgesteld door de commissiegriffier onder de verantwoordelijkheid van de griffier en in overleg met de voorzitter.

HOOFDSTUK 5. BESLOTEN VERGADERING

Artikel 23. Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24. Geluids- of beeldopnamen en samenvatting

De geluidsopnamen of beeldverslag en samenvatting van een besloten vergadering worden

niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

Artikel 25. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 26. Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

HOOFDSTUK 6. TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 27. Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 28. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 29. Gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, mogen telefoons tijdens de vergadering geen geluidsoverlast of anderszins overlast veroorzaken.

HOOFDSTUK 7. SLOTBEPALINGEN

Artikel 30. Uitleg verordening

  • 1.

    Voor zover de bepalingen overeenkomstig het model-reglement van de VNG zijn, is de daarbij behorende toelichting van toepassing ten aanzien van de uitleg daarvan.

  • 2.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 31. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking.

Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies Nieuwegein van 30 mei 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 maart 2018.

J.S.Y. Houtman

griffier

F.T.J.M. Backhuijs

voorzitter